dinsdag 20 december 2011

Dissus / Simon van der Geest ; Jan Jutte

 
Na een zwempartijtje waarin Dissus en zijn vrienden verzeild raakten in een gevecht met jongens die veel groter zijn dan zij, komen ze op de bus naar huis, terecht in een storm.  Het liefst willen ze zo snel mogelijk uit de bus raken.  Dat lukt, wanneer de storm is gaan liggen.  Maar de bus vertrekt weer, en de jongens herkennen niets meer.  Niet de surfplas, niet de frietkraam of de glasbak, niets.  Hier past maar één conclusie: ze zijn zwaar verdwaald.  Hoe komen ze nu weer thuis?  Met de moed der wanhoop vatten ze hun tocht aan, naar huis.  Maar dat is zonder allerlei vreemde creaturen gerekend.  Een boer met maar één oog, bijvoorbeeld, die ze tegenkomen wanneer ze schuilen in zijn schuur.  Een schuur met schapen in.  De boer eet één van de vrienden van Dissus op, maar Niemand, zoals Dissus zich zo dapper noemt, heeft lef, vindt de boer, en dus houdt hij hem voor het laatst.  Ondertussen zitten ze in zijn schuur opgesloten. En dan is er Kirke nog: het vreemde meisje dat doorheen het boek waart, en hulp biedt op haar eigen manier.
Allerlei vreemde creaturen en vervoersmiddelen later, komen de vrienden weer thuis, al is het dan zonder de vrolijke Jeffrey, Michael en Frits.  Al lopen zij wel voor de rest van Dissus’ leven met hem mee.
In deel twee dat “Opgestaan is plaats-vergaan” heet, creëert van der Geest hoop, hoop op beterschap.  Omdat Dissus zo lang is weggeweest, zijn zijn ouders hem vergeten.  Een grote woeste hond, die ze Dissus noemen, heeft zijn plaats ingenomen.  Gelukkig is er Dissus’ zus, die hem allesbehalve vergeten is, ook al zeggen haar ouders dat ze nooit een broer heeft gehad.  Maar de hond denkt er niet aan om zijn plek weer aan kind-Dissus af te staan.  En dan komt Kirke weer op de proppen, en ze maakt van kind-Dissus een vuilnisbakkenhondje.  Dit hondje weet aan zijn zus duidelijk te maken dat hij haar broer is, en samen bedenken ze een plan om die grote boze hond in de surfplas te verdrinken.
“Dissus” is allerminst een vrolijk boek.   Mensen worden opgegeten door eenogige boeren, in wie we een cycloop kunnen herkennen.  Of ze worden weggeblazen om nooit meer terug te komen, of ze verdrinken omdat ze te lang moeten zwemmen, omdat ze nu eenmaal weer thuis willen komen.
“Dissus” is een erg vrije bewerking van het Odysseusverhaal.  Je herkent een cycloop, en Kirke komt ook om de hoek loeren, maar verder creëert van der Geest een verhaal dat opgehangen is aan jongens die na het zwemmen verdwalen en in allerlei bizarre situaties terechtkomen.  Situaties die ook wanneer ze eindelijk terug thuiskomen, aanhouden.  Op rijm vertelt van der Geest over Dissus, maar laat je niet afschrikken.  Na een tijdje merk je  niet meer dat je een boek op rijm leest.  Omdat je zo kunt opgaan in de taal van van der Geest, of meeleeft met wat de jongens moeten doormaken.
De illustraties van Jan Jutte laten niets aan het toeval over: een woeste hond is er eentje om bang voor te zijn.  Jutte schetst de vervanger van kind-Dissus als ronduit een gevaarlijk monster: eentje dat er niet voor terug zal deinzen de indringer te verjagen.  De mensen zijn stripachtige figuurtjes, die zo eigen zijn aan Juttes tekenstijl.  Denk qua stijlvergelijkingen vooral aan de boeken over Bil en Wil, van Rindert Kromhout.  Ook “Het Toverstokje” van Annie MG Schmidt bevat een soortgelijke stijl.  Voor “Dissus” kiest Jutte voor overwegend oranje achtergronden waarop hij zijn personages neerzet.  Zijn illustraties voor dit boek zijn een feest voor het oog, en maken van “Dissus” nog een rijker boek dan dat het al is.  Ook als er geen illustraties in zouden staan.  Van der Geest schreef een boek waarvan je moet bekomen.  Omdat er zoveel te lezen is, zoveel te zien.  Het kijken naar de illustraties schiet er soms zelfs bij in, en dat heeft alles te maken met de gelaagdheid van de tekst.
“Dissus” is geen hapklaar boek.  Net daarom moet erover verteld worden, zodat heel veel mensen weten dat het er is.  Lees, en geniet, kijk je ogen uit.  Met “Dissus” bewijst van der Geest dat hij na zijn sterke debuut “Geel Gras” geen eendagsvlieg is.  "Dissus" won in 2011 de Gouden Griffel!

Dissus / Simon van der Geest ; Jan Jutte.- Amsterdam : Querido, 2010.- 119p : ill.- ISBN:  978 90 451 1082 0 - 12+