maandag 14 november 2011

Bang: jij net zoveel als ik / Ingrid Dullens


Tijdens het laatste jaar aan de kunsthumaniora leert Anna Jazz kennen.  Jazz is een vreemde eend in de bijt.  Iemand die erin slaagt om iedereen voor haar kar te spannen.  Maar Anna ziet vooral haar zachte kant, en ze denkt zelfs dat Jazz heel eenzaam is.  Maar volgens haar vriendinnen en vriend Dieter is Jazz ronduit gevaarlijk.  Wie heeft gelijk?  En zal Anna kunnen bewijzen dat Jazz is wie ze denkt dat ze is?  Algauw komt ook Anna erachter dat Jazz eerder gevaarlijk is.  Ze liegt en bedriegt, en ze steelt.  Ze heeft een broer, Chet, die algauw als een blok voor Anna schijnt te vallen.  Maar Anna heeft Dieter.   Chet slaagt erin om hem helemaal te doen vergeten.  Al is dit niet helemaal wat Anna wil, en de spijbel- annex steeltochtjes met Jazz zou Anna liever ook niet doen.  Maar Anna laat zich steeds beïnvloeden, en algauw draait haar hele wereldje rond Jazz en Chet.  Komt dat ooit weer goed?Anna heeft enkele vriendinnen die wél zien hoe Jazz echt is, en proberen haar dat ook duidelijk te maken.  En dan is er de inbraak bij Lize thuis.  In deel 2 leren we dat zij een ongeluk had, waardoor ze nu rolstoelgebonden is.  Maar hiervan is tijdens het hele eerste deel nooit sprake geweest, en daardoor lijkt het alsof het gegeven van het ongeluk zomaar in het boek werd gegooid.  De achterflap meldt wel dat Jazz iets met Lizes ongeluk te maken heeft, maar ik had dat liever wat geduid gezien in het boek.  Het boek belooft een spannend verhaal, want Anna is al de hele dag onrustig, en kregelig op Wouter, haar vriendje.  Jazz komt na een jaar terug, voor de reünie.  Maar ik kan eigenlijk nergens ontdekken waarom Anna zo bang is voor Jazz, ze doet anders dan haar klasgenoten, en zij vinden haar een rare vogel, die “gevaarlijk” is, terwijl het eigenlijk haar broer Chet is die in de gevangenis is moeten belanden na een drugsaffaire.  Maar Chet loopt nog rond, terwijl Jazz op school eigenlijk alleen zwaar rebels is.  Om iemand “gevaarlijk” te noemen, omdat ze erin slaagt om mensen die anders in het leven staan dan zij zelf, mensen die liever naar school zouden gaan dan voortdurend te spijbelen, rond haar vinger te winden, is  nogal kort door de bocht. Dullens schetst éé- dimentionale personages, en haar Anna is het typevoorbeeld van een nog net niet totaal ongeïnteresseerde  zestienjarige,  die overhoop ligt met haar moeder, moet opgroeien zonder vader, en het vriendje van haar moeder ziet ze ook liever gaan dan komen.  Ze kan haar moeder er wel nog net op wijzen dat Henry getrouwd is.  Dullens laat Anna’s moeder wel toe om af en toe bezorgt over te komen, maar zij is liever met Henry bezig dan met de angsten om Jazz, waar haar dochter mee worstelt.  Om van de angst af te komen, kan haar moeder nog vragen of ze misschien een psychiater nodig heeft. Dat het boek in twee delen is opgesplitst in het NU en ANDERHALF JAAR  GELEDEN, maakt weinig goed.  Ook de titel komt heel in het begin even aan bod “Omdat jij net zo bang bent als ik, liefje”.  Dullens slaagt er totaal niet in om dat gegeven op een beklijvende manier te schetsen, en blijft hangen in een scenario dat in een boek werd uitgegeven.  Ik had wel graag meer geweten over wie Chet is, over waarom hij in de gevangenis zou moeten zitten.  Ik bleef op mijn honger zitten, 200 pagina’s lang.  Dullens heeft geen boek geschreven.  Ze schreef een knap scenario voor een ijzingwekkende thriller op televisie of  in de bioscoop.  Maar een verhaal in een boek moet op een andere manier. 
Enkele willekeurige voorbeelden hiervan zijn:    (een dialoog met Jazz): Ze trekt haar kap af en wrijft even door haar haren, duwt daarna te hard tegen de schouder van haar boer, die inmiddels is opgestaan om een sigaret aan te steken.  “Wat kom je doen”? vraagt ze aan Anna.  “Ik wou je vertellen van school”.  Volledig het noorden kwijt, stotterend bijna.  “Heeft Marc nog iets gezegd misschien?”  Agressieve toon die Anna bang maakt.  Voorbeeld één van iets dat zo lijkt weggeplukt uit een scenario op papier, waarmee aan de slag moet gegaan worden.   (…) “Was de frituur open, vraagt Anna in plaats van een antwoord te geven.  Nog vreemdere blik van Jazz dan daarnet.  “Je ging toch frieten halen, zei je?  Valt Chet meteen bij. “De frituur was dicht, is het dat wat je wou weten, Chet?” antwoord Jazz kil.  Voordat Anna zich kan afvragen waarom de sfeer tussen hen ineens zo vreemd en ijzig is, staat Chet op en verdwijnt al rokend naar buiten.
Voorbeeld twee, willekeurig in het boek: “Zou kunnen.  Achteloos gaat Anna op haar zij liggen.  Waarom maak je me eigenlijk wakker?”  “Omdat ik een paar dagen wegga.”  Afwachtende blik naar Anna, maar de gevreesde reactie van haar dochter blijft uit.  “Naar zee.  “Met wie?”  Anna springt fel op, dan toch. (…) Moeder stuurt een kushandje in haar richting en trekt de deur van de slaapkamer dicht.  Anna hoort haar kittige voeten op de trap.  De voordeur gaat open, een vrolijke mannenstem klinkt in de gang, de koffers worden opgepakt en de deur gaat weer dicht.
Voorbeeld drie: “De voordeur gaat met veel lawaai open.  Prince blaft. Chet veert verschrikt overeind, klapt de laptop dicht en vliegt al vloekend naar de keuken.  “Jazz!!!” Gegil in de gang.  Een dikke vrouw met lang, grijs piekhaar stormt naar binnen.”
  En zo kan ik nog wel even doorgaan.  Er is sprake van warme lach, blikken in bepaalde richtingen, allemaal dingen die een scenario ongetwijfeld ten goede komen om er een spannend iets op televisie of in de bioscoop mee uit te richten.
 
De achterflap van het boek meldt over Dullens dat ze artistiek en zakelijk leider is van Padarijs, een professioneel theaterhuis in Limburg, en dat ze gestudeerd heeft aan Studio Herman Teirlinck.  Met “Bang” bewijst Dullens helaas dat je soms maar beter bij je leest kunt blijven, en dat een actrice, zangeres, zakelijk leider of wat dan ook bij theater, niet noodzakelijk een boek moet gaan schrijven.  Waarschijnlijk is dit boek echter wel het typevoorbeeld van wat 15+’ers die misschien anders nooit een boek zouden lezen, nu wel zouden lezen.  Maar daarom moet ik het nog geen goed boek vinden, om niet te zeggen dat ik een slecht gemaakt  boek las, maar wel graag de filmversie wil zien.
 
Bang / Ingrid Dullens.- Antwerpen : Manteau, 2011.- 200p.- (Edge).- 978 90 223 2639 8 - 14+

Geen opmerkingen: