Louis was arm, en hield zich op op plaatsen waar haar
personages in “Zijdeman” zich liever niet te vaak vertonen, Les Halles, bijvoorbeeld.
Ze schrijft nu tweede boek dat zich situeert in het 18e eeuwse Parijs, met in
de hoofdrollen een familie zijdemakers en –wevers. Zij hebben het duidelijk
beter, maar ze torsen een loodzwaar verdriet mee.
De vader van de zestienjarige Camille, en haar jongere broer
Louis, is zijdemaker, en moet af en toe verre reizen maken. Helemaal naar
China, soms. Dan is hij een hele tijd weg. Als hij de voorlaatste keer
terugkomt uit China, belooft hij zijn kinderen en zijn vrouw dat het de
allerlaatste keer is dat hij zo ver weg moet.
Dan vertrekt hij weer, om nooit meer terug te komen. Zijn
familie blijft met heel veel vragen achter. Wat is er gebeurd? Waarom blijft
hij weg? Leeft hij nog? Hoe moet het nu verder met de winkel, met de weverij,
en vooral met het kweken van de zijderupsen?
Kathleen Vereecken schreef een boek waar je een beetje moet
“in” komen. Ze vertelt haar verhaal in twee vertelstandpunten: dat van Louis:
een dromerige jongen die het liefst zwijgt, en in zijn eigen wereld zijn
fantasie de vrije loop laat. Hij droomt ervan om net als zijn vader zijdemaker
te worden. Hoe hij de verdwijning van zijn vader ziet, en hoe hijzelf
eruitziet, hoe hij denkt, staat in een ander lettertype dan hoe Camille het
verdriet om haar vader verwerkt. Haar hoofdstukken worden genummerd. De
hoofdstukken van Louis dragen titels, die vaak te maken hebben met hoe het met
zijn zijdenrupsen gaat, of hoe het niet gaat. Beide standpunten zijn niet
meteen helemaal duidelijk. Wie is wie? Dit gegeven zorgde ervoor dat de “klik”
met het boek wat mij betreft op zich liet wachten.
De personages zijn beschreven met heel veel liefde, zonder pathos.
Camille en Louis hebben heel duidelijk hun eigen karakter, en beseffen heel
goed dat ze allebei, samen met hun moeder verder moeten met het gegeven dat hun
vader en echtgenoot niet meer bij hen is. Camille is hier heel boos over,
terwijl Louis vooral wil doen wat zijn vader deed, zodat hij, wanneer hij terug
komt, trots op hem kan zijn.
Er is ook Arlette, die als huishoudster voor hen werkt. Ze
treedt ook als chaperonne op voor Camille. Ondertussen smeult de opstand in
Parijs, en worden kinderen uit de arme wijken, zomaar meegenomen en opgesloten
in de gevangenis. Over het waarom van dit gegeven had ik wel graag meer gelezen.
Normaalgezien laat de politie rijkere kinderen gewoon met rust.
Als Camille haar broer voor haar ogen ziet ontvoerd worden, gaat ook zij mee op
in de opstand, en is ze er later ook getuige van dat een politieman wordt
vermoord.
Vereecken weet de tijdsgeest erg goed te vatten, en dat
zorgt voor een aangename leeservaring. Hier en daar bekroop me wel het gevoel
dat ik een les zat te volgen. Over het kweken van zijderupsen, en hoe ze zich
ontwikkelen. De nood van de witte moerbeiboom als voedsel voor de rupsen. Over
verschillende standen in het achttiende eeuwse Parijs. Maar dat ik de les kon
volgen in een goed geschreven boek, met boeiende personages: het maakt veel
goed
Alain Verster maakte voor Zijdeman enkele illustraties die
bij zijde en weven passen. Het is alleen heel erg jammer dat ze niet in kleur zijn.
Dat zou voor “Zijdeman” een meerwaarde zijn. Vooral als Louis het heeft over de
rupsen die vlinders zullen worden, en zijn twijfels daarover: zijde maken of
zijderupsen kweken? Een vlinder in kleur, van Alain Verster? Daar zou je als
lezer toch een mooie droom aan overhouden?
Zijdeman
/ Kathleen Vereecken ; Alain Verster.- Tielt : Lannoo, 2013.- 164p.: ill.- ISBN
978 94 014 0199 9
Geen opmerkingen:
Een reactie posten