maandag 24 november 2008

Kriepie en de matrollen / Walter Baele en Claudia Verhelst

Tika Kriepie wordt op een keer in de winter, ontvoerd door kleine mannetjes met zwemvliezen tussen hun tenen, en groezelige baarden. Niemand in het sprookjesdorp weet waar Tika heen is, en door wie ze ontvoerd werd. Tot Kobe de matrol in zijn encyclopedie tegenkomt… Het hele dorp wordt opgetrommeld om Tika te zoeken.

Een nieuw avontuur over de familie Kriepie. Wat me aangenaam verraste. Bij titels als deze komt al te vaak maar één personage naar voor. Niet zo hier: Kriepie is een hele familie: mama heks, papa heks, en Tika en Kobe. Ze hebben ook een oudere zus, Mout, maar zij komt in dit verhaal niet als personage naar voor. Waarom ze dan wel ineens moet opduiken is enigszins een raadsel.
Waar sommige verhalen doorgaan op een ontvoering, die aan het eind van het verhaal wordt opgelost, is dat hier niet het geval. Tika wordt teruggevonden, en de bosbewoners zinnen op wraak op de matrollen. Dit is een heel fijn boek, dat voor volwassenen veel herkenning zal oproepen, zoals de GPS (want zonder zo’n dinges, volgens mevrouw Duim, vlieg ik altijd fout als ik naar kapper Pinkie moet (Alles in het roze…) maar waar ook kinderen omwille van de sprookjesfiguren, heksen op kop, veel plezier aan zullen beleven. In mama Kriepies winkel duiken geiten op. Waar komen die vandaan? Je komt te weten dat moeder geit ziek is, en dat mama Kriepie op de geitjes moet passen. Maar de geitjes zetten de boel behoorlijk op stelten, en mama telt zes geitjes… Het zevende zweeft tegen het plafond. Dat is een grap van Tika, die vindt vliegende geitjes leuk. GPS staat hier voor Geleide Papegaai Systeem. Een Limo Safira (Opel Safira) is een luxe-bezem met steelverwarming, waar je dus ook een babbelbezem van kunt maken. Het is een spannend grappig verhaal, met hier en daar wat een opgestoken vingertje: “zou jij het leuk vinden als ze het bos van ons zouden afnemen? De matrollen vinden het namelijk maar niets dat ze de zee niet meer kunnen zien. Terwijl ze zo graag aan zee wonen. Ze wonen in een paddenstoel met een blauwe hoed. Hij is zo groot als drie giraffen bovenop elkaar. (Meldt het boek, op de achterflap staat dat de paddenstoel groter is dan vier giraffen bovenop elkaar.(zucht: redactie!) p.13: “mèhèhè, klinkt het dan. Dat is geitengemekker.” Overbodige zin. Op de achterflap staat ook dat matrollen houden van gebakken zeepaard en inktvispuree. Waarom lees ik daarover niets in het verhaal? De krab en de paddenstoel zijn de enige elementen die ook effectief opduiken in het boek.
Maar verder zijn er mij geen taalfouten of ongerijmdheden opgevallen, en dat is goed zo.
Nadat Tika werd gevonden, gaat het boek dus verder met de kennismaking met de matrollen. Zij lijken op trollen, zou je kunnen zeggen. De baas van de matrollen is een vies oud, doof mannetje. Bij de gevangenneming van alle andere matrollen door de bosbewoners (daar houden matrollen niet van), kan hij als enige nog even in de paddenstoel blijven, hij hoorde het tumult niet.) De dieren in dit boek hebben ook geen alledaagse namen als Prik de egel, om er maar eentje te noemen. De egel uit dit sprookjesbos heet Floris. Agent Knuppelpoot is een everzwijn, en de eend heet voor een keer eens niet iets wat echt naar een eend verwijst, ze heet Birgit. Wel is het een echte tatereend, maar dat is voor de rest van dit goedlopende verhaal geen belemmering. . Tussendoor is papa Kriepie, die moet vermageren, ook jarig. Hij krijgt geen worstjes of kastanjebier, maar allerlei gezonde alternatieven: wortels, sapjes, … en hij moet, als de matrollen het bos willen laten overstromen, leren zwemmen onder leiding van kikker Wippo. Maar hij vind die hele zwemles maar idioot. En dat is een fijne vondst: ze zouden beter iets aan de matrollen doen, zodat zij het bos niet KUNNEN laten overstromen, dan dat zij bosbewoners zouden verdrinken! De bosbewoners willen de matrollen, die dus aan zee wonen, en bewaakt worden door een krab zo groot als een koe, en de rol van slechteriken op zich nemen, ze ontvoeren elfjes – helpen. Maar eerst willen de bosbewoners hen een poets bakken. Tenslotte hebben zij Tika ontvoerd. Ook alle hout wordt uit de boshuisjes geroofd, voor de houtrupsen van de matrollen. Later veranderen alle houtrupsen in vlinders. Dat vinden de personages in dit boek ietwat vreemd, maar het is wel een mooi gegeven. In het huis van mevrouw Duim (geen tuttig mens, ondanks dat ze rijk is en een eigen winkel heeft, en in een kasteeltje woont) verven alle bosbewoners lakens blauw, die ze op en neer zullen laten bewegen vlak voor de matrollen. Zij zien slecht, dus moet hun plannetje, uitgedoktert door het slimme broertje van Tika, Kobe, zeker lukken.
Maar hoe zullen ze de matrollen ook helpen? Dan komt mevrouw Duim met een geweldig plannetje: zij en haar man gaan elk jaar op reis naar Tangaloulou (Honolulu), en wonen daar vlak bij de zee! Dat vinden de andere bosbewoners een goed idee, en zo gebeurt het ook. De oudste matrol heeft trouwens nog een geweldig verjaardagscadeautje voor papa Kriepie: een kietelkwal, waar ook matrollen gek op zijn, omdat ze je overal kietelen.
Fijn boek, zonder de klassieke sprookjeselementen, maar toch een sprookjesverhaal.
De tekeningen zijn ook verrassend: ze zijn een combinatie van foto’s, en getekende elementen, waardoor je vaak naar collages kijkt. Mooi.
Kriepie en de matrollen / Walter Baele ; Claudia Verhelst.- Sint-Niklaas : Abimo, 2007.- 95p.: ill.- ISBN 978 90 5932 366 7