maandag 26 mei 2008

Lang zullen ze leven

Dit is een boek waarin we kennismaken met de vroegere buurman van de Kiekeboe’s, die hen hulp komt vragen…
In “Lang zullen ze leven” krijgen we in eerste instantie een kleine blik in het verleden van de Kiekeboe’s. Meerbepaald een verleden waarin zij nog met z’n drieën op een flatje wonen, en Konstantinopel nog moet geboren worden. Ze gaan kijken naar een huisje en stuiten op hun buurman, meneer Auder. Dit is dus een tijdperkje zonder Vander Neffe, al duurt dat mooie liedje niet lang. Meneer Auder is pas een week verhuisd naar Home Alone, een bejaardentehuis (Vander Neffe: “Als je 80 bent, ga je nu eenmaal niet naar een creche” als repliek op Kiekeboe’s ongeloof: “een bejaardentehuis?”), als de Kiekeboe’s ook hun intrek nemen in wat “hun droomhuis” moet worden. Meteen maken we kennis met de onuitstaanbare Vander Neffe, wiens zon benomen wordt door de verhuiswagen van de Kiekeboe’s. Hierna keren we terug naar het heden (Kiekeboe: “En sindsdien zitten we opgescheept met die verzuurde kettingzaag!”), en staat de ondertussen 93-jarige meneer Auder weer voor de deur. Hij vertelt de Kiekeboe’s dat het bejaardentehuis van weleer niet meer bestaat. Het werd opgekocht door Incontinental Hotel, waar men in Amerika, van waaruit dat concept van bejaardentehuizen en levensverzekeringen in één is komen overwaaien, de touwtjes in handen heeft…
Wat me de laatste tijd wel vaker opvalt bij albums van Kiekeboe, is dat de albums ofwel een heel erg goed verhaal vormen, ofwel een langgerekte mop zijn, wat mij betreft. Meestal zakken deze laatste weg, in wat als een goed verhaal begon, of een goed opzet heeft. (“En in kwade dagen”, “Boek-bv”, om twee recente voorbeelden van helaas het tweede te noemen.) “Lang zullen ze leven” is echter iets van de eerste soort: Een zeer goed verhaal zonder teveel onnozelheden. Misschien zou dit stripalbum zelfs kunnen doorgaan voor een thriller. Want de praktijken in Continental Hotel zijn alles behalve koosjer. Ook Cyrano de Zalm, die we nog kennen uit “De onweerstaanbare man”, heeft hier een niet onbelangrijke rol… Mensen verdwijnen (“alleenstaande oudjes zonder familie krijgen een reisje naar de Ardennen aangeboden”, heet het) en komen niet meer terug. Het verhaal van meneer Auder laat de Kiekeboe’s niet los. Zij broeden op een plannetje, en krijgen daarbij in het bejaardentehuis hulp van een wel erg kranig oudje: Sien Haesappel (ze heeft buren met namen als C. Niel en D. Ment) Dat oudje zorgt er mee voor dat het bloed van onder de nagels van de lesbische directrice wordt gehaald. “Een betonnen Pot”, noemt Fanny haar. Haar naam is Greet Schap, en zij heeft haar naam niet gestolen. Woordspelletjes komen verder ook voor: Wanneer de directrice Sien betrapt wanneer ze Fanny bevrijdt in de kelder voor weerspannige oudjes, volgt dit dialoogje: “Sientje! Wat doen wij hier nog zo laat?! Wij hadden al lang in ons bedje moeten liggen!” “Jij dus ook! Alleen heb jij geen bedje maar een kingsize bed nodig!” Ook opvallend: vrouwen met een slecht karakter lijken erg vaak op elkaar, lijkt me, met name op “Zuster Bloedwijn” uit de vampiersaga. Ik bedacht me toen ik de directrice haar naam nog niet had gezien “Hey, een nieuwe rol voor de gevluchte zuster Bloedwijn!”)Lang zullen ze leven / Merho.- Antwerpen : Manteau/Standaarduitgeverij, 2005.- (Kiekeboe ; 83 ).- ISBN : 9002 21533 9