"De lantaarnaansteker" gaat over een figuur die een bril draagt, en op stelten door de winterse straten loopt om de lantaarns aan te steken. Daarbij kan de lantaarnaansteker in verschillende huizen binnen kijken. Hij ziet een man en een vrouw, een meisje dat op de rand van haar bed op haar vader, die steeds maar werkt, zit te wachten. Hij ziet ook een man die voor zijn zieke vrouw zorgt. En een vreemdeling, die zijn familie mist, en zijn weg probeert te zoeken. Tussen de regels door kan je de GVR van Roald Dahl zien, en nog wat meer tussen de regels en op de winterse prenten het Andersen-sprookje "Het meisje met de zwavelstokjes."
Ik vroeg mijn lezende leden van de KJV vandaag aan wie ze een brief zouden willen schrijven.
"Ik wil een brief schrijven aan de vreemdeling. Maar omdat hij de taal niet spreekt, zal ik hem helpen om een huis te vinden, en misschien kan hij wel naar de letters van de straat kijken."
"Wat zou je aan wie willen vertellen als je het wél zou kunnen schrijven?" vroeg ik.
"Dan zou ik een brief schrijven aan de meneer en de mevrouw in dit boek"
