zondag 14 februari 2010

Anna Amanda de eerste / Leen Vandereyken

Anna Amanda de eerste Van Crombrugghe komt als eerste baby in het gloednieuwe ziekenhuis ter wereld. Ze is in zowat alles het eerst: ze is het eerste kind van haar ouders, de eerste baby die in het nieuwe ziekenhuis geboren werd, de eerste van de creche De Drie biggetjes die op 11 maanden kon lopen, praten, en in de kleuterklas was ze de eerste die haar melktanden verloor. (Dit klopt trouwens voor geen meter: een kleuter die zijn melktanden al verliest, zou beter een dokter bezoeken. Volgens mij moet je voor het verliezen van je melktanden minstens zes jaar zijn).

Dit klinkt als een boek waarin karikaturale personages de dienst zullen gaan uitmaken, maar ik ben aangenaam verrast. Anna Amanda de eerste Van Crombrugghe werd door haar vader zo aangegeven bij de burgerlijke stand, en dus zal die naam op alle officiële documenten staan. Maar dit wil in geen geval zeggen dat Vandereyken er alles aan deed om een verhaal op te hangen dat haar hoofdpersonage in alles zal laten uitblinken, koste wat het kost. Het is een gek, maar goed gedoseerd verhaal, zonder te vervallen in onderbroekenlol.

Omdat Anna Amanda, wanneer ze klein is, wél in alles de beste is, en de beste resultaten haalt op school, heeft ze geen vrienden of vriendinnen, en zijn het alleen de volwassenen die haar geweldig vinden. (Maar verwacht geen gekir van verschillende volwassenen: enkel haar ouders kunnen op een heel korte tijdspanne (en dat komt verder in het boek zeker nooit als storend element naar voor) de loftrompet over hun knappe dochter spelen: “Ons Anna Amanda had de hoogste punten van de hele school. Ze is zo slim.” Of: “Ons Anna Amanda speelt probleemloos Chopin op de piano”. Of: “Ons Anna Amanda is dit en ons Anna Amanda is dat”. (ONS Anna Amanda – verdorie toch! Dit is een BOEK geen kroegbabbel!!!!!! Laat dat ONS maar vallen, of maak gebruik van ONZE.)  Ook gelezen: "bovendien heeft ze net als mij, geen vriendinnen.  Dat is een taalfout van jewelste, en dat hoort NIET!!!!!!!!

Dan komt er een nieuwe jongen in de klas: Robbie Rosco. Anna Amanda vindt hem zowat de knapste jongen die er is, en ze wil absoluut zijn “first lady” zijn. (Ze heeft ook verschillende lijstjes gemaakt waarin ze beschrijft waarin ze graag de eerste wil zijn). Maar hoe zal ze dit aanpakken? Robbie Rosco vertelt haar in de klas (hij komt zowaar naast HAAR zitten, en niet op de vrije plek naast Ruby, een meisje dat rode snoepveters rond haar tong draait, de hele dag door) dat hij DRIE vriendinnen heeft: Mirabel en Pistou. En zijn mama. Wie zijn Mirabel en Pistou? (De lezer heeft volgens mij gauw door dat het om dieren gaat). Dan komt Ruby in het leven van Anna Amanda: zij woont namelijk twee huizen bij Robbie vandaan. Ruby zit steeds alleen op een bankje op het schoolplein tijdens de speeltijd: Geneviève, een onuitstaanbare griet in de klas – van wie Anna Amanda “De Kleine Missverkiezing” heeft verloren – omdat G’s moeder in de jury zat – en dus is het eigenlijk geen wedstrijd geweest, dus heeft Anna Amanda EIGENLIJK NIET verloren - heeft namelijk rondgestrooid dat Ruby niet goed snik is, en stinkt. Het leuke is dat het bondgenootschap tussen Ruby en Anna Amanda niet geforceerd overkomt, en er echt iets ontstaat wat meisjesvriendschap is. (“Ze is mijn vriendinnetje niet, mama – zodra missie Mirabel, Pistou en Geneviève is afgelopen, scheiden onze wegen weer.” Langzaam leren beide meisjes elkaar beter kennen, en beleven gekke, maar ook trieste dingen, wanneer ze konijn Mirabel samen ontvoeren, bijvoorbeeld. Ruby komt de dag na de “ontvoering” huilend de klas in: ze hebben de avond tevoren “Mirabel met pruimen gegeten”. Maar omdat het een grappig, gek verhaal (moet) blijven(t), vraagt Robbie Rosco zich niet af waar Mirabel is, maar vindt hij het wel heel erg dat zijn kat Pistou overreden werd. (Huh? Overreden? Is ze ontsnapt uit het tuinhuis bij Anna Amanda thuis dan!? Tot blijkt dat er een verkeerde Pistou in het tuinhuis opgesloten zit…).

Grappig boek, goed gedoseerd, waarin zowel Anna Amanda, Ruby én Robbie Rosco vrienden worden. Het is dus geen “meisjesboek” pur sang: Robbie Rosco voetbalt samen met de jongens uit zijn klas (en nee: Anna Amanda gaat daarover niet knarsentanden van woede: hij is van haar! – en dat maakt het boek meteen veel geloofwaardiger. Ik zei het al: een grappig boek, zonder in onderbroekenlol of overdreven sentiment te vervallen. Puik!

Het getal Pi over twee bladzijden uitsmeren hoefde niet, lijkt mij.

Ik moet nog iets kwijt over de achterflap van dit boek: ze is namelijk serieus van infantiel niveau. Een lijstje met wat Anna Amanda wel en niet doet, waarbij “de lezer mag aanvinken wat van toepassing is”, terwijl dit al gedaan is. Maar dat het “veroveren” van Robbie Rosco niet zonder slag of stoot gaat, is dan weer wel waar.
Anna Amanda de eerste / Leen Vandereyken.- Hasselt : Clavis, 2009.- 91p.- (Lollipop).- ISBN 978 9044 81166 7