maandag 26 maart 2007

Over een bijzondere hagedis!

Leeuw, en al zijn leeuwinnen met hem, zijn met de noorderzon vertrokken. Wat erger is, ze hebben met z'n allen ook Baby Leeuw meegenomen. Hij moet immers later wanneer ie groot en sterk is, de leider van de andere dieren worden! Nu zijn alle dieren met z'n allen alleen en zielig. Tot hagedissie opduikt, en zomaar over het water loopt, zonder te bluppen!
Een wonder! Dat is wat de dieren nodig hebben! Wordt Hagedissie dan de nieuwe koning?
Wanneer de dieren Hagedissie ontdekken - ze zien hem nu voor het eerst, hoewel hij altijd wel over het water heeft gelopen - ze zijn nu toch alleen? Dus besluiten de dieren, onder wie Vlug Vogeltje en Zupknup Aap, die Hagedissie ontdekte, dat Hagedissie bij hen moet blijven. Maar Hagedissie zegt nooit veel. Hagedissie wil op het laatst alleen nog maar weg.
Hilarisch opgetekend, met hier en daar iets van stripallures, in de tekst althans, die soms erg detaillistisch klein is, en daardoor echt het gevoel geeft: jee, dat is knap gevonden. De dieren, dat las ik in andere recensies, maar ik weet niet of ik dat zo nodig ook moet vinden, hebben wel heel menselijke trekjes. Hoewel het voor mij zaak is dat ik ECHT de dieren soms zo bekijk: "wat ALS zo'n dier nu eens in de huid van een mens kon kruipen?" Alle dieren willen dat Hagedissie blijft, ze beslissen wat goed is voor hem, zonder zich af te vragen of Hagedissie dat allemaal zelf wel wil. Dit boek is fris, ligt absoluut niet zwaar op de maag, hoewel in het verhaal, later, blijkt waarom Leeuw met zijn familie is weggetrokken. Dat komt hard aan, en 't is goed dat je merkt dat Baby Leeuw, hoewel eerst een beetje bang voor wat hem zal overkomen, koning worden, toch lef heeft. Het lef om de dieren te zeggen waar het op staat. En dat is niet niks.
Knappe, frisse tekeningen sieren dit verhaal, hoewel voor mij persoonlijk, de leeuwen er iets "leeuwachtiger" hadden mogen uitzien. Ook al worden de leeuwinnen afgebeeld. Het lijken veredelde huiskatten, nu.
Hagedissie het bijzonderwonder/ Edward van de Vendel ; illustraties Sebastiaan Van Doninck