Morgen december. Goodreads zegt mij dat ik dan nog een
dertigtal dagen heb om nog 20 boeken te lezen. Dat ga ik waarschijnlijk niet
inhalen. “We willen dat je meer leest!” is hun motto als je deelt hoeveel
boeken je denkt te gaan lezen in een bepaald jaar. Ik had mijn tellertje op 100
gezet. Maar misschien lukt 85 nog wel.
Ik hou eigenlijk niet van “om het snelst”
of “om het meest.” Lezen, mensen, dat is ALTIJD tof, of leerrijk. Of triest.
Soms is lezen zelfs een beetje of heel saai. Soms lees ik daarom niet verder.
Het is me dit jaar bijna overkomen, met wat nu het dierbaarste uit 2016 is,
voor mij.
In 2016 waren er niet heel veel boeken die ik u zou
aanraden. Ze komen bijna allemaal uit het vorige jaar. Er verschijnt nog steeds
te veel om helemaal “mee” te zijn. Maar dat hoeft ook niet. Ik vind nog altijd
dat een boek best wat langer mee mag dan een maand of drie.
“Babel” van Jan De Leeuw las ik dit jaar in stukken en
delen, en daarna helemaal. Het gaat over Alice, die met haar grootvader in de
naar hem genoemde Toren van Babel woont. Door een aanslag is ze haar ouders
kwijtgeraakt, en is ze zelf verlamd aan haar onderste ledematen. Haar
grootvader wil niet dat haar ooit nog iets overkomt, maar zelf voelt ze zich
een vogeltje in een gouden kooi… Over dit boek leest u gauw meer.
“Mijn vriend Hitler” was aan zijn derde leesbeurt toe in
2016, en het beklijft nog evenzeer als bij de eerste lezing. Dit boek wordt
vertelt vanuit het perspectief van de enige vriend die Adi – Adolf Hitler zoals
hij in dit boek als zeventienjarige wordt genoemd – ooit gehad heeft. Gedurfd, en sterk!
En toen kwam Isa(belle) door de straten van Gent gewandeld.
Ze is 13 en ze mist haar mama, die op kerstmis de deur achter zich dichttrok,
om niet meer terug te komen. Toen werd De Werelt de wereld. En die wereld, die
is lang niet meer zo mooi. Het boek wel… Het vraagt veel van de lezer, om door
te dringen tot de wereld van Isabelle, maar net als “Babel” is “Toen de wereld nog werelt was” van Paul de Moor geen hap slik weg leesboek. Meer van dat! En
dus kom ik niet aan 100 boeken, het zij zo.
Ik las in 2016 zeer veel voor lijstjes. Ik ga daar nog wel
even mee door, en soms komt er een verrassing op je pad. Of twee zelfs.
Verrassingen die met het K-woord en de K-ziekte te maken hebben.
“Het kankerkampioenschap voor junioren” van Edward van de
Vendel, die het levensverhaal van de toen 15jarige Roy Looman opschreef, en
soms gewoon schreef wat Roy hem zei. Max is eveneens 15 als ontdekt wordt dat
hij kanker heeft. Vanaf dan beslist Max om te vechten, en om te winnen. Er
wordt niets aan het toeval overgelaten, viezigheid die bij kanker hoort
evenmin. De positiviteit die van Max uitgaat, is de reden dat ik van “Het
kankerkampioenschap” nog steeds op mijn hoofd sta, van dit sterke, stoere
verhaal – het verhaal van Roy Looman, inmiddels 20. Hij studeert geneeskunde
nu, om later oncoloog te kunnen worden. Hij is ook ambassadeur van het
KinderKankerfonds Nederland (Kika)
“Ik zie je tussen de wolken” is het eerste boek van Maren
Stoffels dat ik ooit las. Wat mij betreft ga ik meer van haar lezen.
“Ik zie je tussen de wolken” gaat over twee jonge mensen die
OOK al tegen het K-woord vechten: Casper is een jongetje van 9, Jasmijn is
misschien een jaar of 14. Ondanks het leeftijdsverschil zijn ze elkaars beste
vriend. Dat is ook niet zo moeilijk, als de een van de ander perfect weet waar
je doorheen gaat. Hier minder viezigheid die bij kanker hoort, zoals hoe je
plas eruitziet als je een bepaald medicijn moet slikken, waardoor die roze
wordt – cf “Het kankerkampioenschap voor junioren”. Het ondergaan van chemo is
hier voldoende om als lezer te voelen wat een strijd het is. “ik zie je tussen de wolken” is tegelijk ook
het verhaal van Lauren, die zelfdestructief gedrag vertoont. Op aanraden van de
schoolpsychologe wordt zij buddy voor de kleine Casper. Het gaat absoluut niet
van een leien dakje, en daar is Jasmijn niet vreemd aan.
U leest gauw uitgebreid over Jasmijn, Casper en Lauren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten