dinsdag 1 april 2008

Dit is mijn huis, zei het water / Bouke en Daniël Billiet


Joris gaat samen met mama, papa en zijn zusje Elke verhuizen. Maar Joris wil helemaal niet verhuizen. Thuis kent hij alles, hij weet waar de muis woont, Tom is zijn beste vriend, hij weet hoe hij spoken uit zijn kamer moet houden, … En vooral: hoe moet het dan met Lize, die in de vijver woont? Hoe moet zij weten waar Joris woont?
Gevoelig, zeer suggestief verhaal, waarin slechts met mondjesmaat uit de doeken wordt gedaan wie Lize is, en waarom ze in de vijver woont. Een verhaal over het verwerken van een dood zusje. In het verhaal blijkt dat ze in de vijver in de tuin verdronken is, na een val op een glibberige steen. Je zou als lezer kunnen uitmaken dat de familie daarom verhuisd, en als het ware een beetje vlucht voor de herinneringen. Toch zijn deze herinneringen aan Lize niet overdadig aanwezig, en is het boek ook nooit zielig. De personages zijn wel redelijk zwaar op de hand liggend geschetst. Je merkt aan het hele boek een soort verdriet dat doorschemert, zonder dat het echter beklemmend wordt, en dat maakt dit boek tot het knappe wat het geheel uiteindelijk ook is. Toch is het voor het overgrote deel in het boek Joris die geschetst wordt, en lijkt het alsof hij de enige is, soms, die Lize mist. Slechts af en toe komt bovendrijven dat dat voor de andere gezinsleden ook zo is. Papa luistert af en toe niet naar wat Joris wil zeggen, en dat is beklemmend.(“Waarom verhuizen we dan? Vroeg Joris, maar toen werd papa boos. “Hij moet toch niet boos worden als hij me niet begrijpt, dacht Joris”)
Elke is het kleine zusje van Lize en Joris, en dat blijkt ook duidelijk uit het boek, zij is het kind dat een beetje luchtigheid in het verhaal moet brengen. Zij vindt alles goed, verhuizen, als er maar gras is voor Nero, het konijn, en zolang haar beer Rommel maar mee mag. Lize heeft in dit verhaal ook een levendige rol. Joris weet voor zichzelf dat ze in de vijver woont, en de dialogen tussen haar en Joris, komen zo tot stand. Wat niet erg bevreemdend is, wel wat er daarna soms verder gebeurt, het lijkt alsof Joris dan gewoon verder gaat met leven, wat ook wel zo is. Je merkt dat iedereen in dit gezin het gegeven van een dood zusje op zijn eigen manier moet verwerken, alleen is het voor het grootste deel opgetekend door de ogen van haar broer Joris. Later in het verhaal blijkt dat er achter het nieuwe huis ook een vijver ligt, en dat Lize evengoed kan mee verhuizen.
Aan alles merkt de lezer dat Joris niet mee wil verhuizen (na het inpakken van de dozen in Joris’ kamer stopt hij alles gewoon weer op zijn plaats, en dit zorgt voor wrevel bij papa, die Joris wil helpen met verhuizen.) Maar er wordt tussen de personages onderling niet over Lize gepraat, en dat maakt het boek zo speciaal. Iedereen in dit gezin heeft hetzelfde meegemaakt, en iedereen moet dit gegeven echt op zijn eigen manier verwerken. Daardoor wordt dit boek nooit helemaal triest. Ook omdat Lize steeds aanwezig blijft. Joris en zij vertellen elkaar dingen, over waarom Joris niet wil verhuizen zonder haar, of dat papa soms boos is wanneer Joris over haar wil beginnen, en dan wegloopt, mama die soms moet huilen als hij over haar begint. (“mama en papa denken dat je ergens ver weg bent ofzoiets. Ik weet niet wat ze met dood bedoelen”) (Als dit boek zou ontleed worden is de magie die het boek mij bracht weg, vrees ik). Sommige stukken in het boek zijn wel onsamenhangend, zonder dat ze wat mij betreft ergens naar leiden: hoofdstuk acht begint bijvoorbeeld met “Ik woon in een boom. De vloer, de muren, het plafond, de kast en het bed waarop ik zit, alles is van hout. Ik woon in een boom en nu moet ik naar een kamer met behang. Behang dient om het huis achter te verstoppen. Daar moet ik naartoe.) Dit is wel mooi gezegd, en naar ik lees heeft hij een zolderkamer onder dak, met hout langs de muren, maar dit mocht iets explicieter vond ik. “Behang dient om het huis achter te verstoppen, is dan weer wel een erg mooi beeld. Dit hoofdstukje draait verder op herinneringen die Joris aan Lize heeft.
De tekeningen in dit boek stralen een “gepaste droefenis” uit, die goed bij de gevoelens die worden weergegeven in dit boek, passen. Persoonlijk vind ik de gezichten bij de personages wel een ietsje te groot uitgevallen voor de redelijk kleine spichtige lijfjes.
Dit is mijn huis, zei het water / Bouke en Daniël Billiet ; illustraties van Heide Boonen.- Hasselt : Afijn, 2006.- 57p.: ill.- ISBN: 90 5933 090 0 – 978 90 5933 090 0

Geen opmerkingen: