vrijdag 12 februari 2021

1996, en het spookt in Antwerpen!

Nee, dat het er spookt, is niet helemaal waar. Boekhandel ’t Verschil ziet aan een pand in de Minderbroedersrui het levenslicht. Niet dat ik de winkel in 1996 al kende. Verre van, zelfs.

In 1999 loop ik rond in de Stadsfeestzaal, denk ik, op Het Andere boek, al kan het ook nog in de Kolveniersstraat geweest zijn, waar ik ga luisteren naar wat priester Rudy Borremans te vertellen heeft over zijn boek, en over zijn relatie met een man. Deze gebeurtenissen, die destijds erg breed werden uitgesmeerd in allerlei pers (en als ik nu terugkijk: ik ben ZO blij dat er toen nog geen social media was), raakten mij heel erg. 

Omdat ik ook jaren terug al vond dat je mensen niet kon beoordelen op wat ze waren, maar wel op wat ze konden, en hoe ze dat aanpakten. Van dat besef ben ik vandaag nog altijd doordrongen. Bovendien kan je aan bepaalde zaken in je leven helemaal niets veranderen, alleen kiezen hoe je ermee omgaat.

Terug naar de Stadfeestzaal in 1999, dat is veel fijner.



Ook dat is een constante: ik kijk er rond naar wat het aanbod aan jeugdboeken is. Kinderboekhandel “De Kleine Johannes” heeft een behoorlijke boekenstand, waar het heel fijn in snuisteren is.

En daar staan ze: “’t Verschil, ook met een aanbod aan jeugdboeken, en wel binnen het lgbtq+ (deze term bestond destijds niet, maar ik zal hem hier toch al gebruiken). 

Ik merk dat ik, door wat een jaar eerder mijn leven overhoop had gegooid, in hun aanbod enigszins opzoek ga naar antwoorden. Dat die er niet zijn, maar dat je wel steun kunt vinden in boeken, is heel belangrijk geweest.

Mijn eerste boek dat ik bij ’t Verschil kocht was “We noemen hem Anna” van Peter Pohl, in vertaling van Cora Polet. Een érg zwaar boek over pesten en alle gevolgen vandien, maar dat weerhoudt er mij niet van om het toch prachtig te vinden. Als ik dat boek nu opnieuw zou lezen, ga ik er waarschijnlijk nog andere dingen uitpikken.

Verder las ik destijds ook “Wél kleur bekennen” van Tom Lennon, en vertaald door Tom van Beek over Neil, die het in zijn omgeving verschrikkelijk lastig heeft om uit de kast te komen, en daardoor zijn beste vriend moet verliezen. Toegegeven, schrijnende toestanden die slecht zijn voor mijn hart, maar “Wel kleur bekennen”, uit de Octopusreeks, is nog steeds een érg krachtig boek, dat ik graag nog eens wil oppakken.

De laatste “gouwe ouwe” die ik hier zeker nog wil vernoemen is “Lieve Timo" van Elin Brodin, vertaald door  Else Claus”, over Sofie, een 17 jarig meisje dat door haar vriendschap met het koppel Timo en Adriaan, voor het eerst met de dood zal worden geconfronteerd. Wie bij dit boek geen tranen met tuiten huilt, is vast een alien. (Of vindt dat het allemaal wel wat minder kan, dat mag ook) 

Alle drie deze boeken staan nog steeds alive and kicking in mijn bibliotheek. Allemaal dankzij “’t Verschil, waar ik, toegegeven, alleen “We noemen hem Anna” vandaan had. De drempel om de winkel te bezoeken lag destijds nog wat te hoog, denk ik.


2021. We zijn intussen 25 jaar verder! Gelukkige verjaardag, Kartonnen Dozen! 

Dat leest u goed. 
In 2016 opent de winkel opnieuw, na de Minderbroedersrui te hebben verlaten, in de Draakstraat, vlakbij Het Roze huis. Tom Lanoye had persoonlijk zijn toestemming gegeven om de winkel “Kartonnen Dozen” te noemen, naar zijn gelijknamige boek over Z, die de jongensliefde op briljante wijze ontdekt, en waar je het warm van krijgt.


De winkel en vooral de mensen in de winkel: samen vormen ze voor mij (nog steeds) een oase: een oase waar met graagte over muurtjes durft gekeken worden, en waar ook boeken van kleinere spelers op de markt een kans krijgen om gezien te worden. Mijn laatste aankoop is een paars boek, dat “De jongen” heet. Geschreven door Lenno Vranken, inmiddels 20, maar die op z’n dertiende begon aan dit boek. Toegegeven: aan de stijl is nog werk, maar dat verhaal! Die spanning! Ik kijk erg uit naar het weekend, zodat ik nog eens ongestoord op de bank kan klimmen om verder te gaan met Hurrit, zijn huisdier Kifoes, en met Parolf en Praxel. Ik hoop heel erg dat Hurrit zijn plek in de magische wereld, waar hij er na het overlijden van zijn familie, eigenlijk helemaal alleen voor staat, kan vinden.

Zei ik het al? Gelukkige verjaardag, Kartonnen Dozen! 



Ik drink appelsap op jullie,  op de wijze van Roderik uit “Jaspers Vlinders” van Johan Vandevelde: “Hij zoog de lucht uit het rietje, terwijl hij het andere uiteinde met zij wijsvinger afdekte, stak het dan in het doosje en haalde zijn vinger weg, zodat het rietje zich vanzelf met appelsap vulde. Vervolgens zette hij zijn vinger er weer op, zodat het appelsap erin bleef, haalde het rietje helemaal uit het doosje en zoog het sap eruit aan het andere uiteinde, om dan weer van voor af aan te beginnen.” 

Ik denk dat ik het maar op appelsap uit een glas drinken zal houden, maar laat het lezers niet tegenhouden om ook dit prachtige boek nog heel lang bij jullie uit de rekken te plukken! Het verscheen voor het eerst in 2006, en bestaat ook in 2021 nog, in een witte uitvoering, in de reeks "Portret".

Geen opmerkingen: