zondag 22 januari 2023

Een kristische blik van de Leesjuryleden uit groep 4B voor "Duisterhuys" en "De jongen die iedereen laat lachen"

Gisteren, op een ijskoude zaterdagochtend, vonden we het met z'n allen toch belangrijk genoeg om samen te komen in de bibliotheek om over twee vooraf gelezen boeken te praten. Dit keer waren Duisterhuys van Tom Thys en Leslie Saurus (Horizon) en De jongen die iedereen laat lachen van Helen Rutter, vertaald door Joyce Bekkers en Mijke van Leersum (Billy Bones) aan de beurt.

Hoe pakten wij dit aan?

Allereerst: niks moet, behalve naar elkaar luisteren. (Daar loopt het soms mis!). Als iemand iets niet begrijpt (of het boek in zijn geheel niet heeft begrepen), is dat ook helemaal niet erg, en soms is het zelfs geen reden om het boek niet uit te lezen. In dit geval ging het over Duisterhuys, waarop iemand opmerkte dat het jurylid in kwestie nog geen tien is, en er duidelijk "10+" op de cover staat.

We tekenden het huis, en analyseerden de cover (Waarom zit er geen gat tussen die tanden, waardoor Moussa en Mona kunnen ontsnappen?)

Verder waren mijn juryleden behoorlijk kritisch over het boek.



Moussa woont alleen met zijn moeder in een appartement in de stad. Hij is verslaafd aan filmpjes kijken op youtube. Op een keer begint een meisje uit zo'n filmpje zomaar tegen hem te praten. Ze zit gevangen in een huis, waar we Moussa later ook terugvinden. Maar als je er eenmaal binnen bent, kom je er niet meer zomaar uit...

Dat mensen in youtubefilmpjes je zover krijgen dat je hen gaat zoeken, en dan opgesloten geraakt in zo'n huis, dat is toch niet logisch? Wie is Mona, en hoe komt ze in dat huis terecht? Waarom is ze daar helemaal alleen? Is alles wat er met Moussa en Mona gebeurt echt? Of droomt hij alleen maar? Om u maar te zeggen: er is goed gepraat over dit boek, al kwamen we er niet helemaal uit wat echt was, wat niet, en waarom Moussa in dat huis zat en er niet meer uit kon komen. En verdrinken op het toilet: dat is ook maar raar!

"De jongen die iedereen laat lachen" gaat over de 11jarige Billie Pieters, die stottert. Het liefst wil hij cabaretier worden. Maar kan dat wel als je stottert? Hij wil hiervoor graag naar de stotterschool gaan, maar of hij van zijn gestotter zal afkomen VOOR het schooloptreden, is maar de vraag. Hij heeft veel aan zijn oma Let, die goed kan luisteren.

De moppen in dit boek vielen behoorlijk in de smaak, al waren sommigen ook wel erg flauw. Maar wat is een cabaretier? (spreek uit als kabaretjee). Ik heb het voor mijn juryleden opgezocht, en het verschil tussen een cabaretier en een stand up comedian zou 'm zitten in het feit dat een cabaretier een eerder grappig toneelstuk opvoert, zonder daar persé het publiek bij te betrekken, waar een stand up comedian dat laatste wel doet.

Wat viel ons nog op? Dat de eerste zeven hoofdstukken alleen maar over het stotteren van Billie gaan, en waarom moet dat zo uitgebreid? Dat vond de jury toch wat saai.

Helen Rutter is een Engelse schrijfster, maar het boek is wel héél Nederlands vertaald. Zelfs de muziek die Billie luistert is Nederlands, en de clou van een mop (Beschuit met muisjes) is dat ook. Waarom is niet gewoon uit het Engels vertaald? Zo luistert Billie bijvoorbeeld naar Toon Hermans en Youp van 't Hek en Herman van Veen. Deze begeleidster vond dat wel leuk, maar ook mij viel dit op. Al is het wel fijn dat kinderen van nu op deze manier deze Nederlandse klassenbakken kunnenn leren kennen. "Juf, wie is dat, Toon Hermans?"

Toon Hermans was een cabaretier die vooral bij veel volwassenen misschien nog een belletje doet rinkelen. Hij werd geboren in 1916 en overleed in 2000. Voor kinderen schreef hij soms voor Kinderen voor Kinderen, een Nederlands kinderkoor dat nog altijd meegaat! Nu maken zij nog steeds een liedje bij de Nederlandse kinderboekenweek. Ook het deuntje dat bij "Carnavalfestival" in de Efteling klinkt, is van Toon Hermans.


De favoriete moppen van Billie, volgens onze juryleden

  • Wat ligt er op de bodem van de oceaan te huilen? Een emotioneel wrak
  • Er zijn drie soorten mensen op de wereld. Zij die kunnen tellen en zij die dat niet kunnen.
  • Wat is een doosje voor je lenzen? Een ogenblikje.
  • Hoe klinkt een mediterend ei? Ohm-elet
  • Hoe noem je een hond zonder poten? Maakt niet uit, hij komt toch niet als je hem roept.



Maar een uur praten over boeken vliegt ZO om, en dus moeten we het ook nog even hebben over de volgende te lezen boeken: De nacht van Ronke van Jef Aerts en Marit Törnqvist (ill.) en Rekenen voor je leven van Edward van de Vendel, Ionica Smeets en Floor de Goede (ill.) Waar ons vooral het verschil in covers opviel: bij "Rekenen voor je leven" is veel meer te zien:" zal niet zo saai zijn", want bij "De nacht van Ronke" staat veel minder op de cover, en weet je niet meteen waarover het zal gaan. "Ik ga dit boek saai vinden, denk ik". Maar ook dat is de Leesjury: een onbekend paadje opwandelen... Of ja: toch een keer spruitjes proeven. Daar is de eet-metafoor weer. Ik ben nu alvast benieuwd!