zaterdag 2 augustus 2008

De Brief voor de Koning

In 1962 verscheen van Tonke Dragt het boek “De Brief voor de koning”, wat later bekroond werd als “ Beste boek van het jaar”. Nu is er van regisseur Pieter Verhoef, de verfilming van dit boek. Boekverfilmingen: ik sta er altijd een beetje huiverachtig tegenover, maar ik moet ook toegeven dat ik de meeste verfilmingen, althans, die waar ik ergens toch zin in leek te hebben, wel gezien heb. “Polleke” van Guus Kuijer, “Pluk van de Petteflet” en “Minoes”, beiden van Annie MG Schmidt, op kop. Allemaal verfilmingen van jeugdboeken, en allemaal door Nederlanders. Allemaal bleven deze verfilmingen verbazingwekkend dicht bij het boek, en dat siert – en dit gaat zeker ook op voor de verfilming van “De Brief voor de Koning”.

Een “voice-over” start met het vertellen waarover het verhaal zal gaan, en geeft de start van het verhaal aan. We vinden de acteurs terug in de kapel, waar schildknapen wachten om tot ridder te worden geslagen. Dit is de laatste proef: ze worden naar de kapel gebracht, waar ze de hele nacht moeten doorbrengen, samen. Ze mogen niet met elkaar praten, en vooral: ze mogen onder geen beding de deur openmaken… Tiuri verzaakt hier echter aan, waardoor hij zijn recht om ridder te worden, voor vijf jaar verliezen zal. Iemand klopte bij nacht aan bij de kapel, en verzocht de ridders om hulp… De man heeft een brief bij zich, die moet bezorgt worden aan de koning van Unauwen. Een levensgevaarlijke tocht begint…

Tiuri moet veel gevaren doorstaan, ontmoet mensen die het goed met hem menen, zoals de zachtaardige Piak, die bij de kluizenaar in de bergen woont, maar hij ontmoet – natuurlijk – ook mensen die de brief die Tiuri bij zich heeft ook willen bemachtigen.

Het verhaal is in filmvorm zeker net zo spannend als in boekvorm, maar als kijker had ik toch vaak de neiging om hartsgrondig “stommeling!” naar Tiuri’s hoofd te slingeren. De kijker VOELT aan dat mensen het niet goed voorhebben, daarvoor hoef je het boek niet gelezen te hebben. Dat mensen die het wel goed voorhebben worden gewantrouwd, is in eerste instantie nog te begrijpen. (Grijze Ridder Ristridin, gespeeld door Victor Reinier – hij doet dat helemaal niet onaardig!, om een voorbeeld te noemen). Maar aan het eind, vervalt de voorzichtigheid en het wantrouwen. En dat heeft gevolgen. Maar ze zorgen wel voor een verlenging van de film, die misschien niet nodig was.

“De brief voor de koning” is een voortreffelijke boekverfilming, met een minstens evengrote spankracht als in het boek. Mooi! Alleen de jongen die Tiuri (“Tjoeri”, spreekt men zijn naam uit in de film – ik weet niet of ik dat fout vind, maar voor mij heet hij (net als voor Richard Thiel) T I U R I. Bovendien vond ik zijn gezicht niet echt bij de Tiuri die ik me voorstelde in het boek, passen. Een regelrechte fout is ook: er wordt gesproken over een gezochte jongen met bruin haar, en we zien Tiuri wegduiken (terzijde). Maar volgens mij heeft de acteur die Tiuri speelt helemaal geen bruin haar, maar eerder lichtjes aan de rood/oranje kant… Piak daarentegen is wel erg goed gecast. Verder viel me op dat de andere acteurs me ook wel konden bekoren, al moet ik bekennen dat ik zo goed als geen Nederlandse acteurs ken.

Ook opmerkelijk: waar men op de Nederlandse en de Vlaamse TV steeds meer Nederlands/Vlaamstalige reeksen of films gaat ondertitelen, merkte ik in “De Brief voor de koning” dat ik helemaal geen ondertitels (ze waren godzijdank afwezig ook!) nodig heb om het Nederlands dat in de film gesproken wordt, te begrijpen…