Dit is een hervertelling van het sprookje van De Rattenvanger van Hamelen. In dit boek wordt echter ook veel dieper ingegaan op de persoonlijkheid van de Rattenvanger. Je komt te weten dat hij een echte tovenaar was, een liefhebber van zwarte kunst ook. Hamelen wordt geteisterd door een rattenplaag, en wanneer een man aanbied om ze te verjagen, iets wat de bewoners niet gelukt is, beloven de dienaars van de wet hem 500 goudstukken. Wanneer de ratten echter verjaagd zijn, vinden de dienaars dat de rattenvanger maar moet verdwijnen, zonder beloning. Dit is echter niet wat de rattenvanger wil. Hij ontvoert de kinderen uit Hamelen. Waarheen? Dat weet niemand.
En hier gaat dit verhaal verder. Penelope, nu een vrouw van 101 jaar oud, was elf toen de rattenvanger de kinderen met zijn fluitspel de stad uit floot. Penelope werd op de dag van haar elfde verjaardag echter doof wakker. Dus kon zij de tovermuziek van de rattenvanger niet horen. Ook Allowee, die blind is, en bij hen inwoont (Penelopes ouders Govan en Ebba, en zus Sofie) is kunnen blijven waar hij is, omdat hij de fluitspeler niet kon zien.
Op “elven”, een feestelijke dag voor meisjes die elf worden, zorgt de oude Cuthbert ervoor dat elk meisje op die dag te horen krijgt wat haar speciale gaven zijn. De gave van Penelope kan ervoor zorgen dat zij de kinderen uit de handen van de rattenvanger kan halen. Zij heeft immers de gave van de “diepe dromen” die er op hun beurt voor kunnen zorgen dat je persoon slaapt, maar dat je in je droom echt dingen kunt verwezenlijken. Dit boek gaat hier diep op in, en heeft verrassende wendingen. De oude Cuthbert is bijvoorbeeld de oudere broer van de Rattenvanger, die ook een begenadigd diepe dromer is. Cuthbert heeft echter de goede kant gekozen. In zekere zin heb je hier een “goed” en een “slecht” mens, echter nooit zo zwart wit dat de kwaliteit van dit boek verslapt. Nooit is dit boek een teveel aan actie of een teveel aan spanningsvelden, het is goed gedoseert, de personages zijn levend. In dit boek spreken de dieren ook, maar dat is enkel zo in de diepe droom van Penelope. Katten en mensen leven er vredig naast elkaar, en ze krijgen van elkaar ook andere namen. De kattennaam van Penelope is bijvoorbeeld Gans. Schavuit is trouwens de eerste metgezel die Penelope in haar droom tegenkomt. Van de Trolavianen, een volkje dat leeft in een besneeuwd koud klimaat, komt Belle hen helpen. Zij vertelt dat draken in een mild klimaat leven, en dat zij zouden doodgaan van de kou in Trolavia. Draken zijn in dit verhaal ook niet wreed, en ze spuwen ook geen vuur. Ze zijn niet geschubt, maar hebben een zacht vel, waarmee, wanneer draken doodgaan van koude in Trolavia, de Trolavianen omslagdoeken maken. De draak die in dit verhaal verloren loopt, en zo op Penelope en Schavuit loopt, heet Quinten, en hij is verbazend goed in touwtje springen. Samen trekken ze verder, opzoek naar wat later in het boek de burcht is, waar de rattenvanger met zijn rattenleger (= de kinderen van Hamelen, die hij in ratten heeft omgetoverd. Hij doet dit met een spreuk, die verder ongedefinieerd blijft, en dat is goed zo, zeker in dit verhaal. Het is nergens slap of zelfs ongeloofwaardig. Nooit had ik ook maar het minste wat mij tegen de borst stootte omdat het niet klopt, of omdat ik te hard moest denken dat Penelope droomt, en dat dingen in dromen nu eenmaal zo gaan. Dit boek heeft een prachtige sfeerschepping. Hier en daar zijn een paar gemakkelijkheidsoplossingetjes, zoals in de buidel van Quinten (draken hebben een buidel om waardevolle spullen in op te bergen), dat daar naast een springtouw een naaigarnituurtje in zit, net op het moment dat ze met z’n allen een plan moeten bedenken om ongezien de burcht in te geraken. Penelope gaat van Machalus, de drakenhuid die Quinten eerst helemaal van streek maakte bij het zien van zijn collega-draak, al is ie dan dood, je zou van minder schrikken.), een drakenkostuum maken, waar zij inkruipt, en dan kunnen ze met z’n allen een stuk opvoeren, om zo te proberen om de kinderen te redden. Hier mocht best nog een beetje tegenkanting bij. De verhaallijnen zijn goed op elkaar afgestemd, ze worden afgewisseld met de Penelope van elf, in haar droom, en de 101-jarige Penelope, die op HAAR beurt dan weer haar verhaal vertelt aan de dan elfjarige Penelope, de dochter van Micha, die droomt om een harp te bespelen. De 101-jarige Penelopes vader Govan was harpenbouwer, en ondanks het feit dat Penelope doof is, kan zij toch harpen bouwen. Je kunt zoveel meer met muziek dan hem alleen maar horen. Ze voelt de trillingen.
Maar goed. De twee (of drie?) Penelopes in het verhaal is op het laatst een ietwat verwarrend. Blijkt nog later in het verhaal, dat het eigenlijk de dochter van Micah is die aan het vertellen is, op sommige momenten, en zeker bij het slot van het verhaal, waarin blijkt dat de andere Penelope, die zoveel heeft meegemaakt, op het laatst met haar zwarte schaduw is gehuwd (ze is doodgegaan, maar dan veel mooier verteld, dmv een Schaduw die Penelope de laatste tijd gezelschap houdt, maar eerst wil zij haar harp aan Penelope overhandigen. Het is trouwens haar dierbaarste harp, die de naam van haar blinde vriend Allowee draagt.
Heerlijk boek.
Terug naar Hamelen / Bill Richardson ; Illustraties van Mark Janssen ; vertaald door Herman de Graef.- Hasselt ; Clavis, 2005.- Oorspronkelijke titel : After Hamelin.- 298p : ill.- ISBN 90-448-0377-8
Geen opmerkingen:
Een reactie posten