Op een dag komt er in Annes klas een nieuw meisje, Staffa. De rest van het schooljaar zal ze bij Anne in de klas zitten. Staffa is een beetje vreemd: ze draagt erg ouderwetse kleding, en praat ook op een vreemde manier. Haar klasgenoten lachen Staffa uit, maar Anne voelt iets als sympathie voor haar, en dat is maar goed ook…
Een verhaal dat op een heel klassieke manier begint: een nieuw meisje komt in een nieuwe klas terecht, en plagerijtjes zijn haar deel. Dat meisje hoopt op een beste vriendin. Maar ook Anne vindt haar nogal vreemd. En waarom wil zij zo graag kennismaken met haar ouders, waarom wil zij dat ze geld aannemen van haar? Allemaal dingen die in dit boek een antwoord krijgen. Een redelijk griezelig antwoord. Staffa is van een ander volk: ze is een elfje. Haar moeder, Lady Victoria, is eigenlijk een elfenkoningin, maar zij heeft eerder de rol van een boze stiefmoeder, zoals in het boek blijkt. Soms doet dit boek een beetje denken aan “Erik of het kleine insectenboek” van Bomans, of zelfs aan “In de ban van de ring van Tolkien”. Alleen is dit boek minder zorgvuldig vertaald, waardoor er soms regelrechte fouten in het boek voorkomen. (Weer: Redactie!?) Het taalgebruik van Staffa is ouderwets (mijn excuses voor de ontbrekende antwoorden, juffrouw Burs. Staartdelingen zijn altijd mijn achilleshiel geweest.”) Maar van haar kun je dat aannemen als je dit boek verder leest… Eigenlijk is het jammer: je kunt dit boek bijna geen twee keer lezen, het is maar één keer spannend, geheimzinnig, of eng. Maar “Goed kinderen,” zei juffrouw Burs, laten we maar beginnen” – het is echt ouderwets, en zij speelt in het nu. Op pagina twaalf komt mijn haar wel rechtovereind van het ouderwetse taalgebruik: De meisjes gaan eten in een kantine: “Is er een kaart?” vroeg ze. “Of dien ik de serveerster te vragen wat er op het menu staat?” Anne vindt Staffa vreemd, en ze vraagt zich af van welke school ze komt. Hier en daar in het boek is de logica echt zoek: op pagina elf bijvoorbeeld: Anne heeft als enige in de familie rood haar, terwijl alle andere (ze heeft zes broers) kinderen witblond zijn. Hoewel. Kleine Ted heeft ook een soort oranje haar. Dat Anne zes broers heeft, noopt Staffa tot het volgende grapje: Vaak moet Anne de jongenskleding van haar broers afdragen: “We hebben geel geld voor meisjeskleren. Ik moet de oude kleren van de jongens afdragen.” “Arme jij”, zei Staffa. “Dat is niet eerlijk. Als je de enige jongen was in een familie vol meisjes, zouden ze je ook niet in een jurk naar school sturen.”
Soms loopt het taalgebruik mis, zoals bij “Het bolle toetje van kleine Ted” op p. 21. Ik dacht dat zelfs Vlamingen “toetje” kennen als “dessert.”. Snoetje is misschien beter uitgedrukt. Ook het feit dat Staffa opzoek is naar een beste vriendin, zit grondig fout: op p.18 heet het nog (na wat gepraat over familie) “Ze vond Staffa steeds aardiger”. Op p. 19 wordt dit na “Ik ben zo blij dat ik je gevonden heb!” Staffa zuchtte. “Ik heb nog nooit een beste vriendin gehad”. “Wacht even!” Dit ging een beetje snel. Anne wist nog niet eens of ze Staffa wel aardig vond.” Op p.24 moet Staffa volgens haar niet meer opzoek naar een beste vriendin, terwijl Anne zich op p.25 nog steeds afvraagt of ze beste vriendinnen zijn. Ik vind dit een beetje een geval van kiezen of delen.
Dit boek bevat ook mooie ietwat bloemige gedachten, over rijke ouders, en ouders die al lang dood zijn. (p.28: Dus we zijn alleen rijk als je het over geld hebt. In alle andere opzichten ben jij degene die rijk is (omwille van een complete familie, met wie Staffa kennismaakte.)
p.29 bevat “ze had nog nooit iemand van adel ontmoet”. (Anne moet van Staffa diens moeder aanspreken met “Lady Victoria”. Is iemand die met “Lady” sowiezo adelijk? Ook bittere haha-thee op p.30 is mij compleet onbekend, of het moet een verzinsel zijn van de auteur of vertaler. Wanneer Anne lady Victoria op p.31 vertelt dat haar vader postbode is, en in zijn vrije tijd in een kroeg werkt, omschrijft Lady Victoria hem als een fidele vent. (ouderwets, ouderwets,…) Hier merk ik echt dat ik een uit het Engels vertaald boek zit te lezen. (Kate Sauders schrijft voor de Sunday Times.) Nog meer onlogica op p.33. (Gelukkig is het verhaal op zich wel spannend genoeg om door te lezen, dat is een pluspunt.) “Naast het portret stond een enorme, afgrijselijke koperen spin, waarin het woord “Tornado” was gegraveerd. Op p.35 gaat het omtrent diezelfde spin deze kant op: “Hij had vier poten gebroken. Hij moest worden afgeschoten.” “Oh.” Anne keek onrustig naar Staffa. Dit klonk wel heel gek. Welk pistool was nou zo klein dat je er een spin mee kon afschieten? Zou het niet simpeler zijn geweest om hem gewoon te vertrappen?” Of er worden cruciale komma’s vergeten, op p.36: Plotseling, zonder enige waarschuwing, omhelsde ze Anne, waarna ze terugrende het hotel in. Terwijl er in de rest van de zin wel op de juiste plaatsen komma’s staan. Op p.40 wordt Anne nieuwsgierig naar “Jullie land” (van Staffa dus), terwijl er in het hele boek nog geen sprake was van een “ander land”, wel van “een plek helemaal in het Noorden (p.8)
Wanneer Lady Victoria dronken is, op p.57 zingt ze een lied van Bastino, waarin ze aanmaant om naar het “delige gedroefte” te luisteren. (wat een vertaling, en ze is nog grappig ook)
Je komt in dit boek alles tegen: van liefde tot haat, tot droefheid, ook haat tegenover andere mensen (p. 94: Is zij ook gedeeltelijk mens?” “Oh, nee, zij is maar een Ecker. De Eckers zijn heel anders dan wij. Het is een ander ras, voornamelijk kobold met een druppeltje veldmuizen bloed. Ze zijn niet zo slim als wij. Daarom hebben we een heilige (de?) plicht om de koninklijke familie in stand te houden. Ze hebben ons nodig.” Later is het Anne die Staffa erop wijst dat Totty echt wel aardig is. En dan komt alles goed, dan begint het verhaal de kant op te gaan van de andere personages tegen het leger van de koningin. Ze heeft haar man eigenhandig vermoord, en de oude prinses Nora is ook na het feest, door haar omgebracht, omdat ze iedereen opjutte tegenover haar, koningin Victoria. Er zit heel veel in het boek, maar alle onzorgvuldig geschreven of vertaalde dingen, doen me twijfelen. Aan het eind van het boek, duurde het me ook allemaal te lang, hoewel ik wel wilde weten hoe het afliep. (Heel klassiek loopt alles goed af, Anne gaat terug naar huis, na vele avonturen in het Elfenland (maar het is absoluut geen boek over lieve Elfjes, de meesten zijn zelfs erg triest, en bang voor de fratsen van Lady, die eigenlijk koningin is, en ze regeert op dictatoriale wijze haar land.
p.128 bevat weer een slechte vertaling: mensen dragen uniforms (Recht uit het Engels, terwijl dat “uniformen” moet zijn.)
Op het feest, dat vanaf p.132 aan de gang is, wordt duidelijk dat de koningin langzaamaan haar dictatuur zal moeten opgeven. Dit wordt echter niet in de strot van de lezer geduwd, het gaat heel geleidelijk, zonder dat het allemaal saai wordt: p.133: Waag het niet om te gaan zingen, Qilliam (broer van Staffa, wordt ook, en meestal, Qilly genoemd.)! Je vader zong ook altijd, en dat was erg gênant, als je het mij vraagt” “Maar ik vraag het niet”, zei Qilly. P.136 en het hele verdere hoofdstuk drijft op de dood van de oude prinses. Anne snapt niet zo goed waarom Staffa en Qilliam daar zo heel erg triest over zijn. Welja, ze was hun oma, en dat is triest. Maar wat Staffa zegt, beneemt de adem: De oude prinses was oma niet. Het was Qilly’s vrouw… (p.162) Hierna wordt de uitleg gegeven: elfen worden veel langzamer oud dan mensen. In mensenjaren is Qilly 170 jaar(p.163), terwijl Staffa 75 is. Hierna volgt een hele uitleg, dat het al van 1951 geleden is dat zij nog eens in de mensenwereld kwam, en wordt alles voor Anne duidelijk, behalve op p169, wanneer Staffa koningin Victoria’s plan uitlegt: dat mensen HUN volk mee in stand moeten houden door met een elf te trouwen.
Op p178 is de logica weer zoek: Anne heeft nog nooit zoiets geweldigs meegemaakt (vond Anne) (Over vliegen op een bij) Waarschijnlijk niet nee. Dat vind ik als lezer redelijk belachelijk, ook in de geest van dit boek.
Ik heb dit boek graag gelezen, alleen jammer van alle slordigheden, en het feit dat dit boek slechts één keer zijn uitwerking op de lezer heeft.
“Met medewerking van Johann Wolfgang von Goethe”
Op de voorpagina staat dat dit boek is geïnspireerd op het reisverhaal dat wordt verteld achterin Goethes roman Wilhelm Meisters leerjaren. Ik vind over dat verhaal achterin dat boek, niets terug op het net, en ook “Silver Threads Among the Gold”, E.E Rexford en H.P Danks, 1873 worden geen wijsheden na het lezen van dit boek. Beetje duiding hierover in het boek, desnoods achterin het boek, het zou niet slecht zijn.
Een klein geheim / Kate Saunders ; vertaald door Sofia Engelsman.- Haarlem: Gottmer, 2007.- 222p.- vertaald van “The Little secret.- 978 90 257 4216 4
Geen opmerkingen:
Een reactie posten