Kas
Brigitte Minne schreef eerder al losjes over het thema meisjes die liever een jongetje zouden zijn in “Kas”, een prentenboek over een klasknuffel die ’s nachts tot leven komt en voor zichzelf een broekje maakt.
Met “Paultje, echt geen jongen” gaat ze een stap verder, en schrijft ze een doorleefd verhaal voor
12+, over een jongen die liever Paulien zou zijn.
Tijdslijn
Minne maakt gebruik van een tijdslijn. Ze begint het verhaal in 2000, in het huis van dokter Lien. Op de schouw staan enkele foto’s waarbij ze wegdroomt.
Het volgende ogenblik zijn we aanbeland in 1958, waar we terechtkomen bij bakker Gerard en zijn vrouw Madeleine, en hun enige zoon Paultje. Zijn ouders moesten lang op hem wachten, en voor Madeleine is Paultje haar god. Ze kan hem niets weigeren. Ook niet zijn smekende vraag of hij “haar frou frou mag doen”. Wanneer zijn moeder haar nagels lakt, wil Paultje niets liever dan ook gelakte nagels hebben.
In december 1958, tijdens het sinterklaasfeest in de parochiezaal, barst de bom wanneer Paultje aan de Sint een pop met lang haar vraagt.
Goed beeld
Brigitte Minne schetst een goed beeld van het leven van hardwerkende mensen uit die tijd die met iets ongewoons worden geconfronteerd. Ook al is hun zoon nog maar net zeven: zijn ouders, maar vooral zijn vader, doen er alles aan om het meisjesachtige bij zijn zoon te doen verdwijnen. Paultje moet samen hem cowboy en indiaan spelen, sigaretten rollen, en chocoladesigaretten roken. En omdat een jongen ook goed moet kunnen slaan, moet Paul zelfs zijn eigen vader slaan: DAT doen jongens!
Intens meevoelen
Dat dit allemaal expliciet wordt gezegd en gedaan, maakt dat de lezer intens mee kan voelen met Paul, die ook op zijn zevende al weet dat Paulien diep in zijn binnenste woont.
Dat Paul zijn gevoelens heel erg moet verstoppen, zorgt voor een spankracht, en als hij toch eens voor de kleerkast van zijn moeder staat in een van haar jurken, en hij wordt daarop betrapt, is de maat ook voor zijn moeder vol.
Oma doet het verhaal kantelen
Paultje heeft al lang last van zijn longen waarvoor hij in behandeling is bij de dokter. Als er niets meer helpt dan verse boslucht, kantelt het verhaal: Paul gaat de zomer doorbrengen bij zijn oma Alida. Het is 1959 als hij daar de eerste keer terechtkomt. Bij haar kan Paul Paulien vrij laten, en kan hij zichzelf zijn. Zijn oma begrijpt hem als geen ander.
Minne vertelt zo ook het verhaal van Alida, die met haar beste vriend twee kinderen had, maar tegelijk als meisje veel liever een jongen had willen zijn. Alida’s beste vriend August moet trouwens naar het front, waarna hij zwaargewond terug naar huis keert.
Verschillende verhaallijnen
Door deze verhaallijnen naast het leven van Paul heeft de lezer een erg compleet beeld van het milieu, waarin Paul(ien) opgroeit en dat bij momenten erg verstikkend werkt. Minne hanteert een zuiver taalgebruik, maar ze laat haar personages vrij in hun doen, laten en praten. Ze oordeelt niet, en dat maakt van “Paultje, echt geen jongen” een indringend, scherp tijdsdocument. Paul’s oma vertelt hem ook over Lili Elbe, een man die al in 1888 als vrouw door het leven wilde gaan, en Einar Wegener heette. (Bron: Wikipedia). "The Danish Girl", een film uit 2015, gaat over Lili Elbe.
Wanhoopspoging en mooie illustraties
Er gaan nog een tiental jaren voorbij en als Paul 16 is onderneemt hij een wanhoopspoging. Die wordt zeer mooi beschreven en zet de positieve gebeurtenissen tussen hem en zijn oma in de verf.
Joris Thys gaf dit boek vorm, en zorgde voor een mooie cover. Doorheen het boek maakt hij mooie kleine illustraties die bij het punt waarin het verhaal zich dan afspeelt, passen. Zo maken ze van dit boek een mooi geheel.
Paultje, echt geen jongen / Brigitte Minne ; Joris Thys (ill).- Wielsbeke : De Eenhoorn, 2016. 160p.- 978 94 6291 124 6 - 12+
(Eerder verschenen op ZiZO online)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten