zondag 10 oktober 2010

Met je hoofd boven water / Gideon Samson

Elke donderdag is het raak: Gied krijgt buikpijn en verzint allerlei uitvluchten: hij houdt echt niet van het schoolzwemmen. Nu is het nog even grote vakantie, maar straks is het weer zover: dan moet hij elke week naar schoolzwemmen. Hij kan niet goed zwemmen, en is zelfs vaak bang om te verdrinken. En hoe moet hij zijn B-diploma halen? Dat kan nooit! Maar er is de man met de duiven, die altijd bij hem is, en die hem redt van de verdrinkingsdood. Maar als het bankje waarop de man honderden duiven voert, leeg is, weet Gied het zeker: hij zal verdrinken.


Dit klinkt als een niet vrolijk boek, en dat is het ook niet. Toch is het ook allerminst een donker boek. Wat je leest zijn de dagelijkse, of liever wekelijkse angsten, van een jongetje van negen, dat absoluut niet graag deelneemt aan het schoolzwemmen. Hij woont alleen met zijn mama, en heeft geen vader. Dit gegeven wordt ook expleciet benoemd: Gied komt uit een potje. Maar Gied vindt weleens dat zijn moeder dan wél een vader had moeten kiezen die goed was in zwemmen. Maar mama wilde voor haar “lieve prins” helemaal niets kiezen, en zich laten verrassen over wie en wat Gied zou worden.

Gied heeft allerlei trucjes, die hem soms onder het schoolzwemmen kunnen helpen uit te komen. Een volwassen lezer kan hierbij weleens gaan denken: “die juffen staan daar met z’n tweeën de hele groep bij elkaar te krijgen om naar schoolzwemmen te vertrekken. Tellen zij de buspassagiers van groepen 5 en 6 dan niet na?” (want dat viel me op: dat gebeurt nooit) Gied kan het presteren om op de wc te blijven zitten tot de bus om 10.17u vertrokken is, of hij verstopt zich achter een boom. De trucjes staan doorheen het boek verspreidt, en Gied schrijft ze op in een boekje. Maar het zijn helemaal geen heldhaftige trucs, en dat maakt ook de rest van het boek zo ongelofelijk geloofwaardig. Er is de wc truc, de verstoptruc, en de doof zijn truc. De ziek zijn truc helpt vaak ook. Al zal een begrijpende mama er ook wel voor iets tussen zitten. Mama begrijpt het namelijk best dat Gied niet graag aan het schoolzwemmen deelneemt, maar ze haalt hem er ook niet af (tja, zo gaat dat: je moet weleens iets doen wat je absoluut niet graag doet: ook dit maakt dit boek mee tot het kleine pareltje dat het is) Ze laat haar zoon ook praten met Dorien, een psychologe die hem moet helpen om van zijn waterangst af te komen. En dan komt Gied ook verder in actie. De man met de duiven heeft zich al heel lang niet meer laten zien, en Gied wil op zoek naar hem. Zo komt hij een oude dame tegen, en een kunstenaar die het hele dorp lijkt te kunnen schilderen. En de mooiste vrouw op aarde. Gied is hiervoor wel van huis moeten weglopen, omdat Dorien TOCH aan zijn moeder doorvertelde wat Gied zei over de man met de duiven, terwijl Dorien zei dat alles tussen vier muren zou blijven.

Maar het mooie hier is dat Mina Driepoot, Boele Beer en de Mooiste vrouw op aarde Gied wel verder helpen, wanneer hij in zijn eentje mag/moet afzwemmen, omdat iedereen al is afgezwommen.

Eigenlijk gaat dit boek alleen maar over zwemmen, en het echt niet willen zwemmen, maar Samson slaagt erin om allerminst een doetje van zijn Gied te maken. Dit merk je op wanneer er een verjaardagspartijtje van zijn beste vriend Bart is, in een … zwemparadijs. En toch zien we ons kereltje meegaan. En ook hier is een begrijpende vader van een klasgenootje, die maar al te goed weet dat Gied bang is. Maar ook hij probeert Gied mee te trekken, mee te laten doen met wat de rest van de klas doet.

Over de cover van dit boek wil ik het ook nog even hebben: ik hoor wel eens: dit koop ik niet, want ik vind het een lelijke cover. En ja, u hoort mij niet zeggen dat mensen niet mogen afgaan op de cover bij het kiezen van een boek. Allemaal ok, en hier ligt volgens mij ook een taak voor de uitgever weggelegd. Maar of dit voor dit boek persé nodig is, een andere cover: ik betwijfel het. Wanneer mensen namelijk een boek zoeken, gaan ze ook heel vaak de achterplat lezen, en hier vertelt ze toch duidelijk wat de lezer mag verwachten: een boek over zwemmen. Dan moet je natuurlijk geen sleeënde kindertjes op de voorplat kwijt. De naam “Gideon Samson” klinkt intussen toch ook al redelijk als een klokje, en mensen uit het boekenvak, of in de boekhandel, of boekenliefhebbers allerhande, weten intussen al wel na “Niks zeggen!” en “Ziek”, waarmee Samson de jongste Griffelwinnaar ooit werd, dat zijn naam haast synoniem staat voor vlotlezend maar kwalitatief hoogstaand.

De cover en illustraties bij “Met je hoofd boven water” komen van Peter- Paul Rauwerda, de man die ook “Florian Knol” en “Het boek van Alle dingen” van Guus Kuijer van illustraties voor zag, waar ik redelijk “als een blok” voor viel. Omwille van hun realisme, en hoe ze bij de boeken pasten. De tekeningen bij “Met je hoofd boven water” lijken me echter meer een postzegelverzameling, en zijn louter versierseltjes bij elk hoofdstuk. Die hoofdstukken worden trouwens netjes vooraan opgelijst: zo kun je nakijken of je nog veel te lezen hebt, of helaas net niet veel meer. Ik geloof dat ik Rauwerda liever mensen zie tekenen, mensen en dieren...

Met je hoofd boven water / Gideon Samson ; Peter-Paul Rauwerda.- Amsterdam : Leopold, 2010.- 121p.: ill.- ISBN 978 90 258 5672 4