zondag 13 februari 2011

De geheime gang / Daniëlle Dergent

10+

Met “De geheime gang” bouwt Danielle Dergent, een lerares muziek, verder aan haar droom om boeken te schrijven. “De Magische gang” is het vervolg op haar eerder verschenen boek “De magische sleutel”. Je krijgt als lezer eerst een stukje uit “De magische sleutel”, maar dat is louter bedoeld
om aan te tonen dat er een vorig boek is waarin Fien en haar broer Steven de hoofdrol spelen. Niet meer dan een handig trucje.

“De geheime gang” bevat alle personages die ook in “De Magische sleutel” te vinden waren, maar hiermee is alles gezegd. Ze hebben geen evolutie doorgemaakt, ook nu worden ze louter door een auteur aan een pakje papier toevertrouwd. Het is trouwens zeer de vraag of je dit boek los kan lezen van “De Magische sleutel”, “de plek die Hendrik hen de vorige keer gewezen had”, is hier een voorbeeld van: Wie is Hendrik? Dat weet je niet als je “De Magische Sleutel” niet las.

De auteur put zich uit. Ze put zich uit door ALLES ZELF te gaan bepalen in haar boek. De lezer hoeft zijn verbeelding voor geen millimeter aan te spreken, en dat is erg jammer. Voorbeelden te over hiervan, laten we dit boek eens op een willekeurige pagina openen: pagina 92: “De deur van de kelder bevond zich in de hal. Steven draaide voorzichtig de deurklink om en stak het licht aan. Het was de eerste keer dat ze hier kwamen sinds ze verhuisd waren. Kelders waren niet meteen de meest favoriete plek van Fien. ZE was al blij dat het hier niet vol spinnenwebben hing. Zo te zien had hun vader de kelder opgeruimd en alles netjes aan de kant gezet. (…)”“Steven, is er iets? Azenor had Steven in de gaten die pal was blijven staan.”  Dit is wat je noemt een slecht boek. En dat is erg jammer, want hier zou veel in kunnen zitten. Het verhaal zou veel meer kunnen zijn, als de auteur niet als alwetende verteller zou optreden. Ze slaagt er niet in om haar personages zelf een leven te laten leiden, voorbeeld 2 hiervan op pagina 140: (…) Kom, Fien, ik loop wel voorop, geef je lamp maar hier. Een beetje met tegenzin, stak Fien Steven haar lamp toe. Er wordt naar hartenlust gefluisterd, gegrinnikt, gezucht, in het rond gekeken, in het gras neergeploft. Decors zijn belangrijker dan het verhaal van de witte kracht (Steven) (goed) tegen de zwarte kracht, in de figuur van Ballegaer, die koste wat het kost de spiegel van de witte kracht en de Codex Argentus in zijn bezit wil krijgen om macht te verwerven.

Aan het eind van het boek staat “de magere man” weer in de struiken verstopt, te kijken naar de torenkamer van huisnummer 28 aan de Regenboogstraat, waar zich de spiegel bevindt…. Een vervolg op "De geheime gang" is dus weldegelijk te verwachten..

En toch. Op de website van Dergent staat in haar gastenboek te lezen dat kinderen haar boeken wél kunnen smaken. Maar het is voor een volwassene die kinderboeken beoordeeld, te makkelijk om daarin mee te gaan, net omdat kinderen waarschijnlijk helemaal over al die uitleggerige manier van vertellen (dit gaat zelfs niet meer over een “uitleggerige ‘toon’ van een boek”) heenlezen, en mee leven met Fien en Steven. Maar het is te gemakkelijk.
Boeken over witte krachten tegenover zwarte krachten, zijnde goed tegen slecht, voorbeelden te over van boeken die veel beter in elkaar zitten, of waar personages wél veel body mee krijgen zijn legio. De Harry Potterreeks is er zo een, ook al vinden veel mensen dat waarschijnlijk ook maar een gemakkelijkheidsmogelijkheid, of “Meester van de Zwarte Molen” van Otfried Preussler, uit 1971, waarvan ik de personages tot op de dag van vandaag een warm hart toedraag.

En het moet gezegd: Dergent heeft de Harry Potterboeken wat mij betreft goed gelezen: om er ideeën uit te halen.  Ideeën zoals we ze vinden in de zilten uit "De magische sleutel".

De geheime gang / Danielle Dergent.- Antwerpen : Manteau, 2010.- 250p.- ISBN 978 90 223 2504 9