Sam Smith, een leerling-geheimagent op een Londense school, vindt de president-directeurgeneraal, meneer Autumn, in een coma op de vloer van zijn kantoor. Op zijn lippen zit een groene streep. Wat is er met Autumn gebeurd? Sam ontdekt dat meneer Autumn het slachtoffer werd van “Duivelskruid”, en dat hij zal sterven binnen tien dagen, wanneer hij niet snel het tegengif krijgt toegediend. Alleen, het tegengif is er nog niet…
Heerlijke leeservaring. Je wilt echt weten hoe het boek zal aflopen, zonder ooit maar een spoortje van “ach ja, ik had het kunnen weten”, of “natuurlijk slaagt Sam in zijn opdracht”. Een beetje een Vlaamse versie van Harry Potter, vond ik. Maar dan met een leerling-geheimagent op een gelijkaardige school. Vooraan in het boek zit een lijstje met wie wat doet op school, en wat voor eten je kunt vinden. Het boek is geweldig spannend, en nooit belachelijk. Het heeft vaart en humor, de personages leven samen met elkaar, en ze nemen het voor elkaar op, maar het oogt nergens als in een goedkope actiefilm, of een goedkoop actie-boek. De leerkrachten worden goed getypeerd, en zijn misschien een beetje “vriend” van hun leerlingen, het is eens wat anders dan norse bullebakken als leerkrachten, zoals dat soms in andere boeken rond het schoolleven weleens wil voorkomen. Autumn is een directeur die vooral zichzelf graag bezighoort, en in monologen spreekt, bijvoorbeeld. Soms denk je dat je weleens een Engels boek kunt zitten lezen. Hoewel dit boek van een Vlaming komt, speelt het boek zich in Londen af, en hebben alle personages Engelse namen. Maar dit vergroot de betrokkenheid, juist doordat het een iets “verder van je bed” is. Sommige kleine elementjes zorgen ervoor dat je die jammer vindt, omdat de rest van het verhaal (en het taalgebruik, inclusief de humor en de vaart) zo goed loopt. Zoals een computer die begint te “tuten”. Begint te biepen, of een alarm geeft, weet ik veel. Daphné die rechtstaat en begint rond te wandelen in Sams kamer, in plaats van “op te staan” en begint rond te wandelen.
Ook jammer is het lezen van de achterflap, die twee tegenstrijdigheden vertelt, die in het boek ook nog eens ontkracht worden. “President-Generaal Autumn was dood.” meldt de ongeveer eerste zin van hoofdstuk één, evenals de eerste zin op de achterflap. In het tweede stukje op de achterflap wordt dit echter al ontkracht, door te melden dat de directeur in coma wordt aangetroffen. Hij onderzoekt hem een beetje, bevoelt zijn keel – hij voelt geen hartslag! Zei de eerste zin niet: “hij is dood”? En denkt Sam niet dat, wanneer hij harder op Autumns keel duwt, hij diens hart voelt kloppen? Het verdere wat volgt, is blijkbaar alleen maar een beetje een flauwe inleiding voor een erg sterk verhaal. Hoofdstuk twee begint met de portier die meneer April vervangt voor het vak: “vermommingen”. Daphné beledigt de portier echter, en deze begint daarop te huilen. De leerlingen willen hem helemaal niet beledigen en bieden hun verontschuldigingen aan. Tot blijkt dat meneer April wel degelijk in de klas is, dat hij zich vermomde in de portier. Dat is redelijk klassiek, en even denk ik als lezer nog: slap. Wat het ook is. Maar dit wordt ruimschoots goedgemaakt. Maar dit zei ik al. Zeer sterk. Ook dat het om een vervolg gaat, merk je nauwelijks. Slechts hier en daar wordt met één zin naar vorige elementen uit vorige boeken verwezen: Emma Blocks en Tom Hobbs, bijvoorbeeld. Tom Hobbs was door toedoen van de school in de gevangenis belandt, en Summer is al in Rusland geweest voor een opdracht. Sam haalt als ontbijt ook wel eens landkaarten met bloed uit de muur (leerlingen halen hun maaltijden op school uit de muur), waarvoor geen uitleg volgt over wat dit moet voorstellen, of ik moet eroverheen kijken) Twee detectieves die mee komen onderzoeken wie de dader is, heten Thelma Dampsey en Louise Mcpeace. De leerlingen moeten voor het vak geuren en kleuren een geur benoemen, en het groepje van Sam denkt dat het om een Italiaanse peetvader gaat. Heeft de auteur én naar Dampsey en Makepeace gekeken, én naar The Godfather én naar Thelma en Louise? Leuke vondsten. Humor is ook goed gedoseerd aanwezig: “De wallen onder zijn ogen zouden gemakkelijk een kangoeroebaby kunnen herbergen.” (p.48), Sam keek naar Daphné alsof ze net gezegd had dat de aarde plat was en je er aan het uiteinde kon afdonderen” (p. 49) “Daphné vinden in de school was ongeveer even moeilijk als de koningen van Engeland lokaliseren in één van de vele vertrekken van Buckinghampalace.” (p.61) Ook beeldspraak is af en toe op een grappige manier aanwezig, zonder dat het mij gezocht lijkt: “Haastig doorzocht hij de hoop, als een kind dat de krabbetjes van de rommel in zijn visnet probeert te onderscheiden.” “Enkele dappere vliegen die het er op hadden gewaagd om zich te goed te doen aan de achtergelaten lekkernijen hadden hun stunt moeten bekopen met hun leven”. “Gefrustreerd omdat hij niet vond wat hij zocht, zwaaide hij met zin arm over de tafel en verbande alles wat er op lag naar een verblijf op de grond. (January is opzoek naar een flesje neusspray dat ervoor moet zorgen dat zijn neus intact blijft onder alle omstandigheden.) “Daphné was naar de ironie winkel gegaan en had haar boodschappenwagentje goed volgeladen”(“Oh, dan is het goed hoor! Dat verklaart alles! Je wilde alleen zijn, maar toen kwam je iemand tegen in de gang. En als je iemand in de gang tegenkomt, dan kun je er niet zomaar langslopen. Nee, dan moet je daarmee praten, en liefst nog over belangrijke zaken!
De leerlingen zijn eveneens goed uitgewerkt, ze hebben echt een eigen karakter, net als in de boeken rond Harry Potter, alleen zijn deze leerlingen in opleiding om geheimagent te worden ipv tovenaar. Dit boek (deze reeks?) is ook veel minder zwart/wit en de plot zit beter in elkaar. Hier is het namelijk NIET de hele tijd zeker dat Sam tot de oplossing zal komen, hoewel je dat van een reeks als lezer wel kan bedenken. Je hebt hier ook een zeer goede plot, de dader heeft het syndroom van Booy, wat ervoor zorgt dat je overal complottheorieën in kunt zien, en hij wil de leerlingen redden. De dader denkt trouwens in cursief, en het is ook alles behalve duidelijk, alvast zeker niet van bij het begin, wie de dader is. Sterk.
Sam Smith en het duivelskruid / Jonas Boets.- Manteau, 2004. - 10+
Geen opmerkingen:
Een reactie posten