begint als de eerste vogeltjes je ’s morgens wekken
Mijn treinticket is netjes op tijd geboekt, en ik ben hélemààl vrij om de trein te nemen. Mijn tien
minuten over, die mij vorig jaar dwongen tot het drinken van een smoothie
waarop ik verder de hele dag door moest, en waarvan mijn ingewanden ’s avonds vonden
dat ze elkaar dan maar moesten beginnen op te eten van de honger, doen me
besluiten dat ik het dit jaar echt anders zou aanpakken.
Dat ik dit jaar ook
een workshop ga volgen over liedjes schrijven, en om 11 uur al begint, zal hier
ook wel ergens voor tussen zitten. Ik sta na een slechte nacht, waarbij ik
ongeveer elk uur zie voorbijkomen – zo gaat dat als je weet dat je je absoluut
NIET mag overslapen, en dat weet je tevoren – sta ik om 5 uur op. De rest van
mijn ochtend verloopt voortreffelijk, en ik ben om 10 uur in Amsterdam, bij de ObA
– de hoofdvestiging van de bibliotheek, die nog vlakbij het station ligt ook.
Ik ben helemaal klaar voor wat een prachtige dag vol letters en idealen zal
worden.
Het is een dag voor auteurs,
illustratoren, uitgevers, bibliotheekmedewerkers en andere kinderboekengekken. Dat
ik mezelf tot die laatste groep mag rekenen, mét een weblog vol letters zie ik
als een waar feest!
Die ochtend in de ObA...
“De Middag van het
Kinderboek, zei u? Wat doet u dan al om 10 uur in Amsterdam?”
In kinderboeken, en in
mijn werk dat ik voor de Kinder- en Jeugdjury Vlaanderen al
jaren doe, komt weleens muziek voorbij. Dus volg ik daarover een workshop onder
de deskundige leiding van een liedjesschrijver voor Kinderen voor Kinderen, Jan
Boerstoel. Samen met een aantal schrijvers en illustratoren gaan we opzoek
naar wat een goed kinderlied is, en hoe je daaraan kunt beginnen.
Hoe ontstaat een liedje?
Boerstoel
vertelt dat de liedjesteksten van Kinderen voor Kinderen vaak tot stand kwamen
door brieven die kinderen vroeger schreven. Dingen waar kinderen mee bezig
waren, en nog steeds bezig zijn, alleen zijn het nu heel vaak geen brieven
meer. In die brieven stonden zaken als de scheiding van je ouders, niet willen
afwassen, etc… “Tweedehandsjas” was een “groter” thema, over zeehondenbond en de daarbij horende jacht op zeehonden.
We kregen ook de vraag
wat het eerste kinderliedje is dat wij ons herinnerden.
De “Middag” bestond
uit een lunchpauze die ik samen met een paar boekenmensen graag doorbracht
onder het genot van een broodje in restaurant Babel, op de zevende verdieping
van de bibliotheek. Voor je daar aan eten toekomt, kan het evenwel zijn dat je
je in het gezelschapsspel “De Betoverde doolhof” waant: het spelletje waarin je
je schatten moet terugvinden door jezelf een weg over het bord te banen, door
slechts één kaartje op het bord te verschuiven. Maar je kunt er wel prima eten.
Daarna ging het
richting Theater, waar Janny van der Molen over haar idealen kwam vertellen.
Waar Kirsten König van de Kinderboekwinkel in Amsterdam een pleidooi hield voor
diversiteit dat verder ging dan alleen mensen laten zien wat al gekend is, maar
ook over “De boer en de dierenarts van Pim Lammers en Milja Praagman voor te
lezen aan een doorsnee gezin met een vader en een moeder. Of een boek waarop in
koeien van letters “For Girls only!” staat, voor te lezen aan een gezin met alleen jongens.
Of door te laten zien wat een sterke persoonlijkheid August uit “Wonder” is. “Anders
is het nieuwe normaal” stelt König.
Koester boeken
Koester boeken, zo
pleitte illustrator Enzo Perez-Labourdette. Hij illustreert onder andere voor
The New York Times, en maakt soms illustraties op basis van een recensie. Sinds
kort illustreert hij ook prentenboeken.
Dictee op Bommeliaanse wijze
De zaal kreeg ook een
dictee op Bommeliaanse wijze – Bommel is de held van Marten Toonder, die
laatste is een held van Henk Hardeman, auteur van kinder- en jeugdboeken, die
het dictee op voortreffelijke wijze bracht. Maar wat is dat toch steeds met die
kapjes, haakjes en streepjes, waardoor ik zomaar even vijftien fouten in vijf
zinnen maakte?
Tussendoor was er de
intussen bekende zeepkist, waar mensen vier minuten lang mochten praten over
wat hen bezighield in de wereld van de jeugdliteratuur of de poëzie.
Gevaar!Daarna werd het helaas gevaarlijk om te blijven zitten. Daar was auteur Marte Jongbloed verantwoordelijk voor. Zij liet de gevaren die in kinderboeken schuilen zien. Nijntje die bijvoorbeeld op een klimrek klimt: kan dat niet anders? Je kan als argeloze lezer van “Nijntje” namelijk van zo’n klimrek af donderen. Stop Nijntje in bed, en lees haar een boek voor: dat is veel veiliger. En waarom zit een ander personage op het dak? Geef ‘m een stoel! Vééél veiliger! En de paarden in “De brief voor de koning” van Tonke Dragt: geef hen zijwieltjes, zo moeten zij hun benen niet breken op smalle bospaadjes! Jongbloed nodigde ons uit om tijdens de borrel achteraf nog andere kinderboeken veiliger te maken, trouwens. Geen idee of dat gelukt is, trouwens, zelfs niet als je niet helemaal slap van de lach was.
Doorheen de hele
middag werkte illustratrice Ceciel de Bie aan een illustratie, die aan een
vestiging van de Openbare Bibliotheek geschonken wordt.
De Middag van het Kinderboek is een vroeg begin van de dag dubbel en dwars waard
De links in dit artikel...
Wijzen de weg naar boeken op dit blog, of willen u nog meer inspiratie bezorgen, en hebben niet noodzakelijk nog meer te maken met de Middag van het Kinderboek.
Dankjewel...
Marco Kunst en Aby Hartog voor de organisatie van deze fantastische dag vol boeken en (lees)plezier!
Dankjewel...
Marco Kunst en Aby Hartog voor de organisatie van deze fantastische dag vol boeken en (lees)plezier!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten