dinsdag 20 februari 2007

De vondeling van Ameland vs Die dag aan zee

"De vondeling van Ameland", het moet zowat één van de mooiste Nederlandstalige liedjes zijn die er bestaan. Dat liedje is van Boudewijn de Groot, en het vertelt tegelijk een klein verhaaltje over een groot drama. Over een jongen, die opgroeide bij een visser, die hem wijze lessen leerde. Maar de jongen hield ontzettend van de zee. Riep hij niet: "Ik kom eraan?" Dus stapt hij, onder toezicht van verschillende mensen, die zich op de duin verzamelden, omdat ze voelden dat er iets te gebeuren stond, de zee in. En hij verdronk. Als ik dit liedje hoor, krijg ik nog steeds kippenvel. De kou kruipt in al mijn botten. Het beeld van een jongen, die zomaar de zee in loopt, ook al zie ik het niet, zit op mijn netvlies. Met dit gegeven in mijn hoofd, begon ik twee jaar geleden, zo lang al, in "Die dag aan zee" van Peter van Gestel. Het boek begint met "Mijn broer Cham verdronk terwijl ik lag te slapen." Ook hij is de zee ingelopen, zo blijkt. Misschien is "De vondeling van Ameland" een foute optie om "Die dag aan zee" te beginnen lezen. Ik raakte er maar niet in, voelde me niet betrokken bij wat er verder met Cham's familie gebeurde, en ik heb het boek na een kwart lezen, terug in mijn kast gezet. Misschien krijg ik er heel binnenkort weer zin in, zonder "De vondeling van Ameland" deze keer.