zondag 2 januari 2011

Pepijn en het lied van de Kwellings / Katie Velghe

“Pepijn en het lied van de Kwellings” is het 5e boek over de bewaarengel van Hanne Roselare.

Engeldonk kreunt onder aanhoudende hitte en droogte. Het boek begint met een droom van Pepijn, de engel van Hanne, die een droom over water heeft, en over waterwezens. En wat meer is: hij begrijpt wat ze zeggen! Pepijn zal nog blij zijn dat hij zich die droom zal herinneren, later in het boek.

De R.O.W, “Recht op Water” vindt het maar niets dat burgemeester Aayman het schaarse water dat nog in Engeldonk voorhanden is, wil delen met het halve land, en zij komen in opstand. Het R.O.W bestaat uit dorpelingen die mee iets willen ondernemen om de mensen van Engeldonk van water te voorzien. Maar is het R.O.W wel zo onschuldig?

Een spannend, maar ietwat braaf boek, uit een reeks die intussen vijf boeken bevat. De personages krijgen boek na boek meer body, en langzaamaan krijgt de lezer personages te zien van vlees en bloed, met kleine kantjes, maar ook hoe ze het voor elkaar willen opnemen in hun avonturen. Die avonturen zijn al vijf boeken op rij geloofwaardig, met helden, antihelden als Lucas Tuytschaever en ronduit slechteriken als Oriël, een gevallen engel, die niets liever wil dan Pepijn, en met hem heel Engeldonk, ten gronde richten. Waar ik deze verhaalfiguur in “De schatten van Euforia” vergeleek met Voldemort uit de Harry Potterboeken, is Velghe deze keer – en gelukkig maar – weer haar eigen gang gegaan met wat hij uitspookt en met wat hij in staat is.

Dit boek bevat geen actie om de actie, en ook Oriël is herleidt tot normale proporties, zodat hij ook als slechterik aanvaardbaar is, en mee voor de spankracht van het verhaal kan zorgen. Diens haat tegenover Pepijn duurt onverminderd voort.

De rol van Pepijn als engel wordt met “Het lied van de Kwellings” opnieuw een beetje duidelijker. Waar hij in “De schatten van Euforia” meer een mensenjongen – en Velghe wat mij betreft een beetje vergat dat ze over een hemels wezen schreef - dreigde te worden, zijn met “Het lied van de Kwellings” het opnieuw meer de engelen, en waar ze in het universum van Velghe vandaan komen, van tel. Hierdoor krijgt “Het lied van de Kwellings” meer geloofwaardigheid, ook al wordt Pepijn in dit vijfde boek wel voor iedereen zichtbaar, en wordt hij weldegelijk een mens. Maar wanneer een engel een mens is geworden, gaat hij ook binnen afzienbare tijd dood. Maar het eind van het boek laat er geen twijfel over bestaan dat er zeker nog een zesde boek over Pepijn zal komen.

De illustraties in “Het lied van de Kwellings” zijn ook nu weer van de hand van Jan Bosschaert, en hopelijk blijft hij illustrator van dienst. Oriël is ronduit een knappe figuur, en de tekeningen zijn echter, lijkt mij, dan dat ik dat vond in “De schatten van Euforia”, waarin de illustrator er zich volgens mij snel vanaf wilde maken. Maar ook nu staan de tekeningen ofwel nà het gebeurde in de tekst, ofwel, en dat ergerde me ook nu weer, illustreerde een tekening letterlijk wat de tekst nog moest vertellen.

De titels van de hoofdstukken zijn vaak voorspellend, en geven ook mee wat er zal gebeuren. Een gewone nummering om de hoofdstukken overzichtelijk te houden, soms kort, soms langer, zou beter zijn.

Pepijn en het lied van de Kwellings / Katie Velghe ; Jan Bosschaert.- Tielt : Lannoo, 2010.- 270p.: ill.- ISBN 978 90 209 8911 3