1911. Als Janna's (13 jaar) moeder overlijdt, na een tijdje opgenomen te zijn geweest, na de dood van haar man, moet Janna weg uit Rotterdam. haar oom Wolfert en "de tante" uit Bru (Bruinisse) in Zeeland vangen haar op. Janna mist haar moeder verschrikkelijk en "de tante" lijkt haar niet te moeten, en het lijkt wel of ze Janna niet in haar buurt wil. Oom Wolfert is het tegenovergestelde. Hij is, net als vele andere mensen in Bruinisse, mosselvisser. Als Janna al na een korte tijd alleen dreigt te moeten achterblijven bij de tante, verstopt ze zich op "De Meermin", het schip van oom Wolfert, en vaart ze mee naar Antwerpen...
"Meerminnen verdrinken niet" speelt zich af in Bruinisse (Nederland) en Antwerpen. Maaskant laat de liefde voor deze stad, hoe kort Janna's verblijf er ook is, van de bladzijden springen. Dat doet ze overigens ook voor het dorp Bruinisse, waar ze zelf tot haar 27ste heeft gewoond. Ze past de taal van haar boek naar deze plaatsen aan, wat het boek nét nog dat ietsje meer sfeer geeft, en sfeer heeft dit boek zat.
Saskia Maaskant lijkt ondertussen van alle markten thuis te zijn, en na "Dromer", een dystopisch verhaal, weet ze ook haar weg te vinden in een historisch verhaal, gebaseerd op een vergeten watersnoodramp, die De Stormramp werd genoemd. Die trof in oktober 1911 het mosselvissersdorp Bruinisse. De Ramp (1953) heeft deze gebeurtenis overschaduwd, hoewel de Brusenaars het ook erg zwaar hebben gehad. Maar Bruinisse bleek een krachtig, sterk dorp, dat zich niet zomaar niet gewonnen gaf. Dat doen de personages ook niet, overigens. Dit boek liet mij nog maar eens ervaren hoe fijn het is om een goed boek te lezen.
Saskia Maaskant heeft haar personages met heel veel liefde en precisie vormgegeven. Ook hoe het leven was in 1911 komt goed naar voor (denk ik dan). Dat Janna en haar tante (die in eerste instantie geen naam heeft, en wordt geduid met "de tante", dichter naar elkaar toegroeien, en je heel summier te weten komt waarom tante is zoals ze is doet pijn, maar is nooit tranentrekkerig. Maaskant weet ook hoe ze betrokken over wat de mensen uit Bruinisse overkomt, moet vertellen, zonder dat het sensationeel wordt. Dat komt omdat "Meerminnen verdrinken niet" met mooie zinnen, maar niet alleen dat, verteld is. De taal in dit boek is minstens zo belangrijk als het verhaal zelf, en dat geeft dit boek zijn kracht mee. Als er dialect wordt gesproken, zie je soms een sterretje achter een zin. Achterin het boek staat een verklarende woordenlijst. Als je geen zin hebt om iets anders te doen als je het boek uithebt, kun je dat lijstje nog raadplegen. Daarna is het boek (na eerst nog een dankwoord) helaas uit, en land je terug in de 21ste eeuw.
Volwassenen die ooit "Geen meiden aan boord" van Johan Ballegeer (over Marianne, die als jongen aanmonstert op een ijslandvaarder in 1889, 1986, Altiora, Averbode) met plezier gelezen hebben, en die nog weten dat Puzzieschieters een spotnaam is voor inwoners van De Panne (West-Vlaanderen, België), en meeleefden met Marianne en Maarten Legein zullen van dit boek ook kunnen genieten. Of mensen die ook het andere werk van Saskia Maaskant apprecieerden. Voor mensen die houden van historische verhalen dichtbij huis, in een nog niet ZO erg ver verleden.
Meerminnen verdrinken niet / Saskia Maaskant.- Leuven : Davidsfonds Infodok, 2020.- 213p.- ISBN 978 90 02 27060 4
Meer weten? De sfeer van Bruinisse opsnuiven?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten