Herman Brusselmans wordt dit jaar vijftig, lees ik in "De Morgen", en hoorde ik gisteren ook al op Radio 1 in "Neon". Mede tergelegenheid daarvan, gaat op zes april een groot feest door in de Vooruit, in Gent. Dat feest is ook tergelegenheid van de "Literaire lente" lees ik. Maar daarover wil ik het niet hebben. Ik ben 16, en ik zit in de tuin. Ik lees "Het mooie kotsende meisje" van Brusselmans, korte stukjes, je zou het columns kunnen noemen. En haast altijd, zit ik ofwel te glimlachen, of wel te schaterlachen. De glimlachjes herinner ik me niet, de schaterlach kwam hierdoor: Etienneke moet de kippen gaan eten geven, voor ze de buren wakkerblaffen. Waar dat op sloeg? Waar het op slaat? Geen idee, maar het is een grappig beeld.
Nog? Een paar jaar eerder keken we op donderdag naar "Het Huis van Wantrouwen" waar Brusselmans elke week zijn gal kwam spuwen in zijn onnavolgbare stijl. En toen wilde ik Brusselmans gaan lezen. Waar mijn ouders me voor waarschuwden: "Zijn boeken zijn niet te lezen". Dat zou ik dan zelf wel uitmaken. Er zijn boeken die enkel goed zijn, volgens mij, wanneer je zestien bent, en blozend in de boekhandel een boek van Brusselmans komt vragen, waar je ze kunt vinden. Ik noem hier de "ex-trilogie". Andere boeken blijven overeind, nu ik de dertig nader: "Vrouwen met een IQ", "Het mooie kotsende meisje", en vooral "Autobiografie van iemand anders."
Geen opmerkingen:
Een reactie posten