Ook na drie keer dit boek te lezen vind ik het mooi. Nog steeds. De twee laatste leesbeurten brachten erkenning te weeg zonder saai te worden: “nu komt Edward dit personage tegen, wanneer hij daar door omstandigheden weer weg is, komt hij bij dat personage terecht.” Zoiets.
Edward Tulane is een mooi groot porseleinen konijn, van “zijn tenen tot aan de punt van zijn oren was hij wel haast een meter lang”. Zijn hart is koud. (Dat gaat zo als je van porselein bent, ben je geneigd te denken wanneer je een verhaal schrijft over een stuk speelgoed voor een kind). Niet in dit geval. Omdat dit boek niet gaat over een stuk speelgoed in de strikte zin van het woord. Het konijn hoort bij Abilane Tulane, die aan de Egyptestraat woont, met haar ouders, en met haar oma Pellegrina. Abilane houdt ontzettend van Edward, maar Edward vindt Abilanes liefkozingen maar niets. Ook het feit dat hij, wanneer het gezin eet, op zijn eigen stoel mee aan tafel mag zitten, en tegen het tafelkleed moet aankijken, vindt hij niets. Maar goed. De reis van Edward begint wanneer hij met Abilane en haar ouders (Pellegrina blijft aan het huis in de Egyptestraat) met de boot naar Londen reist, valt hij overboord. Dat is het begin van een lange reis, die jaren later zal eindigen als Abilane hem terugvindt, en Edward zo de weg naar huis terugvindt. Gelouterd, door emoties geleerd, dingen die Edward nooit eerder voelde. Misschien leerde hij wel wat liefde was. De dingen die Edward meemaakt, zijn eigenlijk heel gewone dingen, dingen die mensen doen wanneer ze een porseleinen (of een ander knuffeldier) vinden: ze nemen het mee. Alleen is dit in dit verhaal van iets minder belang, en kijk je voor een stuk door de ogen van Edward. Voor wie de andere personages hem vanalles leren: over liefhebben. Over dingen die niet zo erg zijn, en blij zijn met wat je hebt. Zoals bij het koppel waar hij eerst bij belandt, en die hem Suzy noemen. Eerst vindt Edward dit maar niets, maar algauw maakt hij zich de bedenking dat dit stukken beter is dan wegteren op de zeebodem, de plek waar hij zijn reis begon. Het verhaal oogt ouderwets, en in zekere zin is het misschien een heel mooi, warm kerstverhaal, maar misschien ook niet. Het heeft alles: warmte, liefde, verdriet, alles zit perfect gedoseerd in een prachtig vormgegeven verhaal. Het leren voelen van Edward komt geenszins belerend over, en dat maakt het verhaal geloofwaardig. Je leeft mee met een heel boek, dat je vasthoudt tot de laatste bladzijde. prachtige levensechte potloodtekeningen sieren dit boek. Ze lijken geplukt uit een museum vol schilderijen, met heel veel oog voor detail.
De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane / Kate Dicamillo ; vertaald door Martha Heesen ; illustraties Bagram Ibatoulline.- Amsterdam : Querido, 2006.- 138p.: ill.- Oorspr. Titel: The miraculous Journey of Edward Tulane.- ISBN 90 451 0386 9.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten