Ik brak er de laatste weken geregeld mijn hoofd over: ik las Mats Wahl, ik las Mikael Engström. Telkens wilde ik meer. Waarom was dat zo? Wahl en Engström zijn beiden Zweedse auteurs, en hebben elk al verschillende jeugdboeken op hun actief.
Je vindt hen goed omdat ze jeugdboeken schrijven? Ook ja. Maar ik geloof dat het vooral beider heren hun ongelofelijke naturel om personages te scheppen is, die maakt dat ik onder de indruk ben. Net als bij Henning Mankell of Karin Fossum. Mankell Zweeds en Fossum Noors, beiden schrijven thrillers voor volwassenen, Mankell werkt sinds kort ook aan jeugdboeken. Die naturel is ook wat me aantrekt in een boek van Henning Mankell of Karin Fossum: alle Scandinavische personages zijn mensen zoals je ze ook in je eigen leven zou kunnen tegenkomen. Hun boeken bezitten iets wat me aanspreekt, en waarop ik sinds kort de vinger kan leggen: "doe maar gewoon, dat is al gek genoeg". Dat is het, geloof ik. Wahl schrijft over de kant van de maatschappij waarin jongeren moeten opgroeien in probleemwijken en probleemgezinnen, en ook Mik uit "Op het randje" van Mikael Engström is zo'n jongen. Hij is een overlever, maar geen "laat maar waaien" personage, volgens mij. Hij wil echt iets met zijn leven, maar wil vooral redelijk onbezorgt jong zijn, met experimenten die hij uitvoert om te zien hoever hij kan gaan. Best ver, zo blijkt.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten