Tella, een kakkerlak, staat voor de uitdaging van haar leven: een schoonheidswedstrijd! “De Miss Afval-verkiezing.” Maar of zij daar een figuurtje voor heeft? Soms voelt ze zich eerder een Miss Lukt of een Miss Baksel…
Wat volgt is een grappig maar nooit onnozel belachelijk verhaal. De auteur kruipt om het zo te zeggen in het lijf van een kakkerlak, terwijl ze tegelijk een schoonheidswedstrijd voor mensen beschrijft. De kakkerlakken zijn vermenselijkt, maar ze blijven wel kakkerlakken, met alles wat zij op hun weg zouden kunnen tegenkomen bij de Giganten (mensen). (Welk vies huis heeft hier model gestaan? Het krioelt van de kakkerlakken!) Maar goed, dat doet er niet toe. Nergens gaat de auteur in de fout: dit is een avontuur van en met kakkerlakken! En dat blijft zo. Tella woont bijvoorbeeld in de suikerpot. Wanneer ze niet oplet, en in slaap valt tijdens het roken van een sigaret, carameliseert de suiker en gaat het plakken. Of je verzuipt. Dus moet je uitkijken. De schoonheidswedstrijd wordt gehouden in een botervloot, en de tribune is een theedoos, die ook als dusdanig allebei beschreven worden. Heerlijk! Het zwembad? Het bakje voor de poes, waarin zich melk bevindt. Ook in dit boek: de beschrijving van hoe het er in een “menselijke missverkiezing” kan aan toe gaan. De setting van het verhaal? De suikerpot, de ijskast, zijnde “een woonplaats in de zoete wijk” of een plek die vrij is in het “koude dorp”. Rondjes lopen om te trainen? Dat gebeurt op het pizzabord, zijnde een groot bord bij de giganten, waarbij je als je goed wilt lopen, in een redelijke tijd van de P. naar de A moet kunnen lopen.
De menselijke dingen worden echter nooit bij hun naam genoemd, afgezien van een theedoos en een suikerpot. Tella verdrinkt ooit bijna in een bak, nadat ze in het “koude dorp” ooit de sla voelde bewegen en de stengels een voor een hoorde kraken. Dat ze in de afvoer wordt gezogen, krijg je er gratis bij, al moet je hiervoor wel je verbeelding gebruiken. (Tella maakt zich klaar om haar looptraining te starten) (…- Alles beweegt. (…) Alles staat stil. In de verte klinkt het gekraak van afknappende bladstengels. Snel en ritmisch. Groen licht dringt door de bladeren. Het wordt steeds feller. Het kraken zit nu vlak onder haar. Tella klampt zich vast aan een bladnerf. Geen tel later slingert het blad door de lucht. Het sleurt Tella mee. (…) Ze pletst (jammer van dit woord, de rest loopt zo goed.) op haar rug in het water, het blad bovenop haar. Van de schok laat ze los en gaat kopje onder. Ze spartelt naar boven. In de grote luchtbel onder het blad hapt ze naar adem. (…) Kalm blijven, denkt ze. Rustig ademen. Ik moet iets bedenken om uit deze bak te komen. Maar daar krijgt Tella de tijd niet voor. Het water begint hevig te golven. Het klotst heen en weer en sleurt haar mee. Ze wordt tegen een metalen muur gekwakt, verdwijnt onder water en komt proestend weer boven. Tijd om naar adem te happen krijgt ze niet. Iets duwt haar in een werveling van luchtbellen opnieuw naar beneden. (hoofstuk 11, 12, 13p. 29, 30, 31) Het is geweldig, om alles zo uitvergroot te zien, door de ogen van hoe een kakkerlak het moet zien. Tella wordt verliefd, op Leno, en dat is mooi, zonder melig te worden, of zonder dat je dat van kilometers ziet aankomen. Ze wordt, omdat ze dik is, gepest door Perrie, die iets heeft met de knappe Jenta. Maar Tella is geen doetje, en ze heeft lef. Wat wel duidelijk is voor de lezer, misschien, is dat daarom niet voor Tella. Dat is verrassend: Tella, de slome, het Miss Baksel, ze gelooft nooit dat ze de missverkiezing zal winnen, en toch is dat zo. Tella kan dat amper geloven, en zelfs op het allerlaatst, gelooft ze het zelf. Daarom is dit een happy verhaal waar je vrolijk van wordt, zonder dat het oppervlakkig is. Gevoelens worden goed beschreven, er niet bijhoren, en toch doorzetten, mensen die in je geloven… Mooi! De tekeningen zijn wat aan de petieterige kant, maar ze passen wel in de wereld van de kakkerlakken.
De titel is een ietsje ver gezocht, en komt alleen even als element naar voor. Op het eind van de missverkiezing moeten de kakkerlakken nog één proef doen: chocolade herkennen, en een vrucht waarvan ze vinden dat ze “een beetje op citroen lijkt, maar dat de schil veel dunner is. Het voelt als citroen, maar net iets sappiger. Het is zuur en zoet tegelijk, een beetje zoals pompelmoes, maar dan anders.Chocolade en limoen: over kokette en andere kakkerlakken / Lieve Pultau ; illustraties Ellen Cornelis.- Leuven : Davidsfonds Infodok, 2006.- 52p. : ill.- ISBN 90 5908 185 4
Geen opmerkingen:
Een reactie posten