maandag 28 april 2008

Morgen is hij weg / Do Van Ranst ; Harmen van Straaten

Lena is het geruzie tussen haar ouders moe. Zelfs ’s nachts maken ze ruzie. Toch is Lena niet voorbereid op wat mama die zaterdagochtend voor haar en Stef, haar broertje van zeven, in petto heeft. Papa gaat weg. “Morgen is hij weg”, zegt mama. Lena weet niet of ze nu vrolijk moet zijn, of moet gaan huilen. En morgen komt steeds dichterbij… Het boek heeft een achterflap die het verhaal al te sterk uittekent, maar dit stoort niet. Het geeft het verhaal geen mindere waarde.
Heel mooi, klein verhaal over twee mensen die niet meer kunnen samenleven, omdat ze zo verschillend zijn van elkaar. Papa is een stil, een heel stil, natuurmens. Hij is natuurfotograaf, en soms draagt hij zelfs broeken waarvan de pijpen niet tegen elkaar schuren, of die je tenminste niet hoort schuren, om de vogels niet aan het schrikken te maken. Mama beweegt de hele tijd, zelfs als ze stil zit, beweegt er iets aan haar. Je leeft mee met Lena, en je voelt als lezer heel goed aan dat het goed zou zijn wanneer ze eens lekker zou gaan huilen. “Misschien duurt vandaag langer dan alle dagen samen toen hij morgen nog niet wegging”, het is een zinnetje doorheen het hele boek waarmee Lena worstelt. Voor de lezer duurt deze éne dag uit het leven van een gebroken gezin ook lang. Toch wil Lena alles zo gewoon mogelijk. Hoewel. Ze zit op haar kamer met de dames dons, en met thee uit haar theeserviesje. En met giraf, bij wie ze altijd terecht kan. Je merkt dat voor dit elfjarige meisje knuffels nog steeds belang hebben, dat ze steun bieden in een moeilijke tijd. “Giraf zegt dat het ook mijn schuld is”. (Dat papa weggaat) Papa heeft stoppels op zijn kin, die Lena kan horen. “Ze kan zijn stoppels horen”, is mooi omschreven. Je merkt dat papa Lena echt wil helpen begrijpen waarom hij weg moet gaan. Lena merkt ook dat haar mama en papa haast nooit MET elkaar praten, maar “over” elkaar. “Vraag aan je mama eens…” “vraag aan je papa eens…” Lena denkt aan Lander uit haar klas, zijn ouders zijn ook gescheiden, zijn vader heeft punkerig haar, en een nieuwe vriendin. Meteen heeft Lena er een angst bij. Heeft haar papa iemand anders? “Ik heb niemand anders, Lena, echt niet.” Doorheen het hele verhaal merk je de verschillen op tussen Lena’s mama en papa. Mama, de beweeglijke, en papa, de stille. Het kon niet goed blijven gaan. “Omdat je mama en ik zoveel van elkaar verschillen. Tenminste, dat denk ik.” “Weet je dat dan niet zeker?” “Als je zo weinig praat als ik, kom je van jezelf en van anderen niet zoveel te weten. (…) ik weet wel dat mama mij een egoïst noemt. (Lena weet niet wat dat is, papa legt haar uit dat “het iemand is die alleen aan zichzelf denkt.” Papa zegt Lena dat mama daarin gelijk heeft. “Houden jullie dan niet meer van elkaar”, is een vraag van Lena. “Niet genoeg om de grote verschillen tussen je mama en mij er ons hele verdere leven bij te nemen.” Bij het steeds maar herhalen van die zin, laat Lena telkens een stukje weg, tot alleen “je mama” overblijft.
Klein boek met een groot verhaal van vier mensen die nu hun nieuwe weg in het leven moeten zoeken, zonder samen te leven met z’n vieren. Heel mooi, met een trieste ondertoon, maar het is toch een ietwat vrolijk boek, het is goed dat er toch gepraat kan worden, liefst mét de kinderen.Morgen is hij weg / Do Van Ranst ; Harmen van Straaten.- Leuven : Davidsfonds Infodok, 2007.- 45p.: ill.- ISBN 9789059082113