Toon en zijn oudere broer Jan groeien op in een huis samen met hun ouders. Een huis waar altijd wel nog andere kinderen rondlopen. Kinderen die niet van hen zijn, pleegkinderen. Elk kind heeft zijn eigen verhaal. Soms zijn het kleine kinderen, en soms zijn ze al 17. Soms jongens, soms meisjes. Meisjes moeten Jan en Toon niet zo. Hoewel ze ook wel vaak naar wat rust in huis verlangen. Eerst komt Rufus, een jongen die tegen een fotovriendinnetje praat. Iemand van langgeleden. Of er is Arend, die wil vliegen. Er zijn kinderen die niet ophouden met ratelen, en er is Gertie, die iemand ziet doodgaan door een raam op een erf, waar ze eigenlijk niet mag komen. Er is altijd wel iemand.
Een boek waarvan zelfs de titel met zorg is gekozen. De “ik” uit de titel, is Jan, mijn broer is Toon, en de nieuwe kan altijd wel iemand zijn, zoals blijkt. Een met zorg omringd boek.
Ook de problemen van de gasten van Jan en Toon’s ouders komen nooit echt helemaal aan de oppervlakte. Je zou kunnen stellen dat iemand een ADHD’ertje is, maar zeker is dat niet, en dat wordt ook niet benoemd. Of dat iemand schizofreen is, omdat hij met een fotomeisje praat, of dat iemand het liefst niet meer op de wereld wil zijn.
Toon aanschouwt de dingen die komen, en vertelt dit zoals hij het ziet aan de lezer. Zo kom je heel dicht bij de personages te staan als lezer, en merk je de auteur niet zo op, als is Heesen natuurlijk wel iemand die kan schrijven. Jan is iemand die wil dat mensen naar hem opkijken, desnoods dwingt hij dit af met harde hand. Over Toon wordt bijna niet gesproken: Jan doet aan sport, en als het niet over de pleegkinderen gaat, gaat het over de sport – zwemmen – van Jan. Toch merk je doorheen de verhalen op, dat Jan en Toon boven alles broers blijven, bijvoorbeeld wanneer Jan zich wil verstoppen in Toons kast, zodat hij Milo, de spraakwaterval, niet meer onder ogen moet komen: Milo vraagt ALTIJD naar Jan, namelijk. Terwijl Jirre van 17, zal gauw eindexamen moeten afleggen, juist graag met Toon met Lego zit te spelen.
Heel erg af boek, zonder ooit één keer belachelijk te worden.
Mijn broer, de nieuwe en ik / Martha Heesen.- Amsterdam : Querido, 2009.-101p .- 978 90 451 0983 1
Geen opmerkingen:
Een reactie posten