Ik ben fijn onderweg, door Gent, en Isabelle is een schatje. Ik ken niemand die zo mooi zeurt als zij. Ze vraagt zich af:
"Ik vroeg me af wat het ergst was: mijn mama missen of blind zijn? Ik nam de proef op de som. Ik speelde blindeman. Ik holde met gesloten ogen en zijwaarts gestrekte armen over de weide. Blind zijn was fantastisch. Ik was een vliegtuig. Ik vloog met gestrekte armen en werd gedragen door de wind. Ik vloog zo snel ik kon. In alle richtingen. In hele cirkels en in halve cirkels. In acht achten en in negen negenen. Blind zijn was helemaal niet zo erg als mijn mama missen. Ik vloog zo snel ik kon. En sneller dan ik kon. En met mijn ogen dicht vloog ik sneller dan ik kon tegen de perenboom."
Haar mama kent een liedje over de regen, dat ook prompt in mijn hoofd zingt:
"Oh ze zeggen dit en ze zeggen dat. En van de regen weet elkeen wel wat", zong mijn mama soms. Ik weet niet waar mijn mama het lied over de regen vandaan haalde.Isa loopt door de mooiste stad die Vlaanderen rijk is. Dat vind ik trouwens al lang. Dat ze de mooiste stad is van Vlaanderen. Lang voor iedereen dat vond, trouwens. Ik ben de tijd vooruit.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten