Geen "overkill"
Met derde delen van reeksboeken is het weleens oppassen geblazen voor “overkill”. Niet bij “De naam van mijn vader”, waarin Klaus Mann samen met John Tewksbury opweg is naar zijn geboortestad München om te gaan vaststellen hoe zijn stad en vooral zijn wijk waarin hij is opgegroeid, de oorlog heeft doorstaan.
Raamvertelling
In een raamvertelling, die steeds terugkeert naar 1945, zien we Klaus Mann steeds meer twijfelen aan zichzelf, en wordt zijn morfineverslaving alleen getemperd door zijn grote liefde Tommie, die hem in de VS op het rechte pad probeert te houden. Mann is een twijfelaar aan zichzelf, die de mensen rond zich meer wil plezieren dan zichzelf te verzorgen en van zichzelf te houden.
Het feit dat Klaus Mann de zoon is van de grote Duitse auteur Thomas Mann vindt hij voor zijn eigen schrijfwerk geen voordeel, en daarin heeft hij gelijk: Niemand is in staat om naar Klaus Mann als schrijver te kijken zonder hem te vergelijken met zijn vader.
“De naam van mijn vader” is een zeer rijk boek, dat dwingt om ook naar de crisissen waarin we nu leven, te kijken, en om de gelijkenissen met vluchtelingen nu te zien.
Kromhout schrijft levendig en zeer liefdevol en nauwkeurig, en het is bijna niet te geloven dat Klaus Mann al 74 jaar niet meer onder ons is.
De voortdurende tijdssprongen en wissels tussen steden, landen en werelddelen maken het soms minder makkelijk om alles te blijven volgen maar ook dit maakt dit boek alleen maar rijker en geen tussendoortje. Bovendien zorgt dit alles voor een heel compleet beeld van de familie Mann, waarin niets verbloemd wordt.
Zeer boeiend boek, compleet en goed uitgewerkt, en waarin de familiebanden tussen alle Mann’s nog één keer uitgebreid getoond worden, en hoe het hen samen en elk afzonderlijk, vergaat. Goed gedocumenteerd, en nodig, opdat donkere periodes in de geschiedenis niet vergeten worden.
De naam van mijn vader / Rindert Kromhout.- Amsterdam : Leopold, 2020.- 251p.- ISBN 97890 258 8015 6

Geen opmerkingen:
Een reactie posten