"O Echo" is opgebouwd rond Tuur, een kleine jongen die de
lezer meeneemt in de wereld van een niet nader genoemde grote stad. Tuur loopt door deze stad, en hoort en ziet
allerlei dingen die je in een stad zoal kunt tegenkomen: fanfares, mensen,
verkeerslichten, snoep, maar vooral: heel veel drukte.
O Echo is geen alledaags“prentenboek” Tuur is opgebouwd uit een rode bol met wit uitgesneden ogen en zijn mond, die zijn hoofd voorstelt, een roodblauw gestreept vierkantje, en daar is zijn trui, en een zwart/rode “open driehoek” en daar is Tuur helemaal. Af en toe kun je hem tussen de letters op de bladzijden zien. Hij is je gids door de stad.
O Echo bestaat uit letters, die illustraties gaan vormen,
zoals het koeren van de duiven, en de K’s van koeren, die je om de oren
fladderen zonder dat Van Steendam één duif schetst. Bij één K is een vogelkopje geschetst, die op
je af komt vliegen, of was het op dat oude vrouwtje, dat brood strooit voor de
vogels in de stad. Ook weer zonder één
sneetje brood te schetsen, en toch slaagt Van Steendam erin om met letters in
allerlei vormen en lettertypen, je te doen geloven dat het oude vrouwtje
weldegelijk brood voert aan de vogels.
De vormen en lettertypen zorgen ervoor dat je je ogen uit kijkt, maar geven je evengoed een flinke
dosis stadse poëzie mee. "Dag plein! roept Tuur.
Midden op het plein staat hij stil.
de klok slaat drie. In zijn oren
telt hij mee: één, twee drie (…) Tuur
gaat over de kop. Hij draait tweemaal
rond, hop hop. Flip flop, op zijn kop,
tolt hij rond, op de grond".
Dat is ” O Echo” ook, een druk verhaal vormend, zoals het
leven gaat in de stad, met een poëtische tekst die zeker ook aanwezig is zonder
dat je in letters illustraties moet zien, gezet in een duidelijk lettertype. Grotere stukken tekst, goed leesbaar, die de
lezer een rustpunt geven binnen het boek, zoals wanneer de schoenenstoet
passeert op de stoep. Schoenen, gemaakt
met cijfers 4, of vlekkerig bruin geschetst, onder een groene broek, waar je
misschien een h in kan herkennen. Met
middenin het Tuur-figuurtje.
Misschien haalde Van Steendam de mosterd wel bij Paul Van Ostaijen, die ook
wat wist over vormgeving in veel van zijn gedichten, en waarbij ook hij
experimenteerde met lettertypes, zodat zijn poëzie, geletterd en wel, op
illustraties leken. Misschien is Tuur
wel Van Ostaijen’s Marc, die ’s morgens de dingen groet.*
“O Echo” is geen alledaags boek, en de ondertitel “Stadsgeluidenboek” is ook geen hapklare
brok. Er zit geen cd bij het boek en er zitten ook geen drukknoppen in het boek
die je de geluiden laten horen.
"O Echo" neemt de lezer ernstig, en laat hem zijn eigen ding
doen, al zal die lezer daar misschien in eerste instantie aan moeten
wennen. Maar neem je tijd, en omarm
Tuur, in zijn stad. En als Tuur zijn
stadse avonturen zijn afgelopen, gaat hij misschien wel naar het bos. Graag.
Gauw.
*Verzamelde
gedichten / Paul van Ostaijen ; uitgeverij Bert Bakker, 12e druk
1996
O
Echo : Stadsgeluidenboek / Stan Van Steendam.- Antwerpen : Vrijdag, 2012.-
Prentenboek.- ISBN 978 94 6001 124 5
Geen opmerkingen:
Een reactie posten