vrijdag 2 januari 2009

Kinderen van Amsterdam / Jan Paul Schutten ; Paul Teng


Hoe ziet de geschiedenis van Amsterdam eruit? Wie waren de kinderen die vroeger in Amsterdam woonden? En hoe vat je al die elementen in een niet-saai non-fictieboek? Je komt het te weten in “Kinderen van Amsterdam” van Jan Paul Schutten en Paul Teng, die voor elk hoofdstuk een stripverhaaltje bedacht en tekende.
Teng vat het boek aan in 1170 en de strip laat verschillende dorpen zien: van Parijs over Milaan over Utrecht, om uiteindelijk in Amsterdam terecht te komen. Terwijl Parijs en Milaan al tekenen van bewoning tonen, is Amsterdam zompig grasland zonder meer. Nauwelijks te geloven dat net dat zompige grasland zal uitgroeien tot een bruisende stad vol leven.
Dit boek bevat erg veel, zonder dat je er als lezer een indigestie aan overhoudt. Het boek heeft wel een heel drukke bladspiegel, met soms drie lettertypes op één blad; maar elk stuk blijft netjes gescheiden van een ander stukje, die wel vaak met elkaar verbonden zijn. Wanneer een stuk over straatnamen gaat, lees je een volgend stukje over hoe een kind destijds in die buurt woonde, of hoe de straatnaam die straatnaam werd. En hoe die straat er in 2008 uitziet, of hoe ze nu heet. Waarom zijn er zoveel grachten in Amsterdam? Hoe komen die aan hun naam? Wat zijn gevelstenen? Kinderen kunnen van dit boek veel leren, maar ook volwassenen verwerven inzichten. Lettertype één bevat een beetje een verhaaltje in de trend van “wat als? Of zou je?” terwijl weer een ander lettertype het verhaal vertelt van iemand die in een bepaald hoofdstuk aan bod komt, over Gijsbrecht tot een hoofdstukje over Anne Frank. Alle stukjes zijn net lang of kort genoeg om geboeid te blijven.
Laat ik het dan ook nog even over de strips in het boek hebben: zij beginnen elk hoofdstuk, en bevatten een soortement “teaser”: wie zien we in de strip? Dat krijg je dan in elk hoofdstuk te lezen. Hoe behandelde Rembrandt, de schilder, zijn leerlingen? Wat is de betekenis van schilderkunst? Wat beelden de tollen uit? Waarom blazen kinderen bellen? En veel, veel meer. De frisse verteltrant die Schutten hanteert, zorgt ervoor dat je dit boek ECHT wil uitlezen, en dat het niet zomaar een boek is dat je af en toe ter hand wil nemen om iets op te zoeken. (Dat gebeurt eerder wanneer je het boek een eerste keer gelezen hebt, lijkt me.) De strips zorgen voor afwisseling, en maken het geheel mee tot wat het is: “de tekst verluchten” is namelijk helemaal niet nodig. Het paard en de ruiter (staan ze voor iemand?) die uit de “scheur op de voorplat het zompige Amsterdam inschieten naar een geplaveide straat in een andere eeuw”, doen denken aan “De Rode Ridder” van Vander Steen. Ze zouden me niet zonder meer naar het boek doen grijpen: daarvoor zegt de cover alleen me te weinig. Laat het trouwens een ridder zijn (?) - die ben ik het hele boek door niet tegengekomen… Maar dit doet gelukkig niets af aan de kwaliteiten die dit boek heeft. De strips in het boek, die niet in kleur zijn, zijn in dezelfde stijl als de voorplat, maar die nodigen wel uit tot lezen. In de tekst die volgt, wordt ook vaak verwezen naar wat je in de strip kon zien. Hierdoor kun je beiden niet loskoppelen, en was het een uitstekende vondst om de strips in het boek te stoppen. De vorm van het boek is er dan weer wel eentje om van de griezelen: Zelfs al lees je het boek in één keer (of twee keer) uit, er blijven kreuken in de vouw achter omdat je het boek nu eenmaal moet openslaan om het te lezen. Ik heb stellig de indruk dat mijn exemplaar van “Kinderen van Amsterdam” gauw helemaal scheuren zal gaan vertonen in de kaft.Kinderen van Amsterdam / Jan Paul Schutten ; Paul Teng.- Amsterdam : Nieuw Amsterdamuitgevers, 2007.- 149p.: ill.- ISBN 978 90 468 0250 2