Juni 1914. Rosalie werkt als kindermeisje bij Madame Lily en Meneer Jean-Paul. Op een dag wordt ze echter bij hen ontboden, en ze vreest dat ze niet langer meer voldoet als kindermeisje. Dit is echter totaal niet waarvoor Madame Lily haar laat roepen: wel om samen met haar en met Princesse, het “kind” waarvoor ze moet zorgen, zijnde de hond van mevrouw, drie maanden vakantie aan zee door te brengen. Rosalie is meteen enthousiast, ze is nog nooit aan zee geweest, en ze kent ze alleen van verhalen. Ze is er algauw van overtuigd dat ze de mooiste zomer van haar leven zal beleven. Maar België zindert, Wereldoorlog I staat op het punt uit te breken.
Wat volgt, is een warm zomers verhaal, met echte vakantiesfeer, hoewel Rosalie natuurlijk wel voor Princesse moet zorgen. Zij is een Afghaanse windhond, en Madame Lily wil dat zij elke dag geborsteld wordt, na haar wandeling. Rosalie ontdekt wat het is om verliefd te worden, maar kan dat helemaal niet plaatsen. Waar komen al die mieren in haar bloed vandaan, als ze Friedrich, een knappe Duitse jongeman, in de duinen voor het eerst ontmoet? Haar Tante heeft haar meermaals op het hart gedrukt dat ze maar best ver van de jongens kan blijven, ze zijn gevaarlijk.
Samen met Ernestine en Noëlla, een babbelziek meisje dat eveneens in de vakantievilla aan zee werkt Rosalie voor de mensen die in Villa Aurore hun vakantie doorbrengen. Behalve Madame Lily maken Meneer Victor, Madame Louise en Meneer Edgard, Rosalies vakantie compleet. Al komt vooral meneer Edgard slechts sporadisch in het boek voor. Maar als hij dan al in het boek voorkomt, dan wel meteen grondig, want meneer Edgard schildert Madame Lily…
Karen Dierickx schetst een levendig portret van een meisje dat instaat voor de zorg van een hond van rijke mensen in 1914, voor jongeren van nu. Echter zonder te vergeten dat haar ze haar verhaal bijna 100 jaar geleden situeert. Verliefd zijn doe je dus niet halsoverkop, en zoenen in het openbaar is onzedig. Ook je eigen lichaam zie je best niet bloot, tenzij je dat later gaat biechten in de kerk. Kindjes komen van een kindjesboot, is wat Rosalie altijd is voorgehouden. Hierom wordt ze door Noëlla ronduit uitgelachen: niet iedereen werd “dom” gehouden. Noëlla mag dan al een beetje een viswijf genoemd worden, dom en onwetend is zij zeker niet. Dierickx trekt alle registers open. Rosalie mag dan al totaal onwetend zijn, zelfs op het naïeve af, ze ontdekt haar lichaam wel, als ze merkt dat ze verliefd is op Friedrich. Tot ze hem met een meisje ziet, en het liefst nooit meer aan hem wil denken, en ze probeert hem zoveel mogelijk te ontlopen. Friedrich snapt er echter niets van: zijn Schwester heeft hulp nodig, en dus biedt hij haar die. Maar Rosalie weet helemaal niet wat Schwester wil zeggen. Dit ontlokt de lezer een gevoel van medeleven met het prille koppeltje, en je kunt niet anders dan het niet-begrijpen van de Duitse taal van Rosalie uit, vergeven: “Wat wil Schwester zeggen?” Al is het voor Rosalie niet zo vanzelfsprekend om dat aan Friedrich te vragen. Dierickx weet bovendien verduiveld goed te beschrijven hoe het is om als jong meisje verliefd te zijn.
Aan het eind van elk hoofdstuk creëert Dierickx een dreiging: als Rosalie het huis van Madame Lily en Meneer Jean-Paul verlaat, zal ze haar tante nooit meer terugzien, maar dat weet ze dan nog niet. Of er beweegt aan het eind van een hoofdstuk een deurknop, die de lezer dwingt tot verderlezen. Ook de dreiging van de Eerste Wereldoorlog, die steeds dichterbij komt, is altijd aanwezig.
Het geluk tussen Rosalie en Friedrich is van korte duur, als de oorlog daadwerkelijk uitbreekt, en Duitsland de oorlog verklaart aan België. Dan is het nog minder vanzelfsprekend dat Rosalie en Friedrich verder kunnen gaan, samen.
Ook Meneer Victor is niet te vertrouwen, zoals Rosalie maar al te gauw zal ontdekken. Het mag dan al een mooie jongen zijn, van wie Rosalie denkt dat hij de liefde van haar leven zou kunnen zijn: niets is wat het lijkt.
Karen Dierickx schreef met “De Mooiste zomer van mijn leven” een heel ander verhaal dan haar eerste boek “Een teken van leven”, dat zich afspeelde in Brazilië, en over kindslaven gaat. In die zin staat “Een teken van leven”misschien verder van de lezers af, en komt “De mooiste zomer van mijn leven”,ook al is Wereldoorlog I straks 100 jaar geleden, dichterbij de lezers, temeer omdat dit boek in België speelt, en Wereldoorlog I net in België ongemeen hard was. Al komen de gruwelen van deze oorlog nog niet aan bod in “De Mooiste zomer van mijn leven”. Het blijft gewoon een erg mooi, zeer levendig portret van een meisje dat met vallen en opstaan de liefde ontdekt, en weer moet loslaten. Jammer dat het boek nog een vervolg krijgt. Het boek eindigt letterlijk met“wordt vervolgd.” Ik hou niet van wachten, en ik wil maar wat graag weten hoe het Rosalie verder vergaat, nadat ze samen met Princesse het huis uitgaat. Alle andere leden van de familie vluchten halsoverkop naar Engeland. Rosalie beslist dat ze terug naar haar ouders wil.
Zelfs de cover van dit boek is zorgvuldig gekozen. Clavis-covers mogen dan al een beetje eenheidsworst zijn, met in grote kapitalen en witte balken, groot gedrukt de titel, met in schrijfschrift letters de naam van de auteur, de poppies, zoals te lezen in het gedicht “In Flanders Fields”, sieren niet toevallig de cover van dit boek.
De mooiste zomer van mijn leven / Karen Dierickx.-Hasselt: Clavis, 2011.- 148p.- ISBN 978 90 90448 1606 8 - 13+
Geen opmerkingen:
Een reactie posten