Tim Gladdines schreef voor "Vissenkind" er was "Hoe het kwam dat ik Emma een blauw oog sloeg", over twee buitenbeentjes van tien en veertien. Daarna volgde een broeierig verhaal over twee broers, "Koning Valentijn"
"Vissenkind" is een bijzonder boek, in blauw- en geeltinten. En soms met een klein beetje meer kleur. Dat komt omdat Astrid Verplancke zich heeft uitgeleefd in haar illustraties voor dit boek.Een koning en een koning die al alles hebben, behalve een zwembad met een glijbaan (wel al drie zonder), willen graag een kindje. Maar dat kan niet. Of toch?
Wanneer de koning jarig is, komt een lakei aanzetten met een kinderwagen. Daarin: een vissenkom met Vissenkind erin. De koning is meteen dol op zijn zoon. Dat het een zoon is, daar is de koning helemaal niet van overtuigd, net als of hij wel van een vis zal kunnen houden. Want Vissenkind is glibberig, en hij moet altijd in het water. Hoe moet dat als hij later koning moet worden?
"Vissenkind" heeft alle kenmerken van een sprookje, helemaal met koningen en koninginnen, die naast de twee koningen wonen.
Toch is dit boek zoveel meer. Het laat zien dat er soms niets te kiezen valt, en dat je toch van een ander kunt houden, ook al is die anders dan jij, of het anders wil doen dan wat je in gedachten had. Er zijn voor de ander komt ook stevig naar voor. Want de koning en de koning wennen aan Vissenkind. Maar hij is zo klein, en de wereld is veel te groot voor hem. Het lukt hem nooit... Ook al krijgt hij thuis alle liefde, en viskommen met glijbaantjes in waar strikken rond zitten. Op een dag, na een tijd waarin zomers en winters kwamen en gingen, kan Vissenkind praten. En dan komt de tijd voor de koningen om hun zoon los te laten. Hij is groot gegroeid, en past al lang niet meer in zijn vissenkom. De koningen twijfelen opnieuw. Zal het hun zoon lukken, in de grote wereld?
Nadat ze hun zoon naar de rivier hebben gebracht, gaat er een jaar voorbij, dat wel een eeuw lijkt te duren. Een tijd waarin de koningen erg hun best doen om Vissenkind niet te missen. Maar de rivier stroomt naar de horizon, en de horizon is wijd weg. Vissenkind komt nooit meer terug, daar zijn de koning en de koning heel zeker van. De koning zegt het met een stem die wilde huilen. De koning vindt dan weer dat hij dat niet mag zeggen, met een stem die niet wil huilen.
Om elkaar tot steun te zijn, komt deze prachtige dialoog tot stand. Het is mee de kracht van dit boek dat op die manier zelfs poëzie kan zijn:
"Toen pakte de koning zijn hand en zei: 'Misschien is missen ook een fijn gevoel'
"Dagen, weken, maanden. Het missen duurde vreselijk lang. De tijd deed pijn"
Geen opmerkingen:
Een reactie posten