Margrietje Gaublomme is elf, wanneer het verhaal in 1914 begint.
Zij zal de lezer meenemen in hoe zij de oorlog beleeft. Haar broertje is in de
tijd voor de oorlog uitbreekt, “een sterretje aan de hemel geworden”, hij was zeven.
Margrietje voelt zich hierover erg schuldig, want haar ma had haar gevraagd om
op hem te letten.
Samen met haar vader, moeder, en haar tweelingbroers Wannes
en Oliver, probeert ze over het verdriet om Basiel heen te komen. Met haar
moeder kan ze over haar gevoelens moeilijk praten, maar gelukkig is haar vader
er in die dagen nog om haar tijdens een partijtje vissen in te prenten dat het
niemands schuld is, dat Basiel overleden is, dat zo’n dingen nu eenmaal
gebeuren.
Ondertussen wordt Margrietjes moeder almaar dikker. En plots
is daar Jutta, hun babyzusje. Waar komt zij vandaan, en woont zij nu in plaats
van Basiel bij hen? Margrietje en haar broers snappen er niets van.
Hier ligt de kracht van 'De Grote verliezer'. Margrietje
is echt een kind uit haar tijd. Kinderen werd niets gezegd, en al zeker niet
over waar de kinderen vandaan kwamen. Ze hebben allemaal wel eens iemand zien
zoenen, maar verder reikt hun weten niet. Zo komt het ook dat we de oorlog, of
wat daarmee te maken heeft, slechts meekrijgen door de ogen van Margrietje. In
een wereld die niet groter is dan hun huisje op de dijk, ma, va, Wannes en
Oliver en Jutta; bij een dorpje vlakbij Sint-Niklaas. Daar wat kennis van de
streek voor nodig, want waar Margrietje echt woont, wordt niet benoemd.
Wanneer hun vader wordt opgeroepen om te gaan vechten,
begint de oorlog ook voor de kinderen Gaublomme. Al gaat hun leven in eerste
instantie gewoon door. Er wordt naar school gegaan; op klompen en schoonschrift
is nog een schoolvak. Ook op school is de oorlog voelbaar: meester Sidon
probeert hen uit te leggen via de landkaart waar er gevochten wordt. Ook waarom
er gevochten wordt kan je lezen in ‘De Grote verliezer’.
Dat mensen uit België op de vlucht sloegen voor de oorlog,
naar Nederland, komt uitvoerig aan bod. Ook Margrietje en haar familie slaan op
de vlucht. In het boek is dit een periode van drie dagen, vol angst en elkaar
letterlijk kwijtraken.
Karen Dierickx houdt zich de doelgroep van elfjarigen goed
voor ogen. Ze schetst een helder beeld over het leven van een heel gewoon gezin
anno 1914. Verschillen in rangen en standen komen ook duidelijk over. De familie
van Margrietje woont in een huisje op de dijk, en er wordt gekookt op de stoof.
Madeleine, de dochter van Meester Ogiers, de leraar van Wannes en Oliver,
beschikt thuis een echte keuken, met tegeltjes aan de muur en een fornuis en
twee spoelbakken.
De Grote Oorlog waart dan wel doorheen het hele boek, er is
ook tijd voor kattenkwaad, al is dat voor Margrietje enigszins anders. Zij
heeft van haar vader voor hij vertrok om jaren weg te blijven, de taak gekregen
om wat op haar broers te letten, die de oorlog heel anders meemaken dan zij. Waar
Margrietje probeert een verantwoordelijke zus te zijn, blijven haar broers
echte kleine jongetjes, oekedoelekes – kikkervisjes zoals Margrietje hen soms noemt.
Maar omdat ze zich verantwoordelijk voelt, loopt ze bijna tegen “De dodendraad”
aan: een kilometerslange versperring van prikkeldraad onder stroom, om de grens
tussen Vlaanderen en Nederland op die plek aan te duiden en te bewaken.
Waar “In Vlaamse velden”, de één-serie die nu twee weken
achter ons ligt, beter de keuze had gemaakt om OF rond de oorlog – in hun geval
aan de IJzer – een reeks maken, OF het verhaal vertellen van de familie
Boesman, en hoe zij in Gent de oorlog meemaken – maakt Karen Dierickx die keuze
wel.
Zij vertelt resoluut een verhaal van mensen wiens echtgenoot
en vader moet gaan vechten, maar verder trekt Dierickx de kaart van de familie
die achterblijft. Wat de familie wel weet, na een lange periode van bang
wachten op nieuws van hun vader, tot hem gaan zoeken in Nederland toe, is dat
hij krijgsgevangen werd genomen in Duitsland.
Haar boek omspant twee jaar van de oorlog, wat voor een open
einde zorgt. Hun vader had zijn familie gezegd rond Kerst 1914 weer thuis te
zijn, zoals zovelen die dachten dat de oorlog snel voorbij zou zijn. ‘De Grote
verliezer’ eindigt met oudjaar 1915.
De
Grote verliezer / Karen Dierickx.- Sint-Niklaas : Abimo, 2013.- 350p.- ISBN 978
94 6234 29 9 11+
Geen opmerkingen:
Een reactie posten