zaterdag 29 maart 2014

Wereldoorlog I door kinderogen

Karen Dierickx schreef met ‘De Grote verliezer’ haar derde boek tegen de achtergrond van Wereldoorlog I.  Eerder verschenen voor young adults al ‘De mooiste zomer van mijn leven’ en het vervolg daarop ‘Wat ik nog weet’, over Rosalie, die bij een rijke familie aan de slag gaat als “kindermeisje” voor de hond des huizes. ‘De Grote verliezer’ is een boek voor 11+’ers.

Margrietje Gaublomme is elf, wanneer het verhaal in 1914 begint. Zij zal de lezer meenemen in hoe zij de oorlog beleeft. Haar broertje is in de tijd voor de oorlog uitbreekt, “een sterretje aan de hemel geworden”, hij was zeven. Margrietje voelt zich hierover erg schuldig, want haar ma had haar gevraagd om op hem te letten.
Samen met haar vader, moeder, en haar tweelingbroers Wannes en Oliver, probeert ze over het verdriet om Basiel heen te komen. Met haar moeder kan ze over haar gevoelens moeilijk praten, maar gelukkig is haar vader er in die dagen nog om haar tijdens een partijtje vissen in te prenten dat het niemands schuld is, dat Basiel overleden is, dat zo’n dingen nu eenmaal gebeuren.
Ondertussen wordt Margrietjes moeder almaar dikker. En plots is daar Jutta, hun babyzusje. Waar komt zij vandaan, en woont zij nu in plaats van Basiel bij hen? Margrietje en haar broers snappen er niets van.
Hier ligt de kracht van 'De Grote verliezer'. Margrietje is echt een kind uit haar tijd. Kinderen werd niets gezegd, en al zeker niet over waar de kinderen vandaan kwamen. Ze hebben allemaal wel eens iemand zien zoenen, maar verder reikt hun weten niet. Zo komt het ook dat we de oorlog, of wat daarmee te maken heeft, slechts meekrijgen door de ogen van Margrietje. In een wereld die niet groter is dan hun huisje op de dijk, ma, va, Wannes en Oliver en Jutta; bij een dorpje vlakbij Sint-Niklaas. Daar wat kennis van de streek voor nodig, want waar Margrietje echt woont, wordt niet benoemd.
Wanneer hun vader wordt opgeroepen om te gaan vechten, begint de oorlog ook voor de kinderen Gaublomme. Al gaat hun leven in eerste instantie gewoon door. Er wordt naar school gegaan; op klompen en schoonschrift is nog een schoolvak. Ook op school is de oorlog voelbaar: meester Sidon probeert hen uit te leggen via de landkaart waar er gevochten wordt. Ook waarom er gevochten wordt kan je lezen in ‘De Grote verliezer’.
Dat mensen uit België op de vlucht sloegen voor de oorlog, naar Nederland, komt uitvoerig aan bod. Ook Margrietje en haar familie slaan op de vlucht. In het boek is dit een periode van drie dagen, vol angst en elkaar letterlijk kwijtraken.
Karen Dierickx houdt zich de doelgroep van elfjarigen goed voor ogen. Ze schetst een helder beeld over het leven van een heel gewoon gezin anno 1914. Verschillen in rangen en standen komen ook duidelijk over. De familie van Margrietje woont in een huisje op de dijk, en er wordt gekookt op de stoof. Madeleine, de dochter van Meester Ogiers, de leraar van Wannes en Oliver, beschikt thuis een echte keuken, met tegeltjes aan de muur en een fornuis en twee spoelbakken.

De Grote Oorlog waart dan wel doorheen het hele boek, er is ook tijd voor kattenkwaad, al is dat voor Margrietje enigszins anders. Zij heeft van haar vader voor hij vertrok om jaren weg te blijven, de taak gekregen om wat op haar broers te letten, die de oorlog heel anders meemaken dan zij. Waar Margrietje probeert een verantwoordelijke zus te zijn, blijven haar broers echte kleine jongetjes, oekedoelekes – kikkervisjes zoals Margrietje hen soms noemt. Maar omdat ze zich verantwoordelijk voelt, loopt ze bijna tegen “De dodendraad” aan: een kilometerslange versperring van prikkeldraad onder stroom, om de grens tussen Vlaanderen en Nederland op die plek aan te duiden en te bewaken.
Waar “In Vlaamse velden”, de één-serie die nu twee weken achter ons ligt, beter de keuze had gemaakt om OF rond de oorlog – in hun geval aan de IJzer – een reeks maken, OF het verhaal vertellen van de familie Boesman, en hoe zij in Gent de oorlog meemaken – maakt Karen Dierickx die keuze wel.
Zij vertelt resoluut een verhaal van mensen wiens echtgenoot en vader moet gaan vechten, maar verder trekt Dierickx de kaart van de familie die achterblijft. Wat de familie wel weet, na een lange periode van bang wachten op nieuws van hun vader, tot hem gaan zoeken in Nederland toe, is dat hij krijgsgevangen werd genomen in Duitsland.
Haar boek omspant twee jaar van de oorlog, wat voor een open einde zorgt. Hun vader had zijn familie gezegd rond Kerst 1914 weer thuis te zijn, zoals zovelen die dachten dat de oorlog snel voorbij zou zijn. ‘De Grote verliezer’ eindigt met oudjaar 1915.
De Grote verliezer / Karen Dierickx.- Sint-Niklaas : Abimo, 2013.- 350p.- ISBN 978 94 6234 29 9 11+