Ridders Lance en Lot wonen in hun kasteel, samen met hun draak Lucifer. Ze maken samen veel plezier, geven ridderfeesten en maken verre reizen. Als ze terugkomen van hun reizen, vinden ze de tafel en hun stoelen in hun kasteel echter altijd heel erg leeg. Er is best nog plaats voor iets of iemand.
‘Zullen we een hondje nemen, klein en lief?’ stelt Ridder Lot voor. Maar een hond bijt dingen stuk, en plast overal. Het wordt dus geen hond. Ook een konijntje is maar niets: Lance wil zijn worteltjes niet delen. En keutels opruimen al helemaal niet. Een leeuw is te gevaarlijk, en je kan je kasteel toch niet aan een leeuw schenken als de ridders er niet meer zijn?
En dan krijgen de ridders een idee! Als ze nu eens een kindje zouden gaan zoeken? Dat vinden ze een goed plan! Maar geen enkele ooievaar die voorbij vliegt, heeft een baby bij zich voor de ridders. De zoektocht gaat verder tussen de kolen, terwijl ridder Lance niet eens kolen lust. Het enige wat wél tussen de kolen zit is een slak en een regenworm.
Op hun draak Lucifer vliegen Lance en Lot naar Australië, om bij de kangoeroes in hun buidel te kijken, maar ook daar komen ze van een kale reis terug. Er gaan jaren voorbij, voor er op een dag toch op de poort van het kasteel wordt gebonsd door een vrouw: ergens in het land is een kindje geboren bij een vrouw die niet voor haar kindje kan zorgen. Willen Lance en Lot dit wel doen?
Eindelijk gaat de kinderwens van de twee ridders dan toch in vervulling. Linda de Haan schreef eerder al “Koning en Koning” (2000). Nu schreef en tekende ze het verhaal van Tim en Steven op, de adoptievaders van Bas en Jasper. Het is een verhaal vol kleur en veel oog voor detail geworden. De illustraties nodigen uit tot kijken, en om verder te kijken. De tafel in het kasteel is ECHT wel heel groot voor maar twee mannen. De ooievaars die voorbijvliegen, hebben soms een mandje met bloemen bij zich wanneer ze over vliegen, maar geen kindjes. En dat kindjes uit de kolen komen, blijkt ook al niet zo te zijn. Op deze prent zien we ridder Lot er letterlijk zijn neus voor ophalen. Dit boek toont op ongedwongen, vrolijke manier aan hoe moeilijk adoptie voor wensouders verloopt, en ook verdriet daarover wordt niet uit de weg gegaan: door middel van een donkerblauwe prent, waar de tekst “Verdrietig vliegen ze terug naar huis” overheen kronkelt, zie je de ridders verdrietig zijn. Hun draak brengt hen letterlijk wat kleur. Dit boek is erg geschikt om voor te lezen aan kinderen vanaf een jaar of 5. Ondanks het grote thema, weet de Haan dit te verlichten door haar personages een heel vrolijk uiterlijk te geven. Dat het kind voor ridders Lance en Lot er uiteindelijk toch komt, geeft ontzettend moed aan mensen die zich in dezelfde situatie bevinden. Lance en Lot zochten zich rot, maar uiteindelijk was riddertje Constantijn er. Het boek kan dan ook terecht eindigen met een groot feest voor de baby, en voor het hele koninkrijk. Er is zelfs plaats om met “En ze leefden nog lang en gelukkig” te eindigen. Bij dit boek hoort een website, en je kunt er Lance en Lot feliciteren met de kleine Constantijn. Er staan knutseltips op, en een lesbrief voor het onderwijs.
http://www.lance-lot.info
Lance en Lot zoeken zich rot / Linda de Haan ; naar het verhaal van Tim en Steven.- Amsterdam : Ploegsma, 2016.- 40p.: ill.- ISBN 978 90 216 7659 3 - 5+
Geen opmerkingen:
Een reactie posten