“De eerste kleinzoon en troonopvolger van koning Bolderus zal sterven in de nacht van de eerste vollemaan na zijn geboorte, samen met alle andere in het Dassenbos pasgeboren jongetjes”
Het is de vloek die Horkus de Grote, koning van de Vuurgnurkels, uitspreekt wanneer hij door de bewoners van het Dassenbos wordt verslagen. Alleen door het vernietigen van de Wenssteen, kan de vloek doorbroken worden…
Zou Marc De Bel nog introductie nodig hebben? De man heeft anno 2016 al meer dan 150 boeken op zijn naam.
Toegegeven: het ene al (veel) beter dan het andere, maar als we er van uit gaan dat er voor iedereen een boek is, dan heeft elk boek bestaansreden. Zo simpel kan het zijn.
Met “De vloek van Horkus” heeft Marc De Bel echter weer een hoofdvogel afgeschoten, en toont hij zich weer de begenadigd verteller zoals we hem kennen van “Het ei van Oom Trotter” en “Meester Pluim en het praatpoeder.” In 1998 vertelde hij in Humo dat hij graag een eigen “In de ban van de ring” op kindermaat zou willen schrijven. Ik geloof dat “Sagen uit het Dassenbos”, die intussen ook al een tweede boek heeft (“Het monster van het Mistmoeras”) hieraan kan voldoen. Dit eerste boek heeft eerst een geïllustreerde voorstelling van personages en nevenpersonages, en een uitgebreide inhoudsopgave.
Elk deel van dit boek bevat een twee pagina’s grote illustratie met de titel van het deel van het verhaal. Deze ingreep zal ook minder gretige lezers over de streep kunnen trekken, en ze maakt het boek makkelijker te behappen.
We maken kennis met de hoofdfiguren in deze reeks: Fea Vos, die samen met haar oma Grietel, en een zusje en twee broertjes die pas geboren werden in het Dassenbos. Ook de moeder van Brom, de das, en de beste vriend van Fea sinds ze klein zijn, is in verwachting. Als de broertjes en zusjes allemaal geboren zijn, moet Fea opnieuw aan de Vloek van Horkus denken, die voorspelt dat alle kleine jongetjes, alsook de eerste kleinzoon van de koning, zullen worden gedood na de eerste vollemaan na hun geboorte…
Hier komt de voorspelling die de 13e fee, die niet werd uitgenodigd op het geboortefeest van Doornroosje, om de hoek loeren. Ook zij voorspelde een voortijdige dood aan de prinses: zij zou zich prikken aan een spinnenwiel op haar 16e verjaardag. Hier kunnen we zeggen dat dertien al tijden als ongeluksgetal wordt gezien in onze Westerse cultuur.
De Bel laat rond zijn gegeven van dode broertjes en jongetjes in het Dassenbos, een tocht ontstaan om de Wenssteen, die de Vloek van Horkus kan doorbreken, te vernietigen. Alle volwassen dieren die met wapens kunnen omgaan, moeten worden gemobiliseerd om de Wenssteen te vernietigen.
De oproep om te gaan oorlog voeren tijdens Wereldoorlog 1 is hier ook niet veraf: wie niet meekan vind dat zeer erg: meestal is het een gevolg van de vorige oorlog tegen de op wraak beluste Horkus, en de dieren hebben er meestal een lichamelijke beperking aan overgehouden.
Fea en haar vrienden Pips, de eekhoorn en Brom de Das worden ook nog als te jong bevonden, terwijl Slink, een knappe jongens Slodder, zoals jonge vossen worden genoemd wanneer ze in hun puberteit (zoals we dat bij mensen kennen), mag wél mee.
Fea wil er in haar eentje mee vandoor gaan om de Wenssteen te vernietigen, maar dat is zonder haar vrienden gerekend, die ook wel denken dat Fea er in haar eentje vandoor zou willen.
De tocht is gevaarlijk, maar wordt nooit langdradig, en actie om de actie blijft achterwege. Hier en daar loert “In de ban van de ring” om de hoek, wanneer er sprake is van een put die naar Middenaarde zou leiden.
Linken naar Wereldoorlog II komen ook voor als Fea en haar vrienden terechtkomen in de grot waar de Krijgers van het Dassenbos gevangen werden. Verwacht echter geen belerend iets: De Bel maakt het spannend en laat zij die eigenlijk niet zouden mee mogen op de tocht, schitteren.
De veelheid aan personages die De Bel tentoonspreid in zijn verhaal zorgt hier en daar wel voor overdaad, maar je daar doorheen worstelen wordt zeker beloond. Frieda Van Raevels zorgt voor knappe tekeningen, terwijl de Bel als het ware steeds voor muziek op de achtergrond zorgt. Het liedje dat Fea vaak in haar dromen vergezeld is een vertaling van het liedje “Dream a little dream of me”. Doorheen het hele boek vindt je er vertaalde stukjes in het Nederlands, van terug.
Zoals dat gaat met jonge dieren die op het punt staan om volwassen te worden, komt ook prille verliefdheid voor. Net als twijfelen daarover: Fea vindt Brom een fantastische vriend, maar ze weet dat het met hem nooit wat kan worden, maar is Slink dan wel partij voor haar? Ze vindt hem maar een druktemaker.
Als de rest van “De Sagen van het Dassenbos” even lezenswaardig is, zit Marc De Bel wat mij betreft, op rozen…
De vloek van Horkus / Marc De Bel ; Frieda Van Raevels.- Sint-Niklaas : Abimo, 2015.- 204p.: ill.- (Sagen van het Dassenbos ; 1).- ISBN 978 94 6234 340 5 11+
Geen opmerkingen:
Een reactie posten