
Elk dier dat de Reuzenkrokodil op haar weg naar het dorp tegenkomt, heeft wel iets aan te merken op de krokodil, niemand mag haar, en dat is niet te verwonderen. Ze trekt staartharen uit met haar tanden, bij de rolmopsvogel, ze bijt de stam van de boom waar Huppeldepup, de aap, zit, die net op tijd kan wegkomen, Slurfie de olifant vindt dat de Reuzenkrokodil zijn poot met zijn scherpe tanden maar een keer moet lossen, niemand gelooft dat de krokodil slimme sluwe plannetjes heeft. Iedereen weet namelijk dat ze rotplannen heeft...
Die plannetjes zijn ingenieus. Je merkt dat de krokodil echt vanalles probeert, maar op de tekeningen - waarop de rest een beetje vaag blijft zodat je goed kunt zien wat de krokodil doet, en wie het slachtoffer van de krokodil zal moeten worden - is duidelijk gemaakt dat ze niet echt goed slaagt in haar opdrachten. Maar misschien ontgaat dit kinderen ietwat, omdat de tekst echt wel vertelt dat ze zich "in een picknick-bank aan een picknicktafel" veranderd, of zich vermomd in een klein kokosboompje. Alle dieren die de Reuzenkrokodil en haar streken (vooral dat!) flink moe zijn, komen de kinderen helpen, en het fijne is in dit boek dat dit echt nooit op een melige manier gebeurd of "vermenselijkt" is. Maar het is ook weer niet zo dat de mensen in dit boek schrikken van dieren die plots opduiken, ze zijn gewoon naast elkaar, pratend, aanwezig.
En uiteindelijk is Slurfie de held van het verhaal.... Knap!
De reuzenkrokodil / Roald Dahl en Quentin Blake (ill.) ; Huberte Vriesendorp (Vertaling)
.- Baarn: De Fontein, 1978 - 1999. 59p.: ill.- ISBN: 90 261 1519 9
Geen opmerkingen:
Een reactie posten