maandag 23 juli 2007

Boekje: De Zoölogie, het gebrul van een stad



Zoölogie, het gebrul van een stad, vrijdag 20 juli 2007 in de ZOO

De avond valt in de Antwerpse Zoo. Maar zolang het licht blijft, kun je helemaal tot achteraan de tropische serre voor je kijken. Door het raam zie je de planten, en wanneer je omhoog kijkt, naar de balustrade, zie je een duivenpaartje op het balkon. Achter je maken de flamingo’s kabaal. En op de banken zitten wij. We kijken. Naar wat Johan Petit en de zijnen uit hun hoed toveren. Johan Petit en de zijnen, dat is het Martha!tentatief. Al tijden kijk ik uit naar wat zij in de zoo doen. En deze zomer kwam het er eindelijk van. Ik kende – wat zij "hun hit, maar het is nog geen hit, kunnen jullie niet naar de VRT schrijven, bellen, mailen, dat ze onze hit draaien?" – noemen - enkel van Radio 1, waar het liedje over "de zoölogie", weleens achter een "natuurpraatje" werd geplakt. En bij de voorstelling van "O dierbaar Antwerpen", waar deze voorstelling – voor de laatste keer – in past. Petit begint bovenop het balkon, waar je hem bijna niet kunt zien, om daarna naar beneden te komen. Hij vertelt. Hij vertelt wat bezoekers, dierenverzorgers, zoo-gidsen en abonnees van de Zoo, hem vertellen. Het levert een héérlijke avond op. Tussendoor worden liedjes gezongen, en wordt het zielenleven van zijn muzikanten zowaar blootgelegd… Wanneer de vissenverzorger Wilfried Van der Elst aan de beurt is, worden bellen geblazen, en er wordt verteld dat Van der Elst ne vis eigenlijk een heel compleet dier vindt. Over "papa pinguïn" wordt verteld dat hij tegen zijn dieren praatte. Dit alles op zo’n authentieke manier, dat je niet anders kan dan af en toe van harte lachen. Of glimlachen. Versteld staan om het talent van Petit om ergens over te beginnen, een heel andere kant op te gaan, om zo toch weer, als een kat, op de pootjes te belanden. Over de Lapland Sneeuwuil, die niet graag in de Zoo is, omdat hij daar niet kan vliegen, "mijn kot is te klein." "Ik ben tegen den draad gevlogen en ‘k hem koppijn". De lapland Sneeuwuil die jaloers is op zijn schoonbroer, die in Planckendael woont. "Die heeft een bubbelbad en ne ferrari. "En ik ben hier nie graag." "Mijn vrouw heeft hare midlifecrisis." Je aanhoort het "griezelige leven van Bartlett, een vogel die zijn vrouw vermoordde, en daarom nu in quarantaine zit. Echter niet zonder een gigantische ronde langs het Victoriaanse Londen, en olifantenmoppen uit de oude doos. (Het is onmogelijk om ze hier neer te schrijven…) "Dat is toch schoon, als wij iemand vermoorden moeten we naar de gevangenis, polis daarbij, en de Zoo denken ze 'tja, dat gebeurt', en hup, in quarantaine tot Bartlett rustiger is". Mooi toch? Aah, een mens zou voor minder lyrisch worden van zoveel perfect gedoseerd moois…

Bij de voorstelling hoort een geweldig fijn boekje dat dezelfde naam meekreeg. Voor wie niet in de Antwerpse taal thuis is, levert de schrijfwijze van de uitgeschreven interviews misschien problemen en ergernis op. Het hele boekje werd geschreven in "spreektaal", en aangezien de interviews werden afgenomen in de Zoo, zijn veel bezoekers, abonnees en verzorgers, soms Antwerpenaren in hart en nieren. Dit levert evenwel een authentiek boekje op, heel warm, met mooie schetsen gemaakt door Tom Clement, die ook deel uitmaakt van Dolefante. Als geheel leveren dit boekje en de cd een prachtige herinnering aan een al even prachtige avond.
Zoölogie, het gebrul van een stad. Teksteditie Johan Petit