zondag 16 september 2007

De Engelenmaker / Stefan Brijs

20 jaar na zijn vertrek uit Wolfheim, in oktober 1984, keert Doctor Victor Hoppe terug. Hij betrekt de dokterswoning die ooit van zijn vader is geweest. Wat meer is: hij heeft een drieling bij zich, 9 maanden oud, met alledrie dezelfde afwijking. De komst van de dokter wekt de achterdocht in het dorp, en brengt het geroddel, gebabbel en gefluister met zich.

Een boek waarvan elke zin die uit de doeken wordt gedaan over hoe en wat, er een te veel is. Laat ik het houden bij een griezelverhaal, maar dan over mensen. Waarom heeft Victor Hoppe de drieling bij zich? Waar situeert hun afwijking zich? Waar is de moeder van de drieling? “Ze hebben geen moeder”, volgens Victor Hoppe, en wat er dan wel aan de drieling voorafgaat, grenst aan het ongelofelijke. Dit boek is iets sensationeler dan “Arend”, iets explicieter, het snijdt je de adem af. Verwacht echter geen bloedvergieten, al wat gebeurt, is perfect logisch en verklaarbaar, een perfect passende puzzel… Aan het eind van het boek heb je een perfecte afronding. (En voorwaar: perfect, dat is het enige woord dat hier past.) De bijbel speelt in dit boek een belangrijke rol, en biedt de lezer een beetje een inkijk in wat fanatisme kan teweegbrengen. Of ook niet. Want ook Victor Hoppe is niet zomaar een dokter. Victor Hoppe is niet in voor bloemen en bijtjes, maar in Jezus ziet hij wel een bondgenoot…

Soms is het boek een ietwat langdradig, maar het loont de moeite om jezelf daardoorheen te loodsen.
De Engelenmaker / Stefan Brijs.- Amsterdam : Atlas, 2005.- 430 p.- 90 450 1384 3