Op het platteland, waar hij vandaan is verhuisd, had hij geen vrienden. In de stad leert hij algauw Bouwe kennen. Dat wordt zijn eerste beste vriend van zijn leven.
Op een vlammend rode cover kijkt een op een manga-strip lijkend figuurtje je aan. Zijn blauwe ogen en wat strenge blik, bles in het haar, moeten de lezer meteen naar het boek toe trekken. (En als je graag leest, of Do Van Ranst al eerder las, weet je dat je vast wel goed zit).
Aan het begin van het boek dat met een hoofdstuktitel als “Vandaag” begint, spreekt Samuel de lezer aan, zodat die weet waaraan hij zich kan verwachten: zijn boek zal geen chronologisch verteld verhaal zijn. Dat is het leven trouwens ook niet, zegt Samuel zelf.
Het lijkt wel of Do Van Ranst zichzelf bij elk nieuw boek opnieuw weet uit te vinden. Met “Voluit Samuel” schreef hij het eerste boek in wat een nieuwe reeks moet worden.
“Voluit Samuel” heeft een prettige vormgeving, en er wordt lustig met stijlen geëxperimenteerd. Samuel heeft een eigen dagboek, waar hij op regelmatige tijdstippen zijn zielenroerselen in neerzet. Of hij laat witte bladzijden bestaan, want het is vanuit zijn gezichtspunt dat we dit boek lezen. Op deze witte bladzijden, zo zegt hij, gebeurt er eigenlijk weinig. Of toch niet? Deze stukken zijn cursief gedrukt. Verder stelt hij lijstjes op, met wat hij flauwe moppen vindt. Die worden in drukletters met een dikker lettertype weergegeven. Kleine tekeningetjes, die Samuel maakt om de lezer dingen duidelijker te maken, maken het geheel af.
De vormgeving van dit boek doet trouwens een beetje denken aan “Spinder”, van Simon van der Geest. En Jesse mag dan een beetje een klier zijn, hij is niet zo gemeen als Jeppe, de oudere broer van “Spinder”. De relatie tussen de “vier” broers, doet trouwens weleens vaker aan dit boek denken.
Door deze vormgeving toe te passen, wordt Samuel een ontwapenend iemand, en Van Ranst laat de personages van de bladzijden afspatten.
Grote gevoelens worden echter niet uit de weg gegaan. Bouwes vader is anderhalf jaar geleden ongelukkig gevallen met de fiets, en daardoor overleden, terwijl Samuel worstelt met de echtscheiding van zijn ouders. Ook de relatie tussen hem en zijn broer is niet zo goed. Dat komt omdat Jesse ouder is. En oudere broers zijn lastig. Jesse is trouwens verzot op “de nieuwe hap” van de Chinees. Die “nieuwe hap” heet Mei Ying, is 13, en pas drie jaar geleden uit China met haar ouders naar de stad verhuisd. Maar het is niet Jesse die daar allemaal achter komt, dat doet Samuel.
Zij moest in China vanaf haar vijfde zeer zware turnsessies doen, en haar vader zag dit eigenlijk niet meer zo zitten. Dat het zijn dochter was die eigenlijk geld moest binnenbrengen door te turnen kon haar vader na een tijd niet meer aanzien.
Samuel zelf turnt ook, en hij oefent in dit boek voor een turnwedstrijd, samen met Bouwe. Maar Bouwe twijfelt heel erg: zijn vader had graag dat zijn zoon zou gaan fietsen, net als hij.
Die twijfels, verdrietjes en grote gevoelens die toch op zeer naturel wijze worden aangebracht, dat is vooral de verdienste van Van Ranst. Grote gevoelens niet uit de weg gaan, maar er toch in slagen om heel gewone personages neer te zetten, en waardoor er innige vriendschappen ontstaan.
De meest vervelende zin in dit boek? “Wordt vervolgd”… Al hoop ik dat Samuel even briljant als ontwapenend kan weten te overtuigen in zijn tweede boek.
Voluit Samuel/ Do Van Ranst ; Maarten Albrechts (ill).- Leuven: Davidsfonds Infodok, 2015.- 188p.: ill.- ISBN 978 90 5908 670 8 - 11+
Geen opmerkingen:
Een reactie posten