vrijdag 6 juli 2018

Hallo in de Zoo!

Planckendael… Het dierenpark nabij Mechelen. Waar we vroeger weleens met de hele familie picknickten, en onze ogen uitkeken naar de ooievaars. Waarvoor je op de parking meermaals moest wachten tot de vogels zin hadden om weer op te vliegen. Planckendael: toen het “kleine zusje” van De Zoo, naast het bijna mooiste station ter wereld middenin de stad Antwerpen. Nu is Planckendael wat mij betreft de evenknie van de Zoo, al wonen de dieren daar een stuk ruimer dan dat ze dat in de Zoo doen, en je mag er wél op het gras lopen.

Een beetje verliefd...

Toegegeven: als ik in de Zoo rondloop, word ik weleens verliefd. Op die prachtige tuin, die zalige hoekjes waar het prettig boeken lezen is. Ik kom er tot rust, maar wil ook kritisch blijven. De verblijven zijn flink groter geworden, en dierenwelzijn staat voorop.

Bij de zeeleeuwen/ het aquaforum heb ik een dubbel gevoel: fijn dat de dieren worden beziggehouden. Anderzijds denk ik: moet het zo zijn dat een zeeleeuw naar mij wuift? Al geloof ik ook meteen dat de dieren niet gedwongen worden om “kunstjes” te doen. Een zoo is geen circus. Misschien is zo’n zeeleeuw wel van nature een beetje clownesk, en springt ie in het wild ook over een toeristenboot? (dat je daar dan een selfie mee wil vind ik echt om te kotsen, het is maar dat u het weet).
Dat je een verhaaltje verzint waarbij een zeeleeuw televisie kijkt: Ik vind het compleet onnodig, en misschien is dat stuk er na alle commotie waarbij dierenactivisten door in het water te springen (van schrik van het publiek?), hun ongenoegen over de show kwamen uiten, wel geschrapt.

De volières zoals die er uit zien bij de ingang van het aquaforum: volgens mij weten ze in de Zoo best dat die ook niet meer van deze tijd zijn. En misschien – ik weet het wel zeker – is het niet mogelijk om alles in één keer aan te pakken, en worden ze nog vernieuwd. Net zo met het “jubileumcomplex” waar nu nog twee grote katten hun dagen slijten: dat zien ze in de Zoo ook liever niet meer. Maar een mens heeft nog steeds geen geldezel, geloof ik. Er zit tenminste al groen in die kooien. Oef.

Het voorjaar dat niemand wilde

Planckendael heeft er niet het beste voorjaar opzitten. Dat is een understatement. Eerst een tweejarige olifant die op ze-ven-tien minuten tijd stierf aan herpes, en waarvoor nog geen vaccin voorhanden is. Zeventien minuten. Slik. Heel wat jonge olifanten sterven aan dit virus, dat in elke olifant steeds, meestal slapend aanwezig is. Als het toch uitbreekt, zijn meestal olifanten tot de leeftijd van tien jaar daar slachtoffer van. Dan heeft een dierenverzorger, noch de dierenarts er verhaal tegen.

Commentaren en mijn antwoorden

“Die dieren zitten te klein, en daar komt dat door!” “Het komt door stress!” “Die dieren moeten kilometers lopen!”
Hebben de criticasters die dit beweren weleens een voet in Planckendael gezet? Hebben ze de ruimte die deze dieren hebben al eens goed bekeken? Dat er nu een grote groep olifanten in Planckendael leeft, is een nabootsing van hoe olifanten in de natuur, voor zover die nog ongerept voorhanden is, samenleven. Denkt men echt dat de dierenverzorgers niet veel liever dat verdomde vaccin al zouden hebben?

(Europese) dierentuinen weten anno 2018 goed dat je “geen postzegelverzameling van dieren” meer kunt aanleggen, en geven dieren zoveel mogelijk de ruimte om hun natuurlijk gedrag te kunnen aanhouden. Daarom leeft er nu in Planckendael een olifantengroep van vrouwtjes, zoals olifanten ook in het wild samenleven. Bullen (mannetjesolifanten) bemoeien zich enkel met de vrouwen als er gedekt kan worden, en leven in veel kleinere groepen of verlaten in het wild ook hun kudde. Vandaar dat men in de Antwerpse Zoo twee bijna-pubers houdt, die na hun “puberteit” weer verder reizen naar andere zoo’s.

En toen ging het wéér mis

Een week later ging het in Planckendael wéér mis: Vrouwtjesolifant Phyo Phyo, die net mannetjeskalf Tarzen op de wereld had gezet, zes weken daarvoor, wordt ingeslapen. Ze leed aan nierfalen, en omdat zij niet in het wild leefde met haar kalfje, maar onder toeziend oog van mensen, werd besloten om haar niet langer te laten afzien. Haar kalfje kreeg omwille van haar toestand niet genoeg voedingsstoffen binnen, en dus werd hij al bijgevoerd. Toen zijn moeder er niet meer was, namen de verzorgers een verzorgende rol op zich: eentje van 7/24. Dat wil ook zeggen dat hun gezin hen waarschijnlijk al die tijd heeft moeten missen, want ook ’s nachts wil dat kleintje wat hem toekomt: eten!

“Je kon toch tevoren weten dat het niet goed ging met Phyo Phyo? Waarom kreeg zij nog een kalf, in haar toestand?”

Een ‘olifantendracht’ heet niet voor niets zo. Die duurt gemiddeld 18 maanden tot 2 jaar. Ik weet ook niet wat ik over twee jaar ga doen. En dus weet ik ook niet of ik dan ga ziek worden. Ik geloof rotsvast dat er met Phyo Phyo toen ze drachtig werd van Tarzen, nog niets aan de hand was. Laat de commentaren over “broodfok met olifanten” dus maar achterwege. “Heeft ze niet teveel baby’s gekregen?” Waarom gaan leken daarover oordelen? Mocht het leven voor de olifanten niet goed zijn in Planckendael, dan waren al die kleine schattige olifantjes er helemaal niet. Want dieren die ongelukkig zijn, die kweken niet. Geen hond, geen kat, en al zeker geen olifant.

Dit had nooit mogen zijn

Net toen je dacht: erger kan het niet meer worden, bleef geheel per ongeluk, een deur van het leeuwenverblijf in Planckendael openstaan, waardoor een jonge leeuwin ontsnapte. Om half tien waren er al een paar mensen aanwezig in het park. Die liepen in eerste instantie geen gevaar, zo werd gezegd. De leeuwin zat echter algauw verder dan de “dienstingang” waarvan sprake, en naderde een trein waarin bezoekers zich verscholen hadden. Andere bezoekers en personeel zochten een schuilplek in de souvenirwinkel.
Ik ben helemaal akkoord dat de ontsnapping van deze leeuw nooit had mogen kunnen gebeuren. Maar ze is wel gebeurd. Les geleerd. De verzorger in kwestie zal met de daver op het lijf zitten, en zich misschien wel de ziel uit het lijf kotsen van de stress, en nog meer van de walgelijke opmerkingen die het deel van Planckendael waren.

Ben ik wél een expert? Welnee. In kinder- en jeugdboeken: zeker en vast. Van leeuwen ken ik niks. Maar! Ik weet wel dat een leeuw geen huiskatje is (heeft u dat trouwens al gezien? Een huiskat die wild wordt? Die het beu is en je benen openkrabt en bijt? Ik wel!) Ik weet ook dat een dierenverzorger in de dierentuin er minstens vier jaar studie heeft opzitten. En ook dat de verzorger in kwestie die poort van het leeuwenverblijf niet voor de lol open heeft gelaten.

“Verblijf”, ja. Geen kooien.

Er zijn bijna geen “kooien” meer in Planckendael. U weet wel: van die dozen met draad errond, en waar geen verrijking voor de dieren is. Vroeger waren er wel kooien. En beton. Mensen die beweren dat de Zoo of Planckendael geen groen bevatten (echt gelezen!), die dwalen. (Sorry dwalende mensen, maar volgens mij is uw laatste bezoek er een van 30 jaar terug)

Walt Disney in het circus

Een leeuw, heren en dames, dat is geen Disneybeest, geen Moefasa, de vader van Simba uit The Lion King.
Je kunt een leeuw die ontsnapt is uit zijn verblijf niet zomaar even roepen of vriendelijk vragen om om te keren en terug haar verblijf in te wandelen. Ook niet omdat ze haar verzorgers “kent”. Dat zal best: als die met eten komen ja. Anders niet. Een dier in de Zoo is geen circusdier, dat voor het plezier van de baas daar, gaan dansen of door een hoepel springen. Dieren in het circus zijn allang verboden, en gelukkig maar.

Als een leeuw ontsnapt, weet dat dier niet wat het nu eigenlijk overkomt. Het is in een vreemde omgeving, en wil eigenlijk niets liever dan terug waar het veilig is: haar verblijf. Kan jij je dan voorstellen dat dit dier in paniek raakt, en adrenaline opbouwt? De natuurlijke reflexen van zo’n dier blijven ook in gevangenschap intact: ze wil vluchten, of erger. Want een leeuw, dames heren: dat is een roofdier. Dat kan doden. En nee, dat gaat dan niet zoals dat gebeurde in de Lion King, waarbij Scar van zijn broer Moefasa af wil. Een leeuw is geen Disneyfiguur, hoewel het dat is wat mensen soms schijnen te denken.

“Ze zou niks doen! Ze zat naar de zwijnen te kijken!”

Dus zou ze ook van richting kunnen veranderen. Ze was in de dichte buurt van de trein waarin mensen zich verscholen hadden.
“Kan die trein niet afgesloten worden? Nee? Waarom zit die dan in het noodplan”?
Wees even eerlijk met uzelf: u hoort: een leeuw ontsnapt. Gaat u dan denken: “Mij overkomt niks”? Of gaat u zich dan verschuilen in die trein in het “Indiagebied”, waarvan je de binnendeur kunt dichtschuiven? Ik zou dan persoonlijk voor de eerste de beste schuilplek kiezen. Dat het geen hermetisch afsluitbare plek is, heren en dames criticasters, dat is wiedes. Die trein, dat is een afgedankt treinstel van de NMBS, om het Indiagebied sfeer mee te geven. Dat is geen brandkast.

Die leeuw blijft een wild dier. Ook al is het enigszins mensen gewend. Een wild dier in paniek. En dus onvoorspelbaar. Een wild dier met stress eet ook niet zomaar, dus “vlees in een hoek gooien om ze te lokken”: sorry, u dwaalt.

Beschuldigt u mij niet dat ik zou zeggen dat ik dat dier dan dood wou. Dat wilde ik net zo min als al die betweters van de laatste weken, net zo min als de verzorgers in Planckendael.
Mocht er omwille van het feit dat die leeuw vrij in het park zat (“ze was even vrij! Hoera!” – Ze wilde niks liever dan terug naar haar verblijf – waar het veilig was voor haar) een mens of een kind overleden zijn, weet ik niet of het internet nog zou bestaan. Of de kranten. Dan zou alles pas echt ontploft zijn.

Planckendael deed wat moest gedaan worden

Ik ben er echt honderd procent van overtuigd dat men in Planckendael heeft gedaan wat kon, en dat ze de leeuwin ook veel liever in leven hadden gelaten. De Eaza dierentuinen hebben in hun beleid ook een werkwijze staan, waarbij verzorgers de dieren NIET aanraken, tenzij om hen te verzorgen, en dan nog komen zij niet in de verblijven. En dus is “een leeuwin vangen met een net” ook geen optie.
(serieus? Een leeuwin vangen met een net? Ik wil zo’n leeuw in paniek niet onder een net, met de dierenarts bovenop zich zien)

Blijven proberen! Waarom niet?

Dat verdoven na twee pogingen niet lukte is in dit geval zeer verdedigbaar. “In Afrika doen we verdovingen met een helikopter en een verdovingsgeweer! Waarom is dat hier niet gebeurd?”
Omdat we hier niet in Afrika zijn, en we hier niet zomaar over een helikopter beschikken, maar in Mechelen, waar mensen nogal dicht op elkaar zitten, misschien?
Zo’n verdovingspijl kan een optie zijn. Dat dat na twee pogingen niet lukte, komt door de adrenaline die zo’n dier aanmaakt. Het is niet omdat je één pijl afschiet, dat het dier meteen neergaat. Het is al in paniek door de vreemde omgeving waarin ze zich bevindt en door zo’n pijl, die ze uiteraard voelt krijgt ze nog meer stress. En dus heeft Planckendael of beter: de politie, het enige juiste gedaan, hoewel dat uiteraard erg triest blijft.

“Waarom is er niet langer geprobeerd om haar te verdoven?!”

Omdat dat echt geen optie meer was, en omdat de leeuwin dan OOK zou zijn doodgegaan. Het zou inderdaad makkelijker geweest zijn als het een huiskat of een hond betrof, maar helaas was dat nu niet het geval.

“Het park moest open, ze zouden verlies maken!”

Dat is absoluut onwaar: de schoolreiskinderen mochten het park de volgende uren, toen het park weer opende, gratis bezoeken.

“Kassa-kassa!”

Ook niet: de KMDA is een VZW: een vereniging zonder winstoogmerk, dus. Mochten ze enkel op geld uit zijn, dan zou de olifantentempel na al de verliezen, of zelfs tijdens, wel zijn opengebleven. Kom mij dus niet vertellen dat geld voor de dieren gaat bij de KMDA.

“Vier dieren dood in een maand tijd, sluit de boel aub!”

Het ene heeft niets met het andere te maken. Phyo Phyo vertoonde pas laat tekenen van nierfalen en werd magerder. Ik geloof nooit dat ze niet al die tijd in goede handen was. Want waar mensen voor dieren moeten zorgen, daar moeten mensen dat ook doen. Mocht dat niet zo geweest zijn, hadden ze de olifantenkudde wel aan haar lot overgelaten. Dat is trouwens wat ik onmiddellijk dacht toen baby Q (waar de verzorgers er ook alles aan gedaan hebben om dat onfortuinlijke vedetje erdoor te halen) overleed, en zijn moeder bij leven maar weinig interesse toonde in Q: dieren zijn vaak veel slimmer dan mensen: volgens mij wist de kudde goed genoeg dat er van Q niets kon worden, hoe jammer dat ook was.

Dat Tarzen alsnog stierf is echter wél tragisch, ook voor wat er daarvoor in de kudde al was gebeurd. Verzorgers zien hun dieren echt liever dartel en gezond.
Ik geef het grif toe: toen de laatste onfortuinlijke baby-olifant het leven liet was ik boos: het mocht al gaan ophouden, al dat onheil. Dat verdient Planckendael totaal niet. Toen heb ik deels om te kunnen verwerken wat er allemaal was gebeurd, achtereenvolgens “Junglebook” en “The Lion King” opnieuw bekeken. Om een beetje te lachen met Timon en Pumbaa, die luidkeels hun verdriet uiten omdat Simba zijn Nala opnieuw tegenkomt, bijvoorbeeld. En om de kleine olifant in de Junglebookkudde, die Mowgli leert hoe hij als een olifant kan lopen. En om Balloo. En nee: ik wil zo’n beer liever niet op een onbewaakt moment in het wild zomaar tegenkomen.

Trofeeën

En ja: ik word niet goed van hertenkoppen aan de muur, of van krokodillenleren tassen. Of schoenen van slangenleer. Maar alle bovenstaande dingen, hoe erg ook: die horen bij het leven…

Blijf maar jullie fantastische werk doen!

Beste verzorgers: keep up the good work, laat de leeshoekjes bestaan, en blijf zelf ook nog maar. Dit hart onder de riem is voor jullie.