Het is midden in de nacht als Samuel samen met zijn ouders, zijn opa en zijn zus Johanna wordt opgepakt in hun huis in Antwerpen. Vooraf heeft hij nog zitten denken hoe hun vlucht zou verlopen. Het plannetje werkt rustgevend, ook voor de lezer.
Maar zover komt het niet, en Samuel denkt dat hun familie verraden werd. Hier wordt niet verder op in gegaan, en Bettie Elias maakt duidelijke keuzes: ze vertelt het verhaal van een familie die naar een “doorgangskamp” wordt gestuurd: de Dossinkazerne in Mechelen. Daar vertelt ze hoe het leven er voor Samuel en zijn familie uit ziet. Zo weten ook jongeren meteen wat meer over wat er 70 jaar geleden is gebeurd.
Dat er van daar uit mensen vertrekken om nooit meer terug te komen, en waarvan niemand goed weet waar mensen terecht zullen komen is een angst die doorheen het hele boek waart, samen met de lijfstraffen die mensen moeten ondergaan. Straffen omdat mensen het aandurven om eten te stelen, omdat er honger is.
Het boek is opgedeeld in delen die “Samuel” of “Aaron” heten. De stukken over Samuel vertellen het verhaal uit het oogpunt van Samuel, die samen met zijn ouders wacht op wat komen zal.
De stukken over “Aaron” zouden wat mij betreft wat uitgebreider mogen. Samen met enkele vrienden is hij als Joodse jongen bij het verzet, en saboteren zij het transport naar Auschwitz, waarop Samuel met zijn familie zit.
Ik had wel graag wat meer over hem willen weten. Waarschijnlijk is hij een jaar of 16. Op de achterflap staat dat de levens van Aaron en Samuel elkaar op onwaarschijnlijke manier kruisen, maar hulp kwam destijds altijd wel uit een of andere hoek, dus zo onwaarschijnlijk is het allemaal niet.
Dit boek vertelt niets nieuws, maar dat hoeft ook niet. Verhalen als dit moeten blijvend worden vertelt, zodat mensen nooit vergeten wat andere mensen elkaar aan doen, en in welke omstandigheden mensen moeten leven.
Bettie Elias schreef al meerdere geëngageerde boeken, en doet met dit boek dan ook waar ze goed in is: beklijven.
Het boek is goed gedocumenteerd. De belangrijkste bron om dit boek te kunnen schrijven is Getuigen. Het is ook aan te raden om zeker het nawoord bij dit boek te lezen, ook om daarna de website te bezoeken.
Maar wie bedenkt een cover met daarop een jongen die waarschijnlijk iets schreeuwt, en met de titel in het geel, met nog net een Jodenster op de cover? De jongen op de cover zou mij, mocht er niet “Bettie Elias” op staan, compleet niet overtuigen om dit boek te lezen. Hij heeft niets met de ellende in het boek te maken. Een beetje meer zorg bij het uitzoeken van een geschikte cover zou wenselijk geweest zijn. Of zelfs een cover zonder foto.
Jongen zonder naam / Bettie Elias.- Leuven : Davidsfonds, 2015.- 152p.- ISBN 978 90 5908 684 5 - 11+
Geen opmerkingen:
Een reactie posten