Kjoek-quiz 11: Vlaamse reuzen
Noem de titel en de schrijver.
A: De Gans en zijn broer /
Bart Moeyaert
2.
Een
jongen wil bijzonder worden door een record te breken.
A: Ik heet Jan en ik ben niets
bijzonders / Kathleen Vereecken en Eva Mouton
3. Haar eerste boek in zes jaar. Met haar vorige boek won ze zo ongeveer alle prijzen.
A: Een
mens is genoeg / Els Beerten
4.
Vervolg
op Vuurkraal.
A: De engelen van Venetië / Noëlla Elpers
5. ‘Jeanne,
ik weet dat het uw eerste werkdag is, maar ge zult er al snel in moeten
vliegen. Met pinksterkermis draaien alle cafés in Mariaburg op volle toeren.
Als de avond valt, moeten we hier samen klaar staan. Vanaf nu zijt gij de
jongste serveuse van café De Londres.’
A: Valavond / Marita De Sterck
6.
Een
jongen kan net zo goed horen en ruiken als een hond.
A: De neus van Arthur / Kaat
Vrancken en Bert Dombrecht
7.
Uil
schildert een ei.
A: Een ei
op een ezel / Sylvia Vanden Heede ; Thé Tjong-Khing