Op een warme dag is Mijnheertje Kokhals op stap. Andere mensen gaan naar het Zuiden, maar dat vindt Mijnheertje Kokhals te ver, je bent er zo ver van huis. De auto’s op de weg zijn opweg naar Italië, vertelt de wegwijzer op de bijhorende prent. Plotseling stopt er een autoo’tje, er gaat een deurtje open, en er rolt iets naar buiten…
Ook in dit boek: de tekeningen zijn een belangrijke meerwaarde voor het verhaal. Al gaan ze in dit verhaal wel meer een begeleidende rol spelen. Toch versterken ze de tekst ook. Dit “Er rolt iets naar buiten”, is een hondje dat van een gelaarsde voet in de auto een trap naar buiten krijgt. Mijnheertje Kokhals heeft dit niet gezien. Hij wandelt verder, hij loopt naar links, dan weer een bocht naar rechts (begeleidende tekening.) Toch lijkt het alsof iets hem volgt. Vanachter een boom, waar mijnheertje Kokhals staat, kan hij een hondje zien. Dat heeft iets aan zijn pootje. (Het bloedt, en het hondje huilt… (Help!)) – Dit gegeven wordt echter alleen duidelijk gemaakt aan de prenten. Mijnheertje Kokhals en het hondje worden beste maatjes. Wat daarna volgt, is nonsens. Ze gaan samen een ijsje eten (ze hebben zin in iets lekkers, vertelt de tekst), waarbij je op de prent kunt zien dat mijnheertje Kokhals en een lachend hondje vrolijk van twee ijsjes likken. Daarna krijgen ze zin om eens goed te lachen. Op de bijhorende prent: een kamer vol mensen in een kring, mijnheertje Kokhals achter een muur, zodat hij toch de boel kan overzien, en het hondje dat een plas maakt tegen de benen van een van de aanwezigen. Dat is dan weer wel echt honds. Verder gaan onze twee vriendjes ’s nachts niet naar bed, ze gaan dansen! (Prent: hond danst ook, op twee achterpoten nog wel, en hij lacht) Ze zijn altijd samen en ze hebben het goed. Maar dan komt de auto waaruit het hondje is getrapt, weer aangereden. Het hondje is blij, en gaat met zijn baasjes mee. Mijnheertje Kokhals is weer alleen. “Die dingen gebeuren”, vindt hij. Ik vond de rol van de hond een ietsje teveel vermenselijkt om geloofwaardig te blijven. Waarom kan mijnheertje Kokhals geen jongetje te logeren krijgen, ik zeg maar wat? Honden eten geen ijsjes zoals mensen dat doen, en gaan ook niet dansen tot in de vroege uurtjes. Samen naar de film en daar naar kijken zoals mensen dat doen? Met je pootje om de schouders gelegd van je baasje? Ik zie het zo snel niet gebeuren. Maar als geheel, de aansluiting van tekst en beeld, zijn ook hier weer fenomenaal goed.
Mijnheertje Kokhals heeft een vriendje / Bart Meuleman ; illustraties Paul Verrept.- Wielsbeke : De Eenhoorn, 2006.- 40p.: ill.- ISBN 90 5838 350 4
Ook in dit boek: de tekeningen zijn een belangrijke meerwaarde voor het verhaal. Al gaan ze in dit verhaal wel meer een begeleidende rol spelen. Toch versterken ze de tekst ook. Dit “Er rolt iets naar buiten”, is een hondje dat van een gelaarsde voet in de auto een trap naar buiten krijgt. Mijnheertje Kokhals heeft dit niet gezien. Hij wandelt verder, hij loopt naar links, dan weer een bocht naar rechts (begeleidende tekening.) Toch lijkt het alsof iets hem volgt. Vanachter een boom, waar mijnheertje Kokhals staat, kan hij een hondje zien. Dat heeft iets aan zijn pootje. (Het bloedt, en het hondje huilt… (Help!)) – Dit gegeven wordt echter alleen duidelijk gemaakt aan de prenten. Mijnheertje Kokhals en het hondje worden beste maatjes. Wat daarna volgt, is nonsens. Ze gaan samen een ijsje eten (ze hebben zin in iets lekkers, vertelt de tekst), waarbij je op de prent kunt zien dat mijnheertje Kokhals en een lachend hondje vrolijk van twee ijsjes likken. Daarna krijgen ze zin om eens goed te lachen. Op de bijhorende prent: een kamer vol mensen in een kring, mijnheertje Kokhals achter een muur, zodat hij toch de boel kan overzien, en het hondje dat een plas maakt tegen de benen van een van de aanwezigen. Dat is dan weer wel echt honds. Verder gaan onze twee vriendjes ’s nachts niet naar bed, ze gaan dansen! (Prent: hond danst ook, op twee achterpoten nog wel, en hij lacht) Ze zijn altijd samen en ze hebben het goed. Maar dan komt de auto waaruit het hondje is getrapt, weer aangereden. Het hondje is blij, en gaat met zijn baasjes mee. Mijnheertje Kokhals is weer alleen. “Die dingen gebeuren”, vindt hij. Ik vond de rol van de hond een ietsje teveel vermenselijkt om geloofwaardig te blijven. Waarom kan mijnheertje Kokhals geen jongetje te logeren krijgen, ik zeg maar wat? Honden eten geen ijsjes zoals mensen dat doen, en gaan ook niet dansen tot in de vroege uurtjes. Samen naar de film en daar naar kijken zoals mensen dat doen? Met je pootje om de schouders gelegd van je baasje? Ik zie het zo snel niet gebeuren. Maar als geheel, de aansluiting van tekst en beeld, zijn ook hier weer fenomenaal goed.
Mijnheertje Kokhals heeft een vriendje / Bart Meuleman ; illustraties Paul Verrept.- Wielsbeke : De Eenhoorn, 2006.- 40p.: ill.- ISBN 90 5838 350 4
Geen opmerkingen:
Een reactie posten