zaterdag 9 oktober 2010

Het zomert in het najaar...

Het werd juli. Alles is stil, drukke autowegen staken het razen. Toch voor even. Ik werk, ook nog voor even. En ik lees. Ik lees omdat ik niet anders kan, omdat lezen even noodzakelijk is dan brood en water om gezond te blijven. Omdat lezen zuurstof geeft.

Wat las ik? Halve en hele lijsten boeken die juryleden van de Kinder- en Jeugdjury in zes groepen, ook dit jaar weer zullen beoordelen, en waar ik alweer benieuwd over ben, welke boeken zij als hun favoriet zullen kronen, ergens in mei volgend jaar. Wanneer het hopelijk alweer een beetje zomer wordt.


Ik las “Dichter bij de maan” van Bettie Elias, over Viktor, die door zijn oudere broer naar de zolder wordt verbannen en opgesloten. Volgens grote broer is het namelijk Viktor’s schuld, en niet die van iemand anders, dat hun vader is weggelopen: Viktor is een ongewenst kindje! Daarom liep papa weg. En dus krijgt de lezer te lezen hoe Viktor elke dag naar school gaat, maar op maniakaal het juiste uur weer thuis moet komen: vijf minuten te laat? Waar ben je geweest? Te vroeg: Viktor wacht in een portiek, hij mag namelijk pas om half zes binnen. Waarna hij onverbiddelijk de zolder wordt opgestuurd, waar hij, als de maan vol is, “dichter bij de maan” is. Hieruit kan Viktor troost putten, toch een klein beetje. De lezer voelt intens mee met Viktor, met hoe hij zich uit de slag moet trekken, en moet zien te overleven op brood met chocoladepasta en water. Terwijl de overige gezinsleden gewoon warm eten, beneden in de keuken. Komt Viktor ’s morgens te laat beneden? En is zijn broer ook nog in een pesterige bui? Dan heeft Viktor ’s ochtends geen eten.

Een beukend boek, waarbij je nooit het gevoel hebt dat Viktor een doetje is die niet durft op te komen voor zichzelf: binnen het verhaal KAN hij dat niet, en je voelt als lezer dat iemand anders, of het mag ook een krantenartikel zijn, dat Viktor onder zijn bed verstopt heeft – daarbij zal moeten helpen. De kranten pikt hij mee uit de prullenmand in de klas. Dit krantenartikel gaat over een jongen die wordt opgesloten, en dat dit strafbaar is.

Davidster” liet zien dat het in 2010 70 jaar geleden is dat Wereld Oorlog II begon, en dat zullen we wanneer we jeugdboekenproductie even van naderbij bekijken, geweten hebben. Ik las uit 2009 (maar niet in de zomer) ook al “Juwelen van stras”, over een klein meisje in Middelburg, dat de oorlog mee maakt, beschreven uit haar gezichtspunt. Hier was ik helemaal niet zo overtuigd dat het een goed boek is, ook al won het de Woutertje Pieterse Prijs. Ook “Davidster” zei me niks. Ook al gaat het om een waargebeurd feit: de getto’s waarin de Joden moesten overleven, of weggingen om nooit meer terug te komen, ook weer door de ogen van een kind.

De Hongerspelen” was een heel ander paar mouwen, en blies me behoorlijk van de sokken. Elk jaar moeten twaalf tributen “De Hongerspelen” ondergaan, om de oorlog die vroeger in de districten woedde, nooit meer te vergeten. En elk jaar is er de Boete, waar elke inwoner verplicht is om naar te kijken. De boete: daar wordt bepaald – door Het Capitool – om te laten zien dat zij oppermachtig zijn en alle districten zwaar onder de knoet houden – wie tussen 12 en 18 de arena in moet. In die arena komt het erop aan om je medetributen te doden, en je mag hiervoor alle middelen die je hebt (en dat is nooit veel) gebruiken. Ik heb dit geloof ik nog nooit over een boek gezegd, maar er moet er eens één zijn: “De Hongerspelen” van Suzanne Collins is een bloedstollend spannend boek. Het laat je naar adem happen, en vaak kan je met open mond zitten lezen. Verwacht echter geen aliens of ufo’s, als dat je idee van spanning is: wat dit boek maakt tot wat het is: even spannend en bloedstollend als onvergetelijk, zijn de personages, en wat ze doen, en waaraan ze denken in de arena. Of denken ze niet? Straf spul!

Vlammen” is het vervolg op “De Hongerspelen” en Het Capitool is niet gelukkig met wie de Hongerspelen vorig jaar won. En dat zul je geweten hebben. Wat hoe waar wanneer? Dat vertel ik lekker niet. Plof op de bank, en hou minstens fles water bij de hand. Blijf een week binnen, ga lezen.

Hart van Inkt” ben ik begonnen, maar ik geloof niet dat ik de andere twee delen hoef. Ik geniet heel erg van “Hart van inkt” van Cornelia Funke, maar dat komt volgens mij alleen omdat ik zo’n freaky boekenmens ben. Het boek ligt nu al een tijdje waar het ligt, en waar ik ophield: bij een toch wel fijne vondst van Funke. Over haar personages. Wie zijn ze en hoe komen ze daar? “De Kleine Odessa” van Peter Van Olmen, vroeger dit jaar gelezen, bood volgens mij veel meer, ook al omdat “De Kleine Odessa” ook de kaart van een vlotlezend avonturenverhaal wil trekken, in combinatie met boeken en auteurs van die boeken, en dat is voortreffelijk!

U merkt het: ik las het ene boek na het andere, maar met schrijven stokte ik: tot nu. Ik ben er weer!

Voor mensen die even willen loskomen van de kinderboeken, zoals ik laatst nog zelf: ik las ook “Sprakeloos” van Tom Lanoye, en ik ben daar tegenover anderen allerminst sprakeloos over. Een prachtige ode van de auteur aan zijn moeder, voltooid na het overlijden van zowel zij als een aantal jaar later ook haar man. Een fantastisch mooi boek, in élk opzicht: de taal, het verhaal over “La Josee” [zij], en hoe zij en haar man erin slagen om bij een drukke dagtaak in een beenhouwerij ook nog een gezin met vijf kinderen liefdevol te onderhouden. Een boek over het leven, een terugblik op de jeugd van “Haar jongste”, en het relaas van haar aftakeling, dat niets verbloemt.

De laatste liefde van mijn moeder” is dan weer de voorlaatste nieuwe van Dimitri Verhulst, waarin we Martine volgen op haar reis met haar nieuwe man (of minnaar) Wannes, en met Jimmy, haar zoon met een man van wie ze meer slagen dan dankbaarheid of liefde kreeg, en waarvan ze – we spreken begin jaren 80 van de vorige eeuw – gescheiden is. En over gescheidenen sprak men toen volgens “De laatste liefde van mijn moeder” over hoeren. Martine vind dit dan ook geregeld over zichzelf. Een donker boek, volgens mij, waarin je merkt dat er flink wat scheef zit, vooral dan tussen Wannes en Jimmy, die beiden vinden dat ze Martine voor zich alleen mogen hebben. En dat gaat later kletteren, zo blijkt later, wanneer Martine moet kiezen tussen Wannes en Jimmy.