Door TG De Schemering -naar het boek van Klaas Verplancke. Met Eric Van Thillo, Hanne Deneire en Eric Raeves. In het Cultureel Centrum van Berchem
Jot beweegt niet. Hij denkt na, terwijl hij in het gras op zijn rug ligt. Straks is er in zijn overvolle hoofd geen plaats meer! Hij wil iets uitvinden. Iets wat niet bestaat, en waarvan de mensen zullen roepen: ah! En oh! Kan Jot zoiets maken?
Hierrond draait het boek van Klaas Verplancke. En dus ook het stuk dat “vrij bewerkt” werd. Het is prachtig. Verwacht geen gemakkelijk hap slik werk. Je moet er je hoofd bij houden. Wat je te zien krijgt: het nadenken van Jot. Ja. Ik denk dat ik het zo goed omschrijf. Jot danst, en soms beweegt hij helemaal niet. En soms is hij blij met hetgeen hij uitvindt, maar is een ander dat niet. Dat krijg je dan te zien op een scherm: DE BOOM IN MET JE LETTER, JOT, danst dan letter per letter over het scherm. Je krijgt een spel van kleurige schaduwen, of schaduwvormen van wat Jot zou kunnen uitvinden: een telegeleide omeletschotel, of een ijsbolletjesmachine. Maar ijs raakt op. Mensen gaan er aan likken.
Je krijgt beelden te zien, die enigszins “eng” te noemen zijn. Twee ogen die dicht zijn, en dan lijkt het of je naar een dood gezicht aan het kijken bent. Tot die ogen opengaan, en rond beginnen te kijken, naar alle kanten. Dan komen die dichte ogen tot leven, en is het niet eng meer. Grote gezichten, tekeningen. En dan, dan kruipt Jot op een toren, en zit hij heel dicht bij de sterren, te wuiven naar de mensen onder hem. Maar niemand ziet hem: hij zit te hoog, dichtbij de maan. Nacht, na dag, na nacht, na dag. Jot verveelt zich, en plukt aan de sterren rondom hem. Jot komt naar beneden, en hij hoort ah’s en oh’s. De sterren regenen uit de hemel, en niemand weet wie die sterrenregen veroorzaakte. Zo is het goed, denkt Jot.
Heel mooie, heel vrije bewerking van het boek. Maar het is daarom helemaal niet slecht. Je merkt dat Jot voor inspiratie zorgde, en dat de mensen van TG De Schemering er hun ding mee deden. Zonder het boek oneer aan te doen. Sommige delen, waar het boek iets te fel naar voor kwam, vond ik iets minder geslaagd, en om het maar ineens te zeggen: de sterrenregen vond ik eigenlijk maar niets. De hele voorstelling draait om schaduwen, en licht- en kleurspel, terwijl dat bij de sterrenregen helemaal niet meer aan bod komt, alles blijft “éénkleurig”, en dat was in het boek toch mooier. Maar hoe de “Jot” uit de tekeningen overeind blijft, dat is magisch. Jot draagt een blauw truitje en een lange broek, en om van Jot een klein jongetje te maken op theater, en er een bewegingsvol kereltje van te maken, maakt men gebruik van dikke rollen, waaruit je een broek en een truitje zou kunnen herkennen. De bewegingen worden hierdoor trager, waardoor je als kijker als het ware naar “een levend prentenboek” zit te kijken.
Hier kun je de boekbespreking vinden
Geen opmerkingen:
Een reactie posten